BuitenlandPresidentskandidaten
Waarom schuift politiek Frankrijk naar rechts?

In Frankrijk domineren rechtse presidentskandidaten de strijd om het Elysée tegenover de zittende president Emmanuel Macron. Wat zit er achter de toenemende Franse hang naar (uiterst) rechts?

Mark Wallet
25 March 2022 20:02
Eric Zemmour, 22 maart in Parijs. beeld AFP, Alain Jocard
Eric Zemmour, 22 maart in Parijs. beeld AFP, Alain Jocard

De Franse onderzoeker Jean-Yves Camus maakt een geïrriteerd gebaar als voor de zoveelste keer politieauto’s met loeiende sirenes langs het restaurant in het centrum van Parijs razen. „Dat is nergens goed voor”, moppert hij als de wagens gepasseerd zijn. „Je denkt toch niet dat die op weg zijn naar een incident? Dit gaat hier altijd zo, de hele dag door. Het geeft een gevoel van onveiligheid: zou er weer een overval zijn, of zelfs een aanslag?”

Feit is dat een groot deel van de Franse bevolking nog altijd ernstig rekening houdt met aanslagen. Uit deze week gepubliceerd onderzoek van bureau Ifop blijkt dat 79 procent van de Fransen de kans op een aanslag uit islamitische hoek hoog acht; 27 procent van hen zelfs „zeer hoog.”

Aan onlustgevoelens is in Frankrijk sowieso geen gebrek– het idee van onveiligheid is er slechts een van. Presidentskandidaten die op de veronderstelde neergang van Frankrijk tamboereren, scoren dan ook hoog. Uit peilingen van donderdag blijkt dat de rechts-nationalistische kandidaten Marine Le Pen en Éric Zemmour samen kunnen rekenen op 32 procent van de stemmen.

Aan de andere kant van het politieke spectrum bevindt zich de uiterst linkse presidentskandidaat Jean-Luc Mélenchon. Zijn programma is op punten als immigratie en islam totaal anders dan die van Le Pen en Zemmour, maar de drie raken elkaar in hun scepsis tegenover internationale organen als de Europese Unie en de NAVO. Mélenchon staat in de peilingen op 14 procent, wat maakt dat 46 procent van de Fransen van zins lijkt te gaan stemmen op een kandidaat die zich op de politieke flanken beweegt.

Pessimisme

Waar daar achter zit? Frankrijk komt in onderzoeken al jarenlang uit de bus als een van de meest pessimistische landen ter wereld, zegt Camus. „De gedachte is dat we in het verleden een groot land waren, maar dat we nu nog slechts een schaduw zijn van ons vroegere zelf.”

18103451.JPG
Jean-Yves Camus. beeld IRIS ​

Dat is volgens hem niet terecht. „Frankrijk is een nucleaire macht, bezet een permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad en is een innovatief land dat veel exporteert”, somt hij op. „Er is geen reden om ons klein en achtergesteld te voelen.”

De onvrede en het ressentiment lijken echter alleen maar sterker te worden. Opmerkelijk is vooral de toenemende steun voor kandidaten op uiterst rechts. In 2017, toen Zemmour nog niet meedeed, kreeg Le Pen in de eerste ronde 24 procent van de stemmen. Die lijkt ze voor een belangrijk deel te behouden: ze staat in de jongste peilingen op 20 procent. „Zemmour bereikt een nieuwe groep kiezers”, stelt Camus. Hij vermoedt dat die vooral uit de hoek van de centrumrechtse partij Les Républicains komen.

Zemmour en Le Pen zijn overigens niet zonder meer één pot nat, benadrukt de onderzoeker. „Le Pen zet in haar campagne sterk in op sociale thema’s, zoals werkgelegenheid. Zemmour richt zich meer op identiteitspolitiek en traditionele Franse waarden. Je zou kunnen zeggen dat Le Pen haar stemmen vooral uit de arbeidersklasse trekt en Zemmour uit de middenklasse.”

De nadruk op sociale thema’s bij Le Pen maakt Camus ook terughoudend om haar zonder meer als uiterst rechts te bestempelen. Op thema’s als immigratie en islam is ze dat zeker, maar op sociaal-economisch gebied niet.

Voorgeschiedenis

De sterke hang naar nationalistische kandidaten als Le Pen en Zemmour komt niet uit de lucht vallen, zegt Camus. „Nationaal-rechtse ideologie is in hoge mate onderdeel van de Franse geschiedenis. Denk aan de nationalistische bewegingen die aan het einde van de 19e eeuw floreerden rond bijvoorbeeld de groep Action Française.” De beweging, die ijverde voor een herstel van de monarchie en de Rooms-Katholieke Kerk als staatskerk, was onder meer uitgesproken antisemitisch.

Het Front National, de voorloper van het Rassemblement National van Marine Le Pen, kwam in 1972 van de grond. De eerste tien jaar leidde de partij een tamelijk marginaal bestaan, maar sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 1983 is het een politieke factor om mee te rekenen. In 1984 haalde Jean-Marie Le Pen, de vader van Marine, een zetel in het Europees Parlement.

Camus verklaart het plotselinge succes van de partij in de jaren 80 als uiting van onvrede met de gangbare rechtse politiek. Le Pen had bovendien de wind in de zeilen omdat er in 1981, na 23 jaar rechts bewind, een linkse president in het Elysée was aangetreden: François Mitterrand. Camus: „De angst leefde sterk dat Frankrijk daarmee overgeleverd was aan de Russen en het communisme. Daar moest iets tegenover worden gezet.”

Sinds de jaren 80 is de partij gestaag doorgegroeid. Een hoogtepunt bereikte het Front National toen Le Pen in 2002 met een kleine 17 procent van de stemmen door wist te dringen tot de tweede ronde van de presidentsverkiezingen.

Sinds 2011 staat dochter Marine Le Pen aan het roer van het Front National, dat ze in 2018 omdoopte tot Rassemblement National. Zeker de laatste jaren is ze een gematigder koers gaan varen. Daarmee creëerde ze volgens Camus ruimte voor een nog rechtser geluid: Zemmour.

Zemmour

De onderzoeker kent Zemmour nog van zijn studietijd op Sciences Po, een gerenommeerde universiteit in Parijs. Hij herinnert zich hem als „een gewone, wat conservatieve student.” Inmiddels kan hij weinig hoogte meer van hem krijgen. „Hij moet wel lijden onder een of ander trauma; ik begrijp echter niet zo goed welk.”

Camus heeft zich met name verbaasd over de vergoelijkende uitspraken die de Joodse Zemmour deed over de Franse omgang met Joden in het verleden. Zo relativeerde hij de rol van het collaborerende Franse Vichy-regime ten tijde van de Tweede Wereldoorlog bij de wegvoering van de Joden. „Dat is volstrekte dwaasheid”, foetert Camus. „Pétain (de leider van het Vichy-regime, MW) deed niets goeds voor de Joden.”

18103452.JPG
Verkiezingsposter van Marine Le Pen in Courtenay, midden-Frankrijk. beeld AFP, Guillaume Souvant

Camus, die zelf betrokken is bij de Joodse gemeenschap in de stad, merkt op dat het Joodse geloof voor Zemmour weinig betekenis heeft. „Hij gaat op zaterdag op campagne. Ik zit dan in de synagoge.”

Zemmours pleidooi voor behoud van de katholieke Franse cultuur bestempelt Camus als nietszeggend. „Wil je die behouden, ga dan naar de mis. Maar het feit is dat de kerken in Frankrijk leeg zijn. Als ze al vol zitten, dan met migranten. En die wil Zemmour er nu juist niet bij hebben.”

Flirt

Het gegeven dat Le Pen en Zemmour met hun boodschap de wind in de zeilen hebben, maakt dat ook de centrumrechtse partij Les Républicains op lijkt de schuiven naar rechts. Presidentskandidate Valérie Pécresse staat bekend als een middenfiguur, maar ze hamerde in haar campagne meermalen op stevige maatregelen tegen immigratie. Tijdens haar eerste grote campagnetoespraak in Parijs in februari zei ze bijvoorbeeld desnoods steun te willen geven aan de bouw van muren aan de grenzen van Europa.

De keuze van Pécresse om op sommige terreinen tegen Le Pen en Zemmour aan te schurken, is volgens Camus echter „een tactische fout.” „Ze wil kennelijk proberen kiezers aan zich binden die anders naar Zemmour overstappen. Maar hiermee is ze in een mogelijke tweede ronde voor vele Fransen geen redelijk alternatief meer voor Macron. Ze schiet ermee in eigen voet.”

Pro-Poetin

Zowel Le Pen, Zemmour als Mélenchon moest zich na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne verhouden tot eerdere positieve uitlatingen over de Russische president Vladimir Poetin en hun juist kritische houding ten opzichte van de NAVO. Le Pen draaide snel en behendig bij. Ze ging ondubbelzinnig achter Oekraïne staan, liet weten dat vluchtelingen wat haar betreft welkom zijn in Frankrijk en veroordeelde de Russische invasie.

Zemmour liet zich ambivalenter uit. Hij veroordeelde de Russische agressie weliswaar, maar stelde tegelijkertijd de NAVO verantwoordelijk voor de oorlog. Daarnaast oordeelde hij dat sancties tegen Moskou niet nodig waren, maar dat Frankrijk wel een verdrag moest ondertekenen dat toetreding van Oekraïne tot de NAVO zou uitsluiten. Vluchtelingen uit Oekraïne konden wat hem betreft bovendien prima in Polen blijven. De Franse krant Le Journal de Dimanche legde intussen enkele oude relaties tussen Zemmour en aan het Kremlin gelieerde figuren bloot.

Het lijkt erop dat deze koers hem procentpunten in de peilingen heeft gekost. Zemmour zakte de laatste weken duidelijk in de peilingen: van zo’n 16 procent voor het begin van de oorlog tot tussen de 12 en 13 procent nu. Le Pen steeg sinds de oorlog licht in de peilingen (van zo’n 15 à 16 naar 20 procent).

Mélenchon draaide net als Le Pen snel bij. Hij scoorde in de laatste peiling van donderdag 14 procent.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer