De oorlog in Oekraïne bezet iedereen. De verontwaardiging is groot en de angst niet minder. Zeker na de aanval, zondag, op een militair trainingscentrum dat vijftien kilometer van de Poolse grens ligt, vragen mensen in Europa zich af of Rusland bij die grens zal stoppen.
Doet Poetin dat niet, dan kan de NAVO niet langer werkloos toezien. Een Europese oorlog, of –nog erger– een derde wereldoorlog is dan niet uitgesloten.
Heel begrijpelijk dat veel mensen zich zorgen maken over de gevolgen van de oorlog om Oekraïne. Zal Poetin inderdaad kernwapens gaan gebruiken? Dat is een beklemmende vraag.
Maar ook zonder die gevechten zal Europa een zware tol betalen voor de Russische aanval op Oekraïne. Nu al laat de strijd zijn effecten voelen. De energieprijzen rijzen de pan uit. Er leeft zorg of de voedselvoorziening niet in gevaar komt. Rusland en Oekraïne zijn samen de graanschuur van Europa. Met elkaar zijn ze goed voor een kwart van de wereldwijde tarwe-export. Door de oorlog is die uitvoer bijna helemaal stil komen te liggen. De prijs van voedsel zal alleen al daarom stijgen.
Is Europa bereid deze prijs te betalen? Terwijl op verschillende niveaus krachtig wordt gepleit voor nog hardere sancties tegen Moskou, lieten verschillende leiders van Europese landen vorige week al merken er niet voor te voelen om zelf de uiterste consequentie te trekken. De Duitse bondskanselier Olaf Scholz zei begin vorige week niet te willen dat de EU stopt met olie en gas afnemen van Rusland, omdat de energie-invoer uit het land „essentieel” is voor de Europese economie. De Hongaarse premier Victor Orban sloot zich daar vrijdag bij aan. Andere Europese landen, waaronder Nederland, willen juist zo snel mogelijk onafhankelijk zijn van gas en olie uit Rusland.
Het illustreert dat er geen eenheid is tussen de Europese landen als het gaat om sancties tegen Rusland. De splijtzwam is de eigen portemonnee.
Nu is het wegvallen van Russische energieleveranties zeker een probleem. Het raakt niet alleen regeringen maar ook de gewone burger. Vooral mensen met een kleiner inkomen worden zwaar gedupeerd. De stijging van de energieprijzen slokt een enorm deel van hun besteedbare budget op. En als daar ook nog eens de stijging van voedselprijzen bij komt, weten grote groepen mensen niet rond te komen.
De penibele situatie waar de Europese landen en hun bevolking in terecht zijn gekomen, vraagt grote onderlinge solidariteit, die mogelijk langdurig op de proef zal worden gesteld. Voor lagere inkomensgroepen en bedrijven zullen regeringen maatregelen moeten nemen, net zoals die in veel landen tijdens de coronapandemie werden getroffen.
Die noodzaak van solidariteit geldt ook het beleid van de Europese landen jegens Rusland. Noodzakelijk is een gesloten front te vormen. Zodra daarin haarscheurtjes zichtbaar worden, zal Poetin daar dankbaar gebruik van maken.