De Russische aanval op een kerncentrale heeft de oorlog in Oekraïne een nieuwe, zeer gevaarlijke wending gegeven. De vraag is hoever de Russische president Vladimir Poetin wil gaan in deze strijd.
In de nacht van donderdag op vrijdag woedde brand in de grootste kerncentrale van Europa. Russische troepen bestookten het complex in het Oekraïense Zaporizja met hevig artillerievuur.
Vrijdagmorgen vroeg was de brand geblust, zij het met veel moeite. Want Oekraïense brandweerlieden lagen zwaar onder vuur toen zij het complex wilden naderen. Inmiddels lijken Russische troepen de controle over de centrale te hebben overgenomen. Er zijn geen meldingen over een verhoogd stralingsniveau.
De aanval op de kerncentrale werpt de vraag op hoe veilig de Oekraïense atoominstallaties zijn tijdens een gewapend conflict. De brand in Zaporizja roept herinneringen op aan de kernramp in Tsjernobil in 1986. Met dit verschil dat het complex in Zaporizja zes keer zo groot is en dus een veel grotere catastrofe kan veroorzaken.
Dat hoeft niet eens te gebeuren door een directe treffer van een van de reactoren. Deskundigen van het Internationaal Atoom Agentschap in Wenen waarschuwen dat uitval van de stroomvoorziening van het koelsysteem al een kettingreactie kan veroorzaken die uiteindelijk tot een kernexplosie kan leiden.
De Russische aanval leidde wereldwijd dan ook tot zeer scherpe veroordelingen. Om te beginnen in Oekraïne zelf. President Volodimir Zelenski beschuldigde Rusland van „nucleaire terreur” en riep Europa op „nu wakker te worden.” Hij waarschuwde dat een ontploffing van de reactor in Zaporizja „het einde van ons allemaal, het einde van Europa” zal betekenen.
De Amerikaanse president Joe Biden en de Britse premier Boris Johnson belden met Zelenski om hun bezorgdheid te uiten. Beide leiders riepen Moskou op de militaire activiteiten in de buurt van de kerncentrale direct te beëindigen. Ook de VN-Veiligheidsraad komt vrijdag in spoedzitting bijeen om zich op de kwestie te beraden.
Extra stap
De bezorgdheid over de veiligheid van de Oekraïense kerninstallaties speelt intussen tegen de achtergrond van de dieperliggende vraag hoe ver de Russische president Poetin nu eigenlijk bereid is te gaan in deze oorlog.
In 2014 bestond er wellicht nog twijfel dat Poetin daadwerkelijk van plan was om het Oekraïense schiereiland de Krim te bezetten en vervolgens te annexeren. Tot anderhalve week geleden waren sommige analisten nog van mening dat het samentrekken van een enorme Russische troepenmacht aan de grenzen met Oekraïne slechts bedoeld was om het Westen maximaal onder druk te zetten.
De praktijk heeft inmiddels geleerd dat Poetin steeds een extra stap zet die vanuit westers perspectief onwaarschijnlijk lijkt. Het aanvallen van woonwijken, het op scherp zetten van de Russische atoomwapens en nu het bombarderen van een kerncentrale. Dat geeft reden tot ernstige bezorgdheid.
Niet voor niets waarschuwde de Franse president Emmanuel Macron donderdag na een telefoongesprek met Poetin dat „het ergste in Oekraïne nog moet komen.”