Poetin ligt niet wakker van burgerslachtoffers
Het Russische leger heeft nu vanuit land, zee en lucht de aanval geopend op Oekraïne, maar de afgelopen jaren heeft president Poetin het bestaansrecht van deze staat al vele malen openlijk betwist.
Volgens recente berichten die van de Amerikaanse overheid afkomstig zijn, hadden Russische instanties al vóór het begin van de vijandelijkheden lijsten klaarliggen met personen die in Oekraïne moesten worden opgepakt of geliquideerd. Het is goed voorstelbaar dat speciale teams van de militaire inlichtingendienst GROe en de veiligheidsdienst FSB de jacht zullen openen op kopstukken van de regering in Kiev, maar ook op journalisten, politieke activisten en Russische dissidenten die het eigen land ontvlucht zijn. Sommigen zullen worden opgepakt en in de grauwe anonimiteit van een gevangenis of strafkamp in Rusland verdwijnen. Een enkeling krijgt wellicht een showproces waarbij de meest onwaarschijnlijke beschuldigingen over tafel gaan en de uitkomst van tevoren vaststaat. Zie de recente pseudoprocessen in Rusland tegen Aleksej Navalny. Alle kans dat Poetin zal proberen in Kiev een marionettenregime te installeren dat alleen in naam zelfstandig beslissingen neemt.
Voor wie de politieke ontwikkelingen in Rusland van de laatste tijd heeft gevolgd, komt dit misschien niet als een volledige verrassing. Het land is namelijk onder Poetin in vele opzichten in de voetsporen van het Sovjetcommunisme getreden. Laten we eens naar de geschiedenis kijken.
Deportatiegolven
Vooral in de jaren 30 en 40 heeft het communisme onder Stalin in Centraal-Europa, waaronder Oekraïne, miljoenen slachtoffers gemaakt. Zo werden in verschillende deportatiegolven honderdduizenden mensen naar Siberië afgevoerd uit de gebieden die als uitvloeisel van het beruchte Molotov-Ribbentroppact uit 1939 door de Sovjet-Unie werden geannexeerd. Dat gebeurde uiteraard niet in eersteklaswagons.
Slachtoffers waren onder anderen vertegenwoordigers uit leidende ”burgerlijke” (niet-communistische) kringen, afkomstig uit de Baltische staten en het toenmalige Oost-Polen. (Dat laatste gebied werd toen bij de Sovjetrepubliek Oekraïne gevoegd.) Toen het Rode Leger in 1944-1945 die gebieden op de Wehrmacht heroverde, vonden er opnieuw massale deportaties plaats. Deze bloedige voorgeschiedenis heeft er ook alles mee te maken dat landen als Polen en de Baltische staten na 1991 hun toevlucht bij de NAVO hebben gezocht.
In het Rusland van Poetin valt vooral het meedogenloze optreden van de veiligheidsdiensten op. Denk aan de talrijke liquidaties van tegenstanders van de president die de afgelopen jaren door de Russische veiligheidsdienst FSB, veelal in eigen land maar ook daarbuiten, zijn uitgevoerd. Een bijzondere rol is ook weggelegd voor de leider van de Russische republiek Tsjetsjenië, Ramzan Kadyrov, die uit naam van president Poetin een waar schrikbewind in de Noord-Kaukasus heeft gevestigd. Daarvan zijn vele onschuldige burgers het slachtoffer geworden. Net als de Russische president heeft ook Kadyrov de gewoonte om tegenstanders tot in het buitenland te achtervolgen en hen daar te laten ombrengen. Organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch hebben dit alles uitvoerig gedocumenteerd. Dat verhinderde Poetin echter niet om in 2004 aan Kadyrov de hoge onderscheiding ”Held van Rusland” te verlenen.
Veel zal in de toekomst ongetwijfeld nog door historici geschreven gaan worden over de ongekende informatieoorlog die de afgelopen tijd heeft gewoed. Die is gevoerd tussen Rusland, dat in alle toonaarden de mogelijkheid van een militaire aanval bleef ontkennen, en de Amerikaanse regering onder president Biden. Washington heeft daarbij steeds weer op basis van informatie van de eigen inlichtingendiensten de plannen die binnen de Kremlinmuren circuleerden internationaal aan de schandpaal genageld. Hoewel men een echte oorlog op die manier niet heeft kunnen verhinderen, heeft men Poetin in ieder geval in de propagandaoorlog geen overwinning gegund.
De kosten in mensen, materieel en anderszins van een volledige bezetting van Oekraïne zullen voor het Kremlin aanzienlijk zijn. Alle kans dat de eensgezindheid van het Westen tegenover Rusland verder zal worden versterkt en dat er in een regio zoals West-Oekraïne, die traditioneel altijd sterk anti-Russischgezind is geweest, een gewapende verzetsbeweging van de grond komt, mogelijk vanuit het buitenland gesteund. Ook na 1945 was er in dat gebied, net als in de Baltische staten, een anticommunistische verzetsbeweging actief die door de KGB pas begin jaren 50 met harde hand kon worden neergeslagen. Zo stelde men bijvoorbeeld ter intimidatie van lokale bewoners de lijken van gedode opstandelingen in het openbaar tentoon.
Slachtoffers
Alleen al door het geweld dat Poetin de afgelopen jaren in Oost-Oekraïne heeft ontketend, verloren rond de 14.000 mensen, onder wie vele burgers, het leven. Er zullen nu ongetwijfeld nog veel meer slachtoffers volgen, vooral als men beziet hoe het Russische leger in recente militaire campagnes tewerk is gegaan. Tijdens de tweede Tsjetsjeense oorlog in het eerste decennium van deze eeuw en recent in de Syrische burgeroorlog werden bewoonde gebieden vaak gewoon met de grond gelijkgemaakt. Daar ligt in het Kremlin niemand van wakker.
De auteur is als gastonderzoeker verbonden aan het Institute of Security and Global Affairs (ISGA) van de Universiteit Leiden.