De NAVO ziet zich geconfronteerd met een van de ernstigste crises aan haar grenzen sinds de Koude Oorlog. Hoe groot is de kans dat de lidstaten betrokken raken bij het conflict in Oekraïne? „De zaak kan snel uit de hand lopen.”
NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg liet er na de aanval op Oekraïne geen twijfel over bestaan. Ondanks zijn scherpe veroordeling van de inval in het Oost-Europese land, waarschuwde hij dat Russische dreiging en agressie het „nieuwe normaal” voor Europa zijn.
Afgezien van de oorlog in het voormalige Joegoslavië is een gewapend conflict in Europa inderdaad nieuw voor de NAVO. Normaal is het allerminst.
En daarom zit de NAVO ook danig in haar maag met de oorlog in Oekraïne. In de eerste plaats voor de korte termijn. Want Oekraïne is nu eenmaal geen lid van de verdragsorganisatie. En dus kan Kiev geen beroep doen op artikel 5 van het NAVO-handvest. Dat stelt dat een aanval op een van de lidstaten als een aanval op allen wordt beschouwd en ook gezamenlijk militair moet worden beantwoord.
Er is echter ook artikel 4, dat bepaalt dat lidstaten om een overleg kunnen vragen als „de territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid of veiligheid van een van de (NAVO-)partijen wordt bedreigd.”
Polen en de Baltische staten riepen donderdag artikel 4 in om de NAVO-lidstaten in spoedzitting bijeen te krijgen. Dat leidde tot een voorlopige verklaring dat is „besloten, in lijn met het plan om alle bondgenoten te beschermen, aanvullende maatregelen te nemen om de afschrikking en verdediging in het hele bondgenootschap verder te versterken.”
De maatregelen hebben er vooralsnog in geresulteerd dat de NAVO meer militairen en materieel stuurt naar lidstaten in Oost-Europa. Voor het eerst sinds ze na de Russische annexatie van de Krim zijn gemaakt, zijn speciale verdedigingsplannen geactiveerd.
„De paraatheid van onze troepen is verhoogd om op alle omstandigheden te kunnen reageren”, aldus een NAVO-woordvoerder donderdag. Volgens NAVO-chef Stoltenberg zijn 100 gevechtsvliegtuigen en 120 schepen paraat. En er volgen meer versterkingen „in de komende dagen en weken.” Vrijdagavond vergaderen vertegenwoordigers van het bondgenootschap verder over aanvullende maatregelen.
Nederland
Doordat Nederland een belangrijk doorvoerland is, zullen die militaire verplaatsingen ook hier zichtbaar zijn.
De verklaring van de NAVO-lidstaten kende echter een belangrijke toevoeging: „Onze maatregelen zijn en blijven preventief, evenredig en niet-escalerend.” Daaruit blijkt duidelijk dat de NAVO uiterst voorzichtig is om niet rechtstreeks bij de oorlog in Oekraïne betrokken te raken.
Daar heeft zowel de NAVO als Rusland geen belang bij, benadrukt Samuel Charap, onderzoeker van de Amerikaanse denktank RAND Corporation. Maar met een oorlog op de drempel van NAVO-grondgebied is het niet moeilijk voorstelbaar dat „de zaak snel uit de hand kan lopen.”
Voor de korte termijn neemt de NAVO daarom de nodige militaire maatregelen. Om de bondgenoten op de oostelijke flanken van de alliantie gerust te stellen. Maar ook om op eventuele Russische agressie voorbereid te zijn.
Aanpassen
Voor de langere termijn zal de NAVO met een geheel nieuwe realiteit aan de oostgrenzen rekening moeten houden. Als het ”nieuwe normaal” waarover Stoltenberg sprak inderdaad de norm wordt, kan het bondgenootschap zich maar beter aanpassen – en snel ook, is de boodschap van oud-opperbevelhebber van de NAVO-strijdkrachten, Wesley Clark.
„Het Westen moet nooit een mogelijkheid onbetuigd laten om de dialoog met Rusland aan te gaan”, aldus de gepensioneerde Amerikaanse generaal in USA Today. „Maar het is hoog tijd om te stoppen met pogingen om koste wat kost Moskou aan onze kant te krijgen.”
Hoewel Clark voorstander is van economische sancties om Rusland op andere gedachten te brengen, benadrukt hij ook het belang om de NAVO fors te versterken. „De NAVO moet bereid zijn om de nieuwe realiteit onder ogen te zien van een Rusland dat zich meer en meer als tegenstander gedraagt.”