Regering Israël laat cruciale kwesties ongewijzigd
Het zou de regering van verandering worden, toen de ploeg van Naftali Bennett van Yamina en Yair Lapid van Yesh Atid in juni vorig jaar aantrad. Maar wat is er eigenlijk veranderd? En wat niet? Een paar voorbeelden.
Een belangrijke wending is dat Benjamin Netanyahu van Likud als premier is verdwenen. Israël toonde daarmee aan dat de leider van de grootste partij echt niet terug hoeft te komen als minister-president, zeker als deze bij vorige rondes fouten heeft gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat er bij de andere partijen de wil moet bestaan om samen te werken, ondanks de onderlinge geschillen. Er doet voor het eerst een Arabische partij aan de regering mee. Ook dat is nieuw. Bennett zei in een interview met The Jerusalem Post vorige week dat wat de partijen bindt, „het gevoel van verantwoordelijkheid” is.
Een andere verbetering is dat Israël weer een begroting heeft. Netanyahu hield de goedkeuring van het budget tegen. Het leger kan nu weer aankopen doen die nodig zijn om de defensie op peil te houden. De regering kon tevens een plan maken om de gangsters die de bevolking in de Arabische steden terroriseren, te bestrijden.
Maar onder Bennett blijft een aantal cruciale zaken onveranderd.
In de eerste plaats blijft het Israëlisch-Palestijnse conflict onopgelost. Hij liet in het interview met The Jerusalem Post weten dat hij het land uit „het kader” van het conflict wil halen. Het moet volgens hem niet door het conflict worden gedefinieerd.
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voorlichters zullen lastige rapporten op hun bureau blijven krijgen van organisaties die Israël beschuldigen van apartheid en andere schendingen van de mensenrechten.
Hij staat wel toe dat enkele ministers overleg voeren met Palestijnse leiders over de economie. Dat is in elk geval iets, maar niet genoeg. De kans op een nieuwe Palestijnse opstand blijft bestaan.
Bennett, zijn partijgenoten en een groep Knessetleden vinden dat er helemaal geen Palestijnse staat moet komen op de Westelijke Jordaanoever. Dat verplicht hen wel om over een alternatief na te denken. Ook dat gebeurt niet. Overigens geen wonder, want een alternatief bestaat er niet.
Wat onder Bennet ook hetzelfde blijft is dat de zogenoemde reform en conservatieve Joden geen gebedsplek bij de Westelijke Muur krijgen die gelijkwaardig is aan die van de orthodoxe Joden. Hij wil hooguit enkele verbeteringen uitvoeren op de plek waar niet-orthodoxe Joden volgens hun gewoontes kunnen bidden. Volgens Bennett bestaat er binnen de coalitie verzet tegen een goede gebedsplek voor hen. Hieruit blijkt dat de orthodoxe partijen, hoewel niet in de coalitie, toch een stevige greep op de regering blijven houden.
Onder Bennett is een aantal hervormingen doorgevoerd. Dat is positief. Maar meer is nodig.