Neem nu niet alleen een hond, maar denk er ook eens over kinderen te krijgen. Dat zei de paus een paar weken geleden.
Nu waarschuwt Franciscus wel vaker voor een „demografische winter”. Maar nu hij het zo bloemrijk zei, landde het beter. Prompt regende het natuurlijk negatieve reacties. Vaak zoals Wim Kan: „Wie het spel niet beoefent, moet zich ook niet met de spelregels bemoeien.”
Vermoedelijk heeft de paus inderdaad geen hond en evenmin kinderen. Toch is het de vraag of we zijn uitlatingen zo makkelijk terzijde kunnen schuiven.
Het valt me vaak op dat in Centraal- en Oost-Europa veel meer zorg leeft over de krimpende bevolking dan in Nederland. Wij hebben een oplossing voor vergrijzing: immigratie. Zelfs in coronatijd zorgen nieuwkomers voor groei.
Loop je in Nederland door een grote stad, dan zie je mensen van allerlei kleur en herkomst. Op het station van Warschau, Boedapest of Kiev is het veel minder veelkleurig.
Dat verschil kwam pijnlijk naar voren in de migratiecrisis in 2015. Landen als Hongarije en Polen stelden zich gewoon niet open voor asielzoekers. In West-Europa werd dit slecht ontvangen. De paus heeft daar ook weleens iets over gezegd.
In het oosten van Europa snappen zij ons niet. Zij zien de mens ook als drager van de (eigen) cultuur. Dan kan een Arabier of een Afrikaan niet zomaar de plaats innemen van een Hongaar, Oekraïner of Rus.
Ergens kan ik hen wel volgen. Als we willen dat onze cultuur (zeg maar: de joods-christelijke beschaving) overleeft, zullen we moeten zorgen dat er ten minste een volgende generatie is. Waarbij overigens wel geldt dat het helpen van vluchtelingen hoort bij die beschaving.
Toch is ook in landen van de voormalige Sovjet-Unie de werkelijkheid anders. De regering zegt dat ze trots is op de eigen cultuur. Maar die trots leidt er niet toe dat jonge mensen kinderen krijgen. En diezelfde jonge mensen verlaten hun land heel makkelijk om elders meer te verdienen.
In Oekraïne werden in 1990 twee keer zoveel baby’s geboren als nu. Als de huidige trend zich doorzet, zijn er in het jaar 2100 nog maar half zoveel Oekraïners als nu (22 miljoen tegenover 41 miljoen nu). De vrijheid na het communisme leidde dus niet tot grotere bereidheid kinderen te krijgen.
Slechts 2,7 procent van de Oekraïense gezinnen heeft drie of meer kinderen. In 22 procent zijn er twee. In 74 procent (het overgrote deel dus) is maar één kind.
Voor de economie is dit slecht. Niet alleen is er minder vraag naar kinderschoenen, er is ook minder behoefte aan onderwijzers. Dit loopt vrij snel in de miljarden.
Natuurlijk strooien regeringen met kindertoeslagen. In Hongarije en Rusland worden eenverdieners niet belast, maar krijgen ze juist voordelen. Toch blijven de effecten klein. Eind december zei een Hongaarse minister optimistisch dat de neergang nu misschien was gekeerd – na elf jaar gezinsvriendelijk beleid. Maar zeker wist hij het nog niet.
Kijk, de paus heeft als rooms-katholiek één voorsprong op ons: zijn kerk is internationaal. In alle landen heeft hij bisschoppen die hem vertellen wat er speelt. Dat maakt hem niet onfeilbaar. Maar als hij zegt dat je beter eerst over kinderen kunt nadenken dan over een hond, kun je hem gerust geloven. Want die demografische winter, die komt eraan.