Waarop moet ik letten bij mijn nabestaandenpensioen?
In de pensioenregeling waar ik onder val, heb ik een nabestaandenpensioen. Pas hoorde ik dat het dan toch niet vanzelfsprekend is dat mijn vrouw een inkomen krijgt als ik kom te overlijden. Hoe kan dat?
Een nabestaandenpensioen is een pensioen dat uw vrouw of uw kinderen ontvangen als u overlijdt. Liever spreken we van partnerpensioen dan van nabestaandenpensioen: uw kinderen hebben er alleen recht op als uw vrouw overlijdt vóórdat u overlijdt en als zij voldoen aan de voorwaarden van het pensioenfonds. Bij het ene pensioenfonds mogen zij bijvoorbeeld niet ouder zijn dan 18, bij het andere kan de grens op 21 jaar liggen.
Uiteraard moet het pensioenfonds weten dat u een partner heeft. Als u trouwt of getrouwd bent, is het fonds daar automatisch van op de hoogte. Het bedrag dat het pensioenfonds uitkeert, hangt af van de hoogte van het inkomen dat u heeft op het moment dat u overlijdt. Als u dan nog werkt, is dat de hoogte van uw salaris. Als u overlijdt na pensionering, is dat de hoogte van het pensioenbedrag dat u ontvangt. Maar er is een addertje onder het gras: er zijn partnerpensioenen volgens het opbouwmodel en er zijn partnerpensioenen volgens het risicomodel. Het risicomodel is een soort verzekering. De laatste jaren zijn steeds meer pensioenfondsen overgestapt naar het risicomodel.
In het risicomodel bent u alleen van een partnerpensioen verzekerd zolang u dankzij uw dienstverband in een pensioenregeling valt. Gaat u voor een andere werkgever aan de slag die bij een ander pensioenfonds is aangesloten, of als u uw baan verliest, vervalt daarmee het partnerpensioen. Het opbouwmodel is meer een soort spaarpot, die blijft staan als u ergens anders gaat werken of geen werk meer heeft.
Het is belangrijk om bij uw pensioenfonds na te gaan welke regeling zij hanteren. Als dat het risicomodel is, betekent dat bijvoorbeeld dat als u na een dienstverband van 25 jaar van werkgever en pensioenfonds wisselt, u geen partnerpensioen van dat pensioenfonds meer krijgt, ook al heeft u daar wel 25 jaar verzekeringspremie voor betaald. Komt u bij uw nieuwe werkgever in een pensioenfonds dat het opbouwmodel hanteert, dan begint u relatief laat met opbouwen. Het goede nieuws is dat er niets verandert als u met een andere baan in hetzelfde pensioenfonds kunt blijven.
Op het moment dat u bijna met pensioen gaat, kunt u ervoor kiezen om uw pensioen uit te ruilen. Dit houdt in dat een deel van uw ouderdomspensioen inruilt voor een hoger partnerpensioen. Andersom kan ook: u kunt ook uw partnerpensioen omzetten in een ouderdomspensioen zodat u bij leven meer te besteden heeft. Ook hierin is er een verschil tussen het risico- en het opbouwmodel. Bij uw pensioenfonds kunt u nagaan om welke bedragen het gaat. Wilt u meer inzicht in hoe uw pensioen eruit zal zien, dan kunt u gratis online de Pensioenschijf-van-vijf invullen. Met deze tool ziet u in vijf stappen of u straks voldoende inkomsten heeft voor uw uitgaven. En of het slim is om extra actie te ondernemen.
De auteur is communicatieadviseur bij het Nibud