Anders dan de naam doet vermoeden, is ’t Lichtschip in Lelystad geen opvallend kerkgebouw. De grijze steen van het lage gebouw is door de regenval smoezelig geworden, een toren ontbreekt. Het licht zit vooral binnen.
De naam van de kerk aan de Gondel is gekozen omdat het gebouw in de Schepenbuurt staat. Een lichtschip is een baken op volle zee.
Archivaris Fred van der Zwan van de hervormde gemeente heeft wel een verklaring voor het lage profiel van het bedehuis. „De burgerlijke gemeente wilde bij de vormgeving van de stad in de nieuwe polder geen opvallende kerken. Dat had te maken gehad met de gedachte dat dat niet paste in een seculiere samenleving. Daarom was er in het centrum geen plek voor kerkgebouwen en hebben de kerken geen torens, de rooms-katholieke Petruskerk uitgezonderd.”
Van der Zwan noemt nóg een reden waarom ’t Lichtschip niet echt de uitstraling van een kerk heeft. „In de jaren zeventig groeide de Samen-op-Weggemeente in Lelystad. De Ontmoetingskerk had behoefte aan meer vergaderruimte. Om daarin te voorzien werd besloten om ’t Lichtschip voor dat doel te bouwen. In die tijd bestond er nog een Rijksfonds dat voor 50 procent bijdroeg in de kosten van kerkbouw in de polders. Om daar aanspraak op te kunnen maken, moest ’t Lichtschip wel een echte kerk worden, met een kerkzaal. We hebben zodoende relatief veel aparte vergaderruimten tot onze beschikking.” De gemeente heeft inmiddels een Gereformeerde Bondssignatuur en is zelfstandig. Ze telt momenteel zo’n 440 leden. „Om het gebouw rendabel te maken, verhuren we verschillende zalen.”
De buitenkant van het gebouw oogt gesloten. De ramen zijn verwerkt in diepe nissen, waar de stadsjeugd dankbaar gebruik van maakt om te chillen. De koster treft regelmatig lege patatbakjes en ander afval aan. Opvallend zijn de puntige dakdelen op de kerkzaal en op de andere ruimten.
De kerkzaal bestaat uit twee delen. Bij de oorspronkelijke ruimte is een achterzaal getrokken om alle kerkgangers (zeker in coronatijd) een plek te kunnen geven. Op het podium voorin staan een eenvoudige kansel, een avondmaalstafel en een doopvont, alle van hout. „Daar heeft dr. Kommers, die van 2007 tot 2011 hier predikant was, voor gezorgd”, vertelt Van der Zwan. „Ze zijn afkomstig uit een andere kerk. Dat komt zo: architect Fontein heeft de kerk ontworpen met schuine dakdelen waarin je lessenaars kunt zien. Om die reden had hij ook een eenvoudige lessenaar in de kerkzaal geplaatst. Maar omdat de gemeente groeide, was dat op den duur niet praktisch. De mensen achterin konden de dominee nauwelijks zien. De lessenaar staat nog altijd in de consistorie. We zijn dankbaar dat in dit gebouw het Woord van God mag worden verkondigd.”
> rd.nl/markantekerkgebouwen