De klagers hebben handicaps en onderliggende aandoeningen. Ze vrezen benadeeld te worden als ziekenhuizen in noodsituaties voorrang geven aan patiënten met de beste overlevingskansen. De negen zeggen een verhoogd risico te lopen op een ernstig ziekteverloop als ze besmet raken met het coronavirus.

Het hof oordeelt nu dat niemand vanwege een handicap mag worden overgeslagen voor een mogelijk levensreddende behandeling. Politici moeten van de rechters meteen in actie komen om bindende regels te maken voor een situatie waarin sprake is van triage. Dan wordt de urgentie bij een hulpvraag bepaald.

De rechters verwijzen naar het feit dat gehandicapten volgens de grondwet niet gediscrimineerd mogen worden. De overheid zou nu onvoldoende hebben geregeld om een eerlijke behandeling van die groep te garanderen als ziekenhuizen moeilijke besluiten moeten nemen over welke patiënten eerst worden behandeld.

Door de coronapandemie neemt de druk op de zorg ook in Duitsland toe. Medische organisaties hadden al richtlijnen opgesteld voor mogelijke triage, maar die zijn volgens het hof juridisch niet bindend.

In Nederland zijn ook richtlijnen opgesteld voor artsen, die ze moeten volgen wanneer hun intensive care vol ligt en er niet genoeg bedden meer zijn voor alle patiënten. Medici moeten dan kijken welke patiënten de meeste kans hebben de ingrijpende behandeling op de intensive care te overleven, en wie zo’n bed het kortst nodig hebben. In de richtlijnen wordt een handicap niet expliciet genoemd als overweging.

De organisatie Ieder(in), die zich inzet voor mensen met een beperking, laat in een reactie weten: „Het is een lastig onderwerp, want we willen er niet aan denken dat dit werkelijkheid wordt. Wij steunen als belangenbehartiger in principe de lijn waarbij in het geval van code zwart niet het hebben van een beperking, maar de herstelkans leidend is. Net zoals bij mensen zonder beperking.” De Patiëntenfederatie wil niet reageren.