Vergeleken met vier jaar terug is de ChristenUnie minder bij machte geweest om de komst van nieuwe en ruimere medisch-ethische wetten te vertragen.
Dat zegt CU-partijleider Gert-Jan Segers in een toelichting op het woensdag gepresenteerde, nieuwe coalitieakkoord. Segers stelt daartegenover dat zijn partij in het stuk ook afspraken heeft kunnen opnemen die in 2017 nog onhaalbaar bleken. Een daarvan is de opdracht aan het kabinet om het aantal (herhaal)abortussen via gerichte maatregelen omlaag te brengen.
In het akkoord hebben VVD, D66, CDA en CU afspraken gemaakt over de voltooidlevenwet van D66, de embryowet en de abortuswet. De afspraak over de stervenswet komt erop neer dat D66 de behandeling daarvan mag doorzetten, zonder onderlinge afspraken over het stemgedrag. Dit kan betekenen dat de wet een meerderheid haalt.
Segers erkent eerder te hebben gezegd dat de wet voor zijn partij „een breekpunt” zou zijn bij de formatie-onderhandelingen. Later specificeerde hij dat door te zeggen dat de CU het niet gaat meemaken dat zo’n wet al deze kabinetsperiode zal worden ingevoerd. „Die toezegging doe ik gestand”, verklaart Segers desgevraagd tegenover het Reformatorisch Dagblad. Op de concrete invulling van de belofte wil hij nog niet vooruit lopen. „Maar de toezegging staat.”
Wellicht had de CU in de formatie kunnen blokkeren dat het politieke debat over deze wet zou worden gevoerd, zo blikt Segers terug. „Maar daarmee had ik dan wel het signaal afgegeven van: die christenen houden dit op grond van hun machtspositie tegen. Zoiets pakt altijd averechts uit, zo hebben we in 2007 geleerd van de discussie over de gewetensbezwaarde trouwambtenaar.”
Het „confessionaliseren” van de bezwaren zou bovendien onterecht zijn, omdat er ook vanuit seculiere hoek volop protesten klinken, vervolgt Segers. „Vroeg of laat zal het politieke debat moeten worden gevoerd. Laat al die tegenargumenten dan maar helder op tafel komen. Hopelijk leidt dat ertoe dat de wet het niet haalt.”
Abortus
Ook de behandeling van twee initiatiefwetten over abortus mag worden voortgezet, maakt het akkoord duidelijk. Een daarvan, van D66, stelt voor de verplichte, minimale beraadtermijn van vijf dagen voor het afbreken van zwangerschappen uit de abortuswet te schrappen. Het voorstel kan rekenen op een meerderheid. De andere wet is van GroenLinks en PvdA en wil het afbreken van een vroege zwangerschap, de zogenaamde overtijdbehandeling, vergemakkelijken door naast abortusklinieken en ziekenhuizen ook huisartsen in staat te stellen een abortuspil te verstrekken. Ook deze wet kan bogen op een ruime meerderheid.
„Als die wetten het halen, is dat een verlies”, erkent Segers. „Het akkoord geeft ons de ruimte om tegen te stemmen. Dat zullen we doen. Daarnaast krijgt het kabinet dus de opdracht mee het aantal abortussen te verlagen. Het heeft zeker betekenis dat die taak is opgenomen in het coalitieakkoord.”
Het kabinet Rutte-IV komt niet met ruimere regels voor embryoselectie, waarmee de geboorte van kinderen die drager zijn van een erfelijke ziekte kan worden voorkomen. Wel geeft het akkoord VVD en D66 de ruimte daarvoor een initiatiefwet voor te bereiden en in stemming te brengen. Dat geldt niet voor een wet die ervoor zorgt dat onderzoekers puur voor onderzoeksdoeleinden embryo’s mogen gaan kweken. VVD en D66 mogen ook daarvoor een wet gaan opstellen, maar nadat de voorbereiding daarvan is afgerond, wordt de pauzeknop ingedrukt. De wet zal vanaf dat moment niet verder worden behandeld, aldus het akkoord.
Segers: „Ook zo’n wet gaat ons te ver. Zo instrumenteel met leven omgaan dat je het puur gaat kweken voor wetenschappelijk onderzoek is voor ons dermate problematisch dat we hebben gezegd: Hier trekken wij een streep.”