In Botswana haalde het hoogste gerechtshof deze week een streep door de strafbaarstelling van homoseksualiteit. In grote delen van Afrika is de praktijk echter nog altijd zeer omstreden: in Ghana ligt een wetsvoorstel op tafel dat homoseksualiteit met lange celstraffen sanctioneert.
Zeven jaar cel. Dat was de hoogste straf die er tot maandag in Botswana stond op het praktiseren van homoseksualiteit. De bepaling stamde uit 1965 en was overgenomen uit de wetsboeken die tijdens het Britse koloniale regime van kracht waren. „Mensen straffen om wie ze zijn, is respectloos en discriminerend”, oordeelde het Botswaanse hof van Beroep maandag echter.
Het hooggerechtshof van het zuidelijke Afrikaanse land bepaalde in 2019 al dat de wetstekst discriminerend en daarom ongrondwettelijk was. De regering was tegen dat oordeel in beroep gegaan, maar kreeg maandag dus nul op het rekest.
De Botswaanse homorechtenactivist Caine Youngman zei maandag dat de uitspraak van het hof van Beroep „zeer behulpzaam zal zijn voor onze kameraden op het hele Afrikaanse continent.” Ze zouden de Botswaanse uitspraak in eigen land kunnen gebruiken als breekijzer. Feit is dat meer dan vijfentwintig andere Afrikaanse landen wetgeving kennen die homoseksualiteit verbiedt.
De mogelijke strafmaat loopt ver uiteen: van boetes via celstraffen van twee jaar tot levenslange opsluiting, zoals in Tanzania. Onder de shariawetgeving staat in (delen van) streng-islamitische landen, zoals Somalië en Mauritanië, zelfs de doodstraf op homoseksualiteit.
Diverse ontwikkeling
De ontwikkelingen rond homoseksualiteit op het continent zijn niet eenduidig. Aan de ene kant zijn er landen waar de strafbaarstelling ervan de laatste jaren uit het strafboek verdween. In februari tekende de Angolese president een wet die homoseksuele relaties legaliseert. Het Midden-Afrikaanse land Gabon schrapte in juni 2020 een wet die homoseksualiteit verbiedt. Sinds de eeuwwisseling sneuvelden er bovendien antihomowetten in de eilandstaten Kaapverdië, Mauritius, Sao Tomé en Principe en de Seychellen.
Aan de andere kant waren er echter pogingen om wetgeving in te voeren die homoseksualiteit (zwaarder) bestraft. Een voorbeeld is Uganda, waar president Yoweri Museveni in 2014 een omstreden antihomowet tekende. Later dat jaar stak het Constitutionele Hof een stokje voor uitvoering ervan, maar in mei dit jaar keurde het Ugandese parlement opnieuw een wet goed waarin homoseksualiteit strafbaar wordt gesteld. Museveni stuurde deze wet in september echter terug naar het parlement voor herziening.
In Tsjaad en Burundi werd er de afgelopen jaren wel wetgeving van kracht die homoseksualiteit aan banden legt. Sinds 2017 staat op homoseksuele handelingen in Tsjaad maximaal twee jaar celstraf; in 2009 zette Burundi er eenzelfde strafmaat op.
Discussie in Ghana
Een land waar de discussie over homoseksualiteit nu volop speelt, is Ghana, een overwegend christelijk land in het westen van het continent. Het parlement buigt zich daar over een wetsvoorstel dat homoseksualiteit wil bestraffen met celstraffen tot tien jaar en ook „lhbti-propaganda” verbiedt. Daarnaast zou er ruimte moeten komen om in voorkomende gevallen verplichte genezingstherapie voor te schrijven.
Het wetsvoorstel lijkt op de steun van een ruime meerderheid in het Ghanese parlement te kunnen rekenen. Er vinden nu eerst hoorzittingen plaats in het parlement waarbij zowel voor- als tegenstanders inspreken. Vertegenwoordigers van de eerste groep benadrukken dat een grote meerderheid van de Ghanezen er conservatieve waarden op nahoudt. Volgens een peiling wijst 93 procent van de Ghanezen homoseksualiteit af.
Tegenstanders brengen daartegenin dat het voorstel ongrondwettelijk is. „Wat als morgen een meerderheid wakker wordt met het idee dat alle linkshandigen hun ledematen moeten verliezen?”, vroeg de Ghanese rechtsgeleerde prof. Takyiwaa Manuh tijdens een hoorzitting. „Voelt het parlement zich dan ook gedrongen die wil uit te voeren?”
De Christelijke Raad van Ghana, waar onder meer anglicanen, methodisten en presbyterianen onder vallen, schaarde zich in een gezamenlijke verklaring met de Raad van Pinkster- en Charismatische Kerken achter het wetsvoorstel. Het statement noemde homoseksualiteit niet alleen „onacceptabel in Gods ogen” maar ook „vreemd aan onze Ghanese cultuur en familiewaarden.”
De positionering kwam de anglicaanse kerk van Ghana op een reprimande te staan van de aartsbisschop van Canterbury, Justin Welby. „We zijn een wereldwijde kerkfamilie, maar de missie van onze kerk is in elke cultuur en elk land hetzelfde: om door daden en woorden Gods aanbod van onvoorwaardelijke liefde aan ieder mens door Jezus Christus te verkondigen”, hield hij de Ghanese lidkerk voor.
Het is nog onduidelijk wanneer het Ghanese parlement over het voorstel zal stemmen.