Geluksvraag Thomas van Aquino spreekt ook moderne mens aan
Wat maakt gelukkig? Het is vraag die de middeleeuwer Thomas van Aquino al bezighield. In Amsterdam werd donderdag een vertaling van zijn boek hierover gepresenteerd. Onder meer een aantal christelijke jongeren woonde de presentatie bij.
Thomas van Aquino (1225–1274) is een van de grootste middeleeuwse theologen. In zijn boek ”Wat maakt gelukkig?” (uitg. Damon, Eindhoven) zet Thomas uiteen dat de gelukzaligheid bestaat in het kennen van God. „Niets vervult het natuurlijke verlangen van de mens, behalve het volmaakte goed, en dat is de gelukzaligheid.”
Vertaler is Niko Schonebaum (32), rooms-katholiek, van beroep docent en ondernemer. Hij richtte onder andere stichting Ludens Quaerens (spelend vragen) op, met als doel om mensen te helpen bij het verdiepen in de christelijke intellectuele traditie. „We bestuderen de bronnen van het christelijk denken, van Augustinus tot Lewis”, licht hij desgevraagd toe. „Er is behoefte aan duidelijke kennis vanuit de christelijke traditie in deze tijd van intellectuele onrust en verwarring. Mensen willen weten hoe het echt in elkaar zit, ook in de vraag naar God.”
Eenheid
In 1992 verscheen een gezamenlijke studie over Thomas van Aquino van de hervormde predikant dr. C. A. Tukker en de rooms-katholieke theoloog prof. L. J Elders. Daarin betoogt dr. Tukker dat Thomas de ogen weer opent voor de eenheid van natuurlijke Godskennis en kennis uit Gods Woord. „Er moet weer een natuurlijke theologie komen”, zo roept hij op. Het was met name de Nadere Reformatie, zoals Voetius, die Thomas weer serieus nam.
Schonebaum herkent zich in deze invalshoek. „Thomas valt terug op de traditie van de kerkvaders, die de gezamenlijke bronnen zijn van katholieken en protestanten. Thomas is in zijn uiteenzettingen rustig, bedaard en zachtmoedig, en dat is bevorderlijk voor het gesprek tussen kerken.”
Maar hoe ‘rooms’ is Thomas?
„Hij is honderd procent rooms-katholiek, maar hij leefde niet in een tijd dat protestanten en katholieken hun verschilpunten zwaar hebben aangezet, zoals later in de Reformatie. Thomas leerde dat de algemene en bijzondere openbaring harmonieus op elkaar betrokken zijn. Tegelijkertijd onderscheidt hij de functie van filosoof en theoloog zorgvuldig en zorgt hij ervoor dat in een filosofisch betoog niet stiekem een theologisch argument binnensluipt.”
Dr. W. Aalders
Dr. Martijn Pouw, priester in Utrecht en dit jaar in Rome gepromoveerd op Luther, leidt evenals Schonebaum een oecumenische leesgroep, genaamd Viatores (reizigers). De groep bestudeerde het afgelopen jaar het boek van dr. W. Aalders, ”De kerk, het hart van de wereldgeschiedenis”. „Wat Aalders zegt over de centrale plek van de kerk in de geschiedenis is heel katholiek. De kerk heeft iets eeuwigs, van boven af, maar komt tot ontplooiing in de wereld. Protestanten redeneren meer van onderop, vanuit het individu. Katholieken denken niet zozeer: hoe kom ík in de hemel, maar hoe zijn wij als gemeente hiernaartoe onderweg?”
Thomas is meer dan alleen de man van de godsbewijzen, de natuurlijke theologie, aldus dr. Pouw. „Protestanten vinden vaak dat de scholastieke methode van Thomas ten koste gaat van het mysterie van God. Dat is niet helemaal fair. Het is de moeite waard om de hele Thomas een kans te geven en te zien dat hij het mysterie van God juist respecteert.”