Het Nieuwe Testament is niet alleen een boek voor christenen, maar ook een door en door Joods boek. Een Joods commentaar wil de kloof tussen Jodendom en de kerk uit de wereld helpen. „Jezus hoort thuis in het Jodendom.”
Dat zegt prof. dr. Wolfgang Kraus, hoofdredacteur van ”Das Neue Testament – jüdisch erklärt” (uitgave van het Deutsche Bibelgesellschaft in Stuttgart), een vertaling van een Engelse uitgave die in 2017 in Amerika verscheen. Het studiewerk behelst een commentaar op het gehele Nieuwe Testament in de Duitse Lutherbijbel door ruim tachtig gerenommeerde Joodse geleerden uit de gehele wereld, vergezeld van vijftig essays over allerlei aspecten van het Jodendom en het christendom in de eerste twee eeuwen. Prof. Kraus is hoogleraar Nieuwe Testament aan de Universiteit van Saarland (Saarbrücken) en decennia actief voor de Joods-christelijke dialoog in Duitsland.
In Nederland is regelmatig te horen dat Joden geen interesse hebben in het bestuderen van het Nieuwe Testament omdat het voor hen niet ”relevant” is. Is de situatie in Duitsland anders?
„Als Joden niet geïnteresseerd zijn in het Nieuwe Testament, kan dit historisch worden verklaard omdat Jodendom en christendom al eeuwenlang onafhankelijke religieuze gemeenschappen zijn. Christenen hebben veel vijandigheid jegens Joden getoond, wat ontaardde in vervolging en moord. In de eerste eeuw was dat anders. De volgelingen van Jezus waren Joden. Het Nieuwe Testament is ontstaan binnen het Jodendom. Het is dan ook een oorspronkelijke Joodse traditie die we hier tegenkomen. Of Joden in Duitsland meer geïnteresseerd zijn in het Nieuwe Testament dan Joden in Nederland, kan ik niet zeggen. Maar een Joods commentaar op het Nieuwe Testament zou ook voor hen een gelegenheid kunnen zijn om een deel van hun eigen traditie weer beter te leren kennen.”
Wat kunnen Joden dan leren van het Nieuwe Testament?
„Ze leren een aspect van hun traditie kennen dat ze misschien lange tijd hebben verwaarloosd vanwege problemen in de geschiedenis. Hoe je het ook wendt of keert, het Nieuwe Testament maakt deel uit van de Europese cultuurgeschiedenis. Als je muziek, schilderkunst en beeldende kunst wilt begrijpen, moet je de gehele Bijbelse traditie kennen. Rembrandt of J. S. Bach versta je alleen als je de Bijbel kent. En in onze cultuur behoort het Nieuwe Testament daar ook bij.”
Beter
De Amerikaanse redacteuren en hoogleraren Jodendom Amy-Jill Levine en Marc Zvi Brettler schrijven in het voorwoord van de Engelse uitgave dat ze door het bestuderen van het Nieuwe Testament „betere Joden” zijn geworden omdat er meer begrip was gekomen voor het gemeenschappelijke verleden.
Is dit niet wat optimistisch, want interpretaties van het Nieuwe Testament hebben toch ook geleid tot Jodenhaat?
Prof. Kraus: „Ik heb deze uitspraak zo begrepen dat ze iets voor zichzelf hebben herkend dat ze ook toewensen aan anderen. Misschien is dit inderdaad wat optimistisch. Dat het Nieuwe Testament tot Jodenhaat heeft geleid, moet helaas worden toegegeven. Maar de studie van de Joodse uitleg van het Nieuwe Testament zou kunnen laten zien hoe we goed om moeten gaan met problematische teksten in het Nieuwe Testament, zodat er geen Jodenhaat uit ontstaat.”
Is het niet opmerkelijk: een Joods commentaar op het Nieuwe Testament in de Lutherbijbel?
„Ja, dit had Luther nooit verwacht. Helaas was de hervormer aan het eind van zijn leven zo buitensporig in zijn Jodenhaat dat men zich hiervoor moet schamen. In die periode zat hij gevangen in traditionele ideeën. Hier moeten we duidelijk afstand van hem nemen. Maar aangezien het Duitse Bijbelgenootschap de Lutherbijbel uitgeeft en verspreidt, lag het voor de hand dat we deze basis van onze editie gekozen hebben. De Amerikaanse versie was gebaseerd op de New Revised Standard Version.”
Het commentaar wil Jezus en Paulus bestuderen in hun Joodse context. Maar wat gebeurt er als christenen Jezus beschouwen als de Messias of de Zoon van God, ja, God Zelf? Is er dan geen kloof?
„De kloof bestaat vooral tussen de aardse Jezus en de Jezus zoals Hij in de geschiedenis van het dogma wordt begrepen. ”Zoon van God” betekent in de eerste plaats nabijheid tot God. ”Zonen van God” kunnen voorbeeldige vrome mensen zijn, zoals Abraham, de koning van Israël of het volk Israël als geheel. Pas later werd de Zoon van God, in onze optiek, gezien als één in wezen met God. De taak van de theologie van vandaag is om deze dogmatische bepalingen zo uit te leggen dat Vader, Zoon en Geest geen drie goden worden en de mensen van vandaag begrijpen wat ermee bedoeld moet worden.”
Hoe objectief kan men het Evangelie als Jood becommentariëren als men leest over het proces tegen Jezus en „de schreeuw om het bloed van Jezus”, zoals het commentaar schrijft?
„Objectiviteit bestaat niet in de Bijbelwetenschap, alleen in meer of minder waarschijnlijkheid. De evangeliën zijn volgens ons niet zozeer historische feitelijke verslagen, als wel geloofsgetuigenissen. Mattheüs 27:25 is hooguit een verwijzing naar degenen die toen in Jeruzalem aanwezig waren, niet naar alle Joden ten allen tijde, zoals verkeerd is begrepen in het verleden. De korte afstand van de gemeente van Mattheüs tot het toenmalige Jodendom leidde tot zulke polemische uitspraken. Zo schildert de toespraak in Mattheüs 23 een kwaadaardige karikatuur van de Farizeeën, maar niet de werkelijkheid. Er was ook zelfkritiek op de Farizeeën in de Talmoed, zoals het pronken met vroomheid voor de hele wereld en het opscheppen over het doen van goede werken. Vrome mensen van alle religies, ook christenen dus, lopen het gevaar zich op deze manier te gedragen en te pronken met hun vermeende vroomheid.”