Water overspoelde 600 jaar geleden grote delen van Zeeland en Noord-Brabant
Vrijdag is het 600 jaar geleden dat de Sint-Elisabethsvloed grote delen van Zeeland en Noord-Brabant overspoelde. In de Geertruidskerk in Geertruidenberg vertelt een expositie hoe de vloed een deel van Nederland blijvend veranderde. „De watervloed had een enorme impact.”
De fiets van de postbode voor de deur van de kerktoren is het eerste wat opvalt bij de Geertruidskerk. De postbode speelt een centrale rol in de expositie over de verwoestende gevolgen van het water. De postbezorger vertelt het verhaal over de kracht van het water. Hij vlucht uit voorzorg in de toren. Van daaruit komt hij tot het besef dat hij toch de post moet bezorgen. Via flessenpost communiceert hij met mensen in Geertruidenberg. Later in de tentoonstelling mag de bezoeker zijn eigen boodschap formuleren en in een melkfles stoppen. De postbode legt de verbinding tussen de Sint-Elisabethsvloed, 600 jaar geleden, en de huidige strijd tegen de stijgende zeespiegel.
Fantasieverhalen
Paul Koedijk, beheerder van het kerkgebouw en lid van de Stichting Behoud Geertruidskerk, bedacht samen met zijn team de tentoonstelling ”Op drift, een eigentijdse beleving over de ramp, de mens en het water”. Hij vindt het belangrijk om de verhalen te vertellen die dreigen te worden vergeten. „Veel mensen zegt het niets meer, deze watervloed. En het is ook lastig om het heel tastbaar te maken. Er zijn geen foto’s of verslagen van, wel prenten, fabels en fantasieverhalen. Vergeet niet dat deze watervloed destijds een enorme impact had.”
De kerk van Geertruidenberg ligt op een zandheuvel. In 1421 zal de kerk net droog zijn gebleven. Maar om de kerk heen was een onafzienbare vlakte van water, waar eerst land was, dorpen waren en mensen leefden. Niet alleen de historie van de vloed komt in de tentoonstelling aan bod, ook de tijd waarin die plaatsvond. „In de 15e eeuw ging het geld bepaald niet naar de dijken, maar naar de politiek. Het was de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, die kostten geld. Bovendien werd er veel grond afgegraven voor turfwinning, wat ook al niet meehielp aan stevige dijken die een watervloed konden weerstaan.”
Meerpalen
Via genummerde meerpalen loop je door de tentoonstelling, waar verschillende kunstenaars aan meewerkten. Aan de hand van drie kleuren, rood, groen en blauw, lees en hoor je over de ramp en de impact op de mensen.
In de crypte onder de kerk ondergaat de bezoeker –door middel van een audiovisueel spektakel– de watervloed. In het koor van de kerk legt een ‘verdronken’ kerktoren de verbinding met de watersnood van 1953. Het Watersnoodmuseum van Ouwerkerk plaatste er een houten kerktoren, deels verzwolgen door het water, waar in een video ooggetuigen van de ramp hun verhaal vertellen.
De watervloed bracht, behalve pijn en verdriet, ook nieuwe mogelijkheden voor de inwoners van Geertruidenberg. Zo kwam er vanaf die tijd een haven en werd er jarenlang gevist. Het visserijbord, aan de muur naast het koor, is met een verrekijker te bewonderen. Het bord uit 1616, met als titel ”Godt ghevet al”, is een uiting van dankbaarheid over de visvangst. Tussen de afbeeldingen van een zalm en een steur een passende Bijbeltekst uit Markus 1: „Jesus sag Petrus ende Andreas haer netten in de zee werpen, want zij waren vissers.”
De tentoonstelling sluit af met een landkaart van Nederland met een impressie hoe ons land eruit kan zien als de zeespiegelstijging doorzet. De strijd tegen het water is nooit klaar.
Zie ook: geertruidskerk.nl.