Corona eist elf levens in Zorgcentrum Anker in Kesteren
Corona slaat hard toe in Zorgcentrum Anker in Kesteren. In twee weken tijd overlijden elf cliënten aan het virus. „Het is heel zwaar.”
De gemeente Neder-Betuwe kleurt donkerrood op de coronakaart met besmettingen in Nederland. Al wekenlang. De hechte gemeenschap kent een hoog percentage besmettingen en een laag percentage vaccinaties.
Corona grijpt om zich heen in de Betuwse gemeente (24.000 inwoners). Het virus sluipt huizen en instellngen binnen. Zorgcentrum Anker krijgt in de laatste week van oktober en de eerste week van november te maken met elf sterfgevallen. Het aantal besmettingen lijkt nu weer op z’n retour.
Razend virus
„Een heftige uitbraak”, zegt directeur-bestuurder Dick van Bodegraven naar aanleiding van het overlijden van de elf cliënten. „Iedereen heeft nu in de gaten dat het menens is met de pandemie.”
Het protestant-christelijke Zorgcentrum Anker, waar alle plaatselijke reformatorische kerken aan zijn verbonden, kent twee locaties: Anker (85 cliënten) in Kesteren en Avondrust (14 cliënten) in Opheusden. De laatste locatie is nog redelijk gevrijwaard van corona. Geen besmettingen onder bewoners, wel onder het personeel.
„Voor ons is dit de vierde golf in anderhalf jaar tijd”, vertelt Van Bodegraven. „Maar het is nog nooit zo zwaar geweest. Het is een heftige variant. Op een afdeling van twaalf cliënten waren er in korte tijd ineens elf ziek. Corona raasde over de afdeling. Bij gevaccineerden en niet-gevaccineerden.” Ook anderen afdelingen hadden te kampen met besmettingen.
Droevig
De dood waarde bijna tastbaar rond in het verzorgingshuis. De sfeer in Anker is daardoor beladen. „De omstandigheden zijn droevig. Het is emotioneel als er zoveel mensen in korte tijd overlijden. Heel pittig. Het laat ons niet onberoerd.”
Tegelijkertijd weet Van Bodegraven dat er veel gebed is. Ook in de kerkelijke gemeenten – van Gereformeerde Bond tot Oud Gereformeerd. „Wij hoeven het niet alleen te doen, maar weten dat God ons kracht geeft. We mogen erop vertrouwen dat Hij ons door deze moeilijke omstandigheden heen helpt. We ervaren ook hulp van boven te krijgen. Er wordt voor ons gezorgd. Tegelijkertijd moeten we alles doen wat in ons vermogen ligt.”
Het Anker heeft drastische maatregelen moeten nemen om het virus in te dammen. „Overleden cliënten moeten zo snel mogelijk het huis uit, omdat we willen voorkomen dat door de komst van nabestaanden te veel bezoekersbewegingen ontstaan, waardoor de kans op verspreiding van het virus toeneemt. Vaak worden mensen enkele uren na hun overlijden al naar andere locaties overgebracht.”
De situatie hakt erin. Bij nabestaanden, bij medebewoners, bij personeelsleden. „Sommige teamleden kunnen afscheid nemen van een overledene, anderen niet. Terwijl ze allen jarenlang zorg hebben gedragen voor deze mensen.” Afscheid nemen in een opbaarruimte is wel mogelijk, maar dat is volgens Van Bodegraven toch heel anders.
De maatregel overledenen snel te over te brengen naar elders verhoudt zich ook niet met de reformatorische visie van de instelling. „We willen er juist voor mensen zijn, troost bieden, steun en meeleven.”
Ziekte personeel
Ook onder de 230 parttimers waart het virus rond. Zo’n 10 procent – pakweg 25 collega’s– zit thuis. Vaak behoorlijk ziek. „Sommige collega’s kunnen al vijftien tot twintig dagen niet werken. Regelmatig komt iemand na vijf, zes dagen op het werk, maar moet hij of zij zich toch weer ziekmelden.”
De ziekte, de droevige omstandigheden en de hoge werkdruk vragen „heel veel” van het personeel. „Het legt een zware claim op iedereen. Wij proberen de diensten zo goed mogelijk te vervullen. Zoveel mogelijk met eigen mensen.” Anker wil liefst zo min mogelijk uitzendkrachten inhuren.
Alle aandacht gaat uit naar diensten. Teamoverleg en scholing zijn daarom stilgelegd. Veel medewerkers draaien overuren. Ook daar maakt de directeur zich zorgen over. „Ze moeten wel overeind blijven.” Hij heeft niets dan lof voor zijn mensen. „Ze werken keihard en hebben een enorme drive.”
Een oorzaak van het hoge aantal sterfgevallen heeft Van Bodegraven niet een-twee-drie. „Het aantal besmettingen in Neder-Betuwe is hoog, de vaccinatiegraad laag. Ook onder onze bewoners en wellicht het personeel. Maar daar heb ik geen gegevens over.”
Het Anker krijgt veel mensen over de vloer: bezoekers, medewerkers en vrijwilligers. „Het virus kan op allerlei manieren binnenkomen. Je kunt het niet buiten houden.”
Drastisch
Van Bodegraven heeft „geen reden” om aan te nemen dat het personeel besmettingen heeft overgebracht op cliënten. „Wij werken volledig met persoonlijke beschermingsmiddelen: mondkapjes, schorten, brillen en handschoenen.” De zorginstelling is sinds de eerste golf altijd met mondkapjes blijven werken.
Drie weken geleden heeft Zorgcentrum Anker de maatregelen nog drastisch opgeschroefd, waarmee ze strenger zijn dan de landelijke richtlijnen, om het hoge aantal besmettingen in Neder-Betuwe. „We kregen een compliment van de GGD.”
Een complicerende factor is volgens Van Bodegraven dat het Anker ook werkt met dementerende cliënten. „Zij snappen de maatregel van de anderhalve meter niet, begrijpen niet waarom zo’n mondkapje op moet.”
Op de vraag of de directeur zichzelf iets verwijt, blijft het even stil. Dan, nadenkend: „Ik zou het niet direct weten. Elke golf is anders. We hebben rekening gehouden met deze vierde golf, maar dat het zo intens zou zijn, hebben we niet ingeschat. Het overkomt je.”
Weerstand
Deze golf is ook in ander opzicht anders dan eerdere golven. „De weerstand tegen maatregelen neemt toe”, geeft Van Bodegraven aan. „Bezoekers zijn het er sneller niet mee eens.”
Familieleden dringen er regelmatig op aan om onderscheid te maken tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden, waarbij de eersten meer zouden mogen. Vaker en met meer mensen op visite bijvoorbeeld.
Het Anker wil echter geen onderscheid maken. „Gevaccineerden en niet-gevaccineerden zijn beiden overleden aan corona. Wij leven in één huis, we zijn één team. Ook vanuit Bijbels perspectief vinden we dat belangrijk. We zijn er voor iedereen en leveren zorg aan iedereen.”
De zorginstelling stuit daarbij in toenemende mate op onbegrip. „Mensen zijn steeds meer bezig vanuit hun eigen belang, voor de zorg van hun vader of moeder, dan dat ze oog hebben voor anderen.”
Voor jongere, minder ervaren en bescheiden medewerkers, die verbaal minder goed opgewassen zijn tegen deze pleidooien, levert dat spanning op.
Het Anker blijft zich richten op veiligheid. Voor bewoners, voor personeel, voor bezoekers. „Maar niet als politieagent.”