Verzet tegen „indoctrinatie” op scholen VS: het lijkt hier de Sovjet-Unie wel
Moeten Amerikaanse ouders die zich fel uitspreken tegen de „indoctrinatie” van hun kinderen op school bang zijn dat ze justitie achter zich aan krijgen? Volgens minister van Justitie Merrick Garland niet, maar hij weet de zorgen rond zijn nieuwe beleid niet weg te nemen.
De National School Board Association (NSBA), de nationale koepel in de Verenigde Staten van schoolbesturen, sprak eind september in een brief aan de federale regering haar zorg uit over de „agressieve” houding van ouders jegens schoolbesturen. De verenigde schoolbesturen vreesden zelfs de „potentiële dreiging van binnenlands terrorisme.”
In de brief stelde de NSBA dat ouders die zich verzetten tegen de identitaire koers van een aantal openbare scholen zich schuldig maakten aan „verbale intimidatie en dreiging met fysiek geweld jegens leerkrachten, directies en schoolbestuurders.” De organisatie vroeg daarom de regering daartegen met concrete maatregelen op te treden.
Voor Merrick Garland, de federale minister van Justitie, was deze brief aanleiding om de FBI enkele dagen later opdracht te geven de dreiging serieus te onderzoeken en gewelddadige acties te voorkomen. Hij verlangde dat politie, justitie en de FBI met schoolbesturen aan tafel zouden gaan om „een adequate aanpak te ontwikkelen waardoor bedreigingen tijdens en verstoringen van schoolvergaderingen en het lesprogramma kunnen worden tegengegaan.”
Staatsopvoeding
De achtergrond van de onrust onder ouders van kinderen die openbare scholen bezoeken is hun zorg over de „indoctrinatie met de Critical Race Theory (CRT) en met de idee van genderemancipatie.” Daardoor worden de leerlingen naar hun oordeel „vergiftigd” met gedachten die haaks staan op hetgeen zij hun kinderen willen meegeven.
De CRT stelt dat het racisme diep doorwerkt in de Amerikaanse maatschappij en cultuur. Zonder dat mensen het doorhebben, denken en handelen ze volgens deze theorie vanuit racistische motieven. De bedenkers van de CRT vinden dat het onderwijs leerlingen bewust moet maken van dit onderhuids racisme. In elke les moet daar aandacht voor zijn. Met name na de moord op George Floyd, in mei 2020, is de aandacht voor de CRT sterk toegenomen. De regering-Biden stimuleert dat ook.
Daarnaast is door de huidige president een nieuwe impuls gegeven aan de emancipatie van transgenders. Al onder president Barack Obama waren er presidentiële decreten uitgevaardigd waardoor onder anderen leerlingen gebruik konden maken van toiletten en douches die pasten bij hun gendervoorkeur. President Donald Trump maakte die presidentiële besluiten weer ongedaan, maar Biden keerde terug naar de lijn van zijn vroegere baas, Obama.
Bovendien is in de achterliggende jaren binnen het onderwijs een krachtige beweging op gang gekomen die ruimte wil bieden aan kinderen om aangesproken te worden naar het geslacht van hun voorkeur. Wil een meisje een jongen zijn of omgekeerd, dan houden leerkrachten daar voor 100 procent rekening mee. En van medeleerlingen wordt verwacht dat ze dit ook doen. Dit kan zelfs gebeuren zonder toestemming of medeweten van de ouders van transgenderkinderen. De opvatting dat kinderen zelf hun geslacht mogen bepalen werkt ook steeds meer door in het lesprogramma en de leerboeken.
De kritiek van ouders is dat de regering met de CRT een vorm van socialisme invoert, waarbij de overheid hen als primaire opvoeders uitschakelt. Die gedachte wordt versterkt door het plan van de regering-Biden om kinderen al vanaf hun derde jaar naar school te laten gaan.
Rebecca Friedrichs, oud-leerkracht aan een openbare school en oprichter van de ouderorganisatie For Kids and Country, zegt: „De plannen van de regering-Biden/Harris klinken heel vriendelijk maar zijn een injectiespuit om onze kinderen te vergiftigen met het socialisme. De regering wil onze kinderen permanent onder haar beheer hebben en ondergraaft daarmee het gezinsleven.”
Potentieel gevaar
Naast de angst voor indoctrinatie met het socialisme zijn vooral witte ouders bezorgd dat hun kinderen een complex wordt aangepraat dat ze als gevolg van hun witte komaf een tirannieke en discriminerende aanleg hebben. „Onze kinderen wordt al op jonge leeftijd geleerd dat ze door hun blanke huidskleur een potentieel gevaar voor anderen zijn. Daardoor kunnen ze blijvende psychische schade oplopen”, zei een bezorgde ouder eind september tijdens een ouderavond op de North Alleghan District School in Pittsburgh.
Ook de grote aandacht voor transgenderemancipatie is voor veel ouders een bron van zorg. „Als men kinderen al op heel jonge leeftijd leert dat ze zelf mogen kiezen of ze jongen of meisje zijn, raken ze volledig gedesoriënteerd”, zegt Friedrichs. „Vooral als ze bijna gedwongen worden voor zichzelf een beslissing te nemen. Geen enkele leerkracht zal expliciet zeggen dat hij dit doet, maar impliciet gebeurt dit wel.”
Ouders in Fairfax Community (Virginia) en in Hudson (Ohio) protesteerden tegen het lesmateriaal dat gebruikt wordt om voorlichting over seksualiteit en seksekeuze te geven. Zij omschreven dat als „pornografie voor kinderen.”
Behalve dat een grote groep ouders bezwaar maakt tegen de inhoud van het lesprogramma, keert deze zich ook tegen de praktische maatregelen, waardoor kinderen gebruik mogen maken van toiletten of douches naar hun gendervoorkeur. Vooral meisjes blijken zich hier erg ongemakkelijk bij te voelen.
De vlam sloeg kort voor de zomervakantie in de pan toen op de Loudon County School (Virginia) een 15-jarig meisje in de douche werd aangerand door een jongen die ervoor had gekozen als meisje door het leven te gaan. Aanvankelijk wilde de directie het voorval stilhouden, maat dat lukte niet omdat de ouders van de leerlinge een klacht indienden.
Op een bijeenkomst met het schoolbestuur probeerde een progressieve activist de vader als leugenaar neer te zetten en daarbij dreigde hij ook de naam van het bedrijf van de vader digitaal te besmeuren. Daarop raakte de vader buiten zinnen en werd vervolgens door de politie in de boeien geslagen. Acht weken na het eerste incident vond een vergelijkbare aanranding plaats op de vlakbij gelegen Broad Run High School.
Sovjet-Unie
De schoolbesturenkoepel NSBA gebruikte het voorbeeld van de woedende vader in Virginia in een toelichting op de brief aan minister Garland van Justitie om potentiële dreiging van binnenlands terrorisme te onderstrepen. Bij doorvragen bleek dat dit een incident was, waar tot nu toe weinig dezelfde van zijn te melden.
Dat neemt niet weg dat het verzet tegen het beleid op openbare scholen breder leeft. Volgens Baptist News zijn er in de VS 165 groepen die in het geweer komen. Sommige zijn zeer lokaal; andere, zoals de organisatie Citizens for Renewing America, hebben een landelijk bereik en kunnen terugvallen op een staf van professionals.
Deze organisaties vinden vooral hun aanhang binnen Republikeinse kringen; niet zelden zijn het aanhangers van Trump. Onder hen zijn ook militante ouders, die bijvoorbeeld eisen dat leerkrachten een bodycam dragen zodat zij op elk gewenst moment van de schooldag kunnen horen en zien wat hun kinderen wordt onderwezen.
Ook binnen de politiek is verzet, met name van de zijde van de Republikeinen. Zij hebben harde kritiek op de koers die Garland heeft ingezet. Eric Schmitt, Republikein en minister van Justitie in de staat Missouri, spreekt van „het met dwang het zwijgen opleggen aan ouders die het goede voor hun kinderen zoeken.”
Victoria Spartz, Republikeins lid van het Huis van Afgevaardigden voor de staat Indiana, zegt: „Als iemand die is geboren in de voormalige Sovjet-Unie ben ik zeer geschokt nu het ministerie van Justitie wordt gebruikt als politiek instrument om mensen het zwijgen op te leggen.”
Vanwege de brief van de NSBA heeft de besturenkoepel van de staat Pennsylvania met 4500 aangesloten schoolbesturen zich afgescheiden van de landelijke organisatie. Daarnaast kiest een groeiende groep ouders voor particulier onderwijs. „Maar dat is met name voor de lagere inkomensklasse geen optie”, zegt Friedrichs. „Zij kunnen dat onderwijs niet betalen en zijn dus overgeleverd aan de macht van de overheid.”
De commotie over het schrijven van eind september is voor de NSBA aanleiding geweest om terug te komen op de klacht dat er sprake is van een terroristische dreiging. „Dat was onterecht”, stellen de landelijke bestuurders nu.
Polariserend
Garland is echter nog niet zo ver. Vorige week verdedigde hij zijn beleidslijn in de Senaat. De kritiek op hem was niet mals. Senator Chuck Grassley uit Iowa, de hoogste Republikein in de commissie voor de rechterlijke macht, vertelde Garland dat hij zijn memo moet intrekken, mede omdat de NSBA zich inmiddels verontschuldigd had.
Grassley noemde de richtlijn van de minister „extreem polariserend.” Hij stelde dat de bepalingen ouders ervan zouden kunnen weerhouden om zich tijdens vergaderingen van schoolbesturen uit te spreken uit angst voor een mogelijke reactie van de federale wetshandhaving.
Garland bleef bij zijn punt. Hij vertelde de Republikeinen dat de memo gericht was op bedreigingen tegen ambtenaren. „Op geen enkele wijze willen we ouders het recht ontnemen om een pittig debat te voeren met schoolbesturen over de inhoud van het onderwijs.” Friedrichs is daar niet van overtuigd. „De regering-Biden staat voor een progressieve koers, noemt zich democratisch maar voert haar beleid door op een manier die totalitaire trekjes heeft.”