Zondagavond overleed op 79-jarige leeftijd Bas van der Vlies, van 1981 tot 2010 Tweede Kamerlid voor de SGP. Een markant, amicaal en ernstig man met een afhankelijk leven.
In 2006 kreeg Van der Vlies de vraag voorgelegd wat de kern van zijn boodschap zou zijn in het geval dat hij afscheid moest nemen van de politiek en het volk twee minuten mocht toespreken. „Ik heb vaak Psalm 32 op de lippen in de berijming van 1773: „Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen”, maar -en dat volgt er in één adem op- „die op Hem vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd van Zijn weldadigheden.””
Daarmee typeerde Van der Vlies zichzelf op een rake manier. De eer van God woog hem zwaar. Dat was ook te merken toen in 2008 een dagboek van hem verscheen. Hij wilde daar op geen enkele manier mee scoren: „Een dagboek! Jongen, wie bedoel je er nu eigenlijk mee? Het gaat niet om jou, het gaat om de eer van God.” Hoogmoed is zijn zwakte, zo zei hij bij zijn 25-jarig jubileum als Kamerlid: „Alles wat je doet, moet zijn tot Gods eer. En alles wat uit het geloof niet is, is zonde. Dat maakt het leven ernstig.”
Wiskundeleraar
Voor Van der Vlies in de Tweede Kamer kwam, had hij vanaf 1971 de nodige politieke ervaring opgedaan in de Provinciale Staten van Utrecht. In het dagelijks leven was hij toen wiskundeleraar en conrector van het College Blaucapel in Utrecht. In 1971 was Van der Vlies ook betrokken bij de oprichting van het RD. Daarna was hij vele jaren lid van de Stichting Reformatorisch Publicatie en van de Raad van Bestuur van de krant.
De liefde voor het onderwijs bleef ook toen de ingenieur -die in Delft studeerde en actief was in studentenvereniging CSFR- in de Kamerbankjes plaatsnam. Van der Vlies was een gewaardeerd lid van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs met een grote dossierkennis. Ook op het gebied van Landbouw en Volksgezondheid deed hij van zich spreken.
Af en toe kon hij heilig verontwaardigd reageren op thema’s die hem na aan het hart lagen. Diep geschokt was de SGP’er toen minister Borst van Volksgezondheid in 2002 net voor Pasen de woorden van de Heere Jezus „Het is volbracht”, betrok op de verruimde medisch-ethische wetgeving. Borst bood in een persoonlijk gesprek en in het openbaar haar excuses aan.
Een jaar later was hij geraakt door een opmerking van LNV-minister Brinkhorst over genetische manipulatie bij dieren: „Als God het zou kunnen zien, zou Hij de eerste koe niet meer kunnen herkennen in het prachtige Friese fokvee.” Een gesprek in de wandelgangen was nodig om de verhoudingen te normaliseren.
Ooit sloeg hij met zijn vuist op tafel vanwege het tekort aan opvangplekken voor mensen met een handicap. Maar ook over luchtiger onderwerpen deed Van der Vlies van zich spreken. De SGP-voorman was altijd in het donker gekleed -inclusief stropdas. Daarom vond hij het maar niets dat zijn collega’s soms in „campingkleren” naar de Tweede Kamer kwamen.
Humor
Hij bezat ook een gezonde dosis humor. Toen Van der Vlies in 2010 afscheid nam van de Kamer zei toenmalig ChristenUnie-fractievoorzitter Slob: „Met het afscheid van Van der Vlies verdwijnt een markant politicus. Bas is een warm mens, humoristisch en vriendelijk. Hij heeft van die onderkoelde humor. Let maar eens op zijn oogjes.”
In de jaren dat Van der Vlies in de Kamer zat, waren er naar zijn bescheiden mening niet zoveel hoogtepunten. Als hem daarnaar werd gevraagd, noemde hij steevast de verkiezingen van 1998. In dat jaar kreeg de SGP weer drie zetels en kwam Kees van der Staaij in het parlement: „Dat was een wonder.”
Verder ervoer hij het als bijzonder wanneer de bijdragen van de SGP beslag legden bij mede-Kamerleden: „Dat gebeurde onder meer bij een debat over de varkenspest. Ik sprak toen over een gesel die ons land ten goede wil tuchtigen.”
Ouderling
Bastiaan Johannis van der Vlies zag het levenslicht op 29 juni in 1942 in Sliedrecht. Zijn vader was onderwijzer op een School met de Bijbel. Na zijn huwelijk met Willy Coster, dat werd gezegend met vijf kinderen, vond het gezin Van der Vlies kerkelijk onderdak in de Nederlandse Hervormde kerk van Maartensdijk. Vele jaren was Van der Vlies daar ouderling. In 2004 ging de gemeente over naar de Hersteld Hervormde Kerk. Ook na zijn pensionering bekleedde hij diverse (kerkelijke) functies.
Dan wil je je hart wel eens uitstorten voor God en je vastklemmen aan Hem. Ja, dan bid ik met de pet op.
In 2016 kreeg Van der Vlies ernstige gezondheidsprobleem. Hij kreeg een nieuwe hartklep en daarna openbaarde zich darmkanker. Kortgeleden kwam de gevreesde ziekte terug. Zondagavond overleed hij in een ziekenhuis te Utrecht.
Van tijd tot tijd vertelde Van der Vlies over zijn persoonlijk geloofsleven. Een Saulus-bekering maakte hij niet mee, maar hij vertelde wel over „kennelijke bemoeienis van God” in zijn leven. Zo maakte de Heere hem met een Bijbeltekst uit Ezechiël bereid en gereed om plaats te nemen op een verkiesbare plaats voor de Tweede Kamer. Het tekent zijn bescheidenheid dat hij daarmee pas naar buiten kwam na zijn hij afscheid van de Kamer.
De SGP’er vertelde dat hij tijdens zijn werk in de Kamer veel bad met de pet op. „Het gebed is iets voor regelmatige tijden. Maar tijdens het werk zijn er veel momenten dat je zoekt naar goede woorden en de juiste wijze van handelen. Dan wil je je hart wel eens uitstorten voor God en je vastklemmen aan Hem. Ja, dan bid ik met de pet op.” Maar Van der Vlies waakte ervoor dat hij te boek zou staan als een gearriveerd christen: „Ik heb een ontzettende hekel aan dat gearriveerde.”
Toch getuigde hij soms met vrijmoedigheid over de toekomst die hem wachtte. Bijvoorbeeld op de receptie toen hij 25 jaar in de Tweede Kamer zat. In een slottoespraak waarbij het in de zaal steeds stiller werd, wees hij erop dat het niet om de SGP gaat en al helemaal niet om hem. Hij haalde Psalm 115 aan: „Niet ons, o Heere, niet ons, maar Uwen naam geef eere.” Na het werk op het Binnenhof komt er „een gewichtvoller ogenblik” voorbij de horizon: „Dat is pas perspectief. Mijn beste tijd komt nog.”