Strijden voor het leven op een plek waar de dood dreigt
Hun harten huilen als ze vrouwen de Utrechtse abortuskliniek zien binnengaan. Voor de wakers van KiesLeven went die aanblik nooit. „Met kindje gaan de vrouwen naar binnen. Zonder kindje komen ze weer naar buiten. Aangrijpend.”
Een opgestoken middelvinger, een automobilist die een stapel A4’tjes overhandigt met daarop de tekst ”Abortus is een mensenrecht”, voorbijgangers die doen alsof de wakers lucht zijn. Dat het waken bij de abortuskliniek Het Vrelinghuis in Utrecht niet altijd makkelijk is, is een understatement. Toch nemen Chris (57), Corine (59), Jantine (62) en Martien (59) deze maandagmorgen in november hun plaats weer in. Iedere eerste maandag en derde donderdag van de maand zijn de vier wakers van KiesLeven, de groep vrijwilligers die recent voortkwam uit Schreeuw om Leven, present op de laad- en losplek aan de Biltstraat, zo’n 100 meter verwijderd van de abortuskliniek. Om te waken, te bidden, vrouwen aan te moedigen het leven dat ze bij zich dragen te beschermen.
Eigenlijk zouden ze liever dichter bij de kliniek staan. Maar sinds corona mag dat niet meer. „De 1,5 meter zou niet gegarandeerd kunnen worden als wij op de stoep voor de ingang staan”, legt Jantine uit. „Heel jammer. Want op de plek waar we nu staan kunnen we enkel de vrouwen zien aankomen die vanaf de rechterkant de kliniek naderen. De rest helaas niet meer.”
Nadat Corine en Martien een demonstratievlag met daarop de tekst ”Elk leven is beschermwaardig” hebben vastgebonden aan twee paaltjes, parkeert Jantine haar fiets in de rekken om de hoek van de Biltstraat. Ze zet een lichtbruine pop –wit-blauw mutsje, gebreid truitje– in het kinderstoeltje. Zorgvuldig plaatst ze een wit bordje met de tekst ”Love me” onder de plastic handjes van het stuk kinderspeelgoed. „Onlangs is die pop de reden geweest dat een vrouw ervoor koos om haar kindje te houden”, legt de waakster uit. „Toen ze de pop zag, wist ze dat ze het baby’tje dat ze bij zich droeg, niet kon laten aborteren.” Sindsdien zet de zestiger regelmatig de fiets met de pop om de hoek neer. „Wie weet, brengt het nog een keer een vrouw tot inkeer. Dat wonder kan gebeuren.”
Terwijl auto’s en stadsbussen op de driebaansweg voor de kliniek voor het nodige rumoer zorgen, gaat Chris voor in gebed. Hij vraagt om ontferming en bewogenheid. Voor het leven in de moederschoot, voor de vrouwen die het dragen, maar ook voor de artsen die de levens van de baby’s beëindigen.
Verbouwereerd
Iets over achten passeert een jong stel. Hij weggedoken in de kraag van zijn donkergroene jas; zij met een knalroze rugzak over haar schouder. „Willen jullie een folder aannemen over ons werk?” vraagt Jantine. Geen reactie. De waakster schakelt over naar het Engels. „We have a little present for you”, zegt ze terwijl ze een pakje met daarin een presentje naar voren steekt. Geen interesse. „We kunnen helpen”, probeert Corine nog. Maar het stel is al buiten gehoorsafstand. Helaas, verzuchten beide waaksters. „Maar wie weet wat het nog uitricht. Misschien denkt ze er in de wacht- of behandelkamer nog aan terug en komt ze tot inkeer. Voor God is dat niet te wonderlijk.”
De waaksters zijn nog maar goed een halfuur op hun post, als een zwarte Mazda voor het viertal stopt. Het raampje gaat open en een jongeman overhandigt Jantine een handvol A4’tjes. ”Abortus is een mensenrecht”, knalt de kop van het eerste papier af. Stevig trekt de auto op en weg is hij. Verbouwereerd staart Jantine naar de bundel papier in haar handen. „Hier, lees maar”, zegt ze terwijl ze de vellen aan Chris overhandigt.
Geschrokken zijn de wakers niet echt. Ze zijn wel meer gewend. Scheldwoorden, opgestoken middelvingers, een trap tegen het tafeltje met voorlichtingsmateriaal: het komt allemaal voor. „Ik dacht eigenlijk dat die man agressief zou worden”, zegt Corine. „Dat was gelukkig niet zo. Boos word ik hier niet van. Ik heb vooral medelijden met hem.”
Opoefiets
Een zwarte Audi –kenteken uit Litouwen– rijdt stapvoets voorbij. „Die zet zijn meisje af bij de kliniek en gaat daarna parkeren”, vermoedt Jantine. „Omdat je in Nederland tot 24 weken een abortus kunt doen, komen hier zwangere vrouwen uit diverse landen”, legt de waakster uit. Op haar wenk om het raampje open te doen, krijgt ze geen respons. En als ze een paar minuten later een foldertje probeert uit te delen aan een meisje, wordt ze eveneens genegeerd. „Jammer”, verzuchten de waaksters. Gespannen volgt Jantine het figuurtje in de zwart-wit geblokte jas. „Ze gaat de kliniek in, dat dacht ik al wel.”
Hoewel het merendeel van de mensen die de waaksters aanspreken geen respons geeft, zijn er ook positieve reacties. Zo stopt rond tien uur een jonge knul op een zwarte opoefiets. „Gaat dit om abortus?” wil hij weten. „Erg hè, dat dat gebeurt.” Nee, een folder hoeft hij niet. „Ik ken de Bijbel al”, roept hij terwijl hij de trappers van zijn fiets weer in beweging zet. „Mooi, zo’n ontmoeting”, zegt Corine. „Dat bemoedigt.”
Want bemoediging hebben de wakers nodig. Alle vier erkennen ze dat het werk zwaar is. „De nacht voor een wake slaap ik meestal slecht”, zegt Corine. „Ik zie er vaak tegenop om te gaan. Maar laten afweten, is geen optie. Het is mijn gebed dat vrouwen door onze aanwezigheid aan het denken worden gezet.”
Er is geen kwetsbaarder leven dan dat van het ongeboren kind, benadrukt Chris. „Abortus wordt vaak gezien als een maatschappelijk vraagstuk. En dat is het ook. Maar wat bovenaan moet staat, is dat het hier gaat om schepselen van God. Daarom bid ik steeds als ik een vrouw naar de kliniek zie gaan of God haar ogen wil openen voor het unieke van het leven dat ze bij zich draagt.”
Doopdienst
Het in contact komen met vrouwen is vaak lastig, vertelt Corine, nadat een jonge vrouw het aanbod van een folder heeft afgeslagen. „Maar soms ontstaat er een gesprek en bijna elke wake delen we een Bijbel uit.” Jantine: „Regelmatig maken we mee dat een moeder kiest voor haar kindje. Zo waren we recent aanwezig bij een doopdienst van een klein gered meisje. Met haar moeder zijn we hier, op de stoep voor de kliniek, in contact gekomen. Zoiets verwondert.” Vrouwen die aankloppen voor hulp kunnen in contact worden gebracht met een vrijwillige hulpverleenster van KiesLeven, zegt de waakster. „Maar niet iedereen heeft hulp nodig. Het blijft vaak bij een gesprek op straat of bij het meegeven van een folder en een Bijbel. Wat dat uitwerkt, weten wij niet.”
Rond halfelf steekt een fietser zijn middelvinger op. Het viertal reageert niet. De wake is voor hen bijna voorbij. Op de valreep spreken de dames nog een jonge vrouw. Ze wil informatie over hoe een abortus gaat, want haar vriendin staat voor deze keuze. Blij met een paar foldertjes, een presentje in folie en een Bijbel vervolgt ze haar weg.
Hun taak voor vanmorgen zit er voor Chris, Corine, Jantine en Martien weer op. Over twee weken zijn ze weer present om hun boodschap voor het leven uit te dragen. Op hoop van zegen.
Op hun verzoek zijn de namen van Corine en Jantine gefingeerd