„Openheid over homoseksualiteit behoedt voor verkeerde wegen”
Zelf miste ze de openheid voor een gesprek over homoseksualiteit. „Internet wist daar wel raad mee. En dat is funest”, zegt Anke (26). Ze begon de werkgroep Struggel, die een luisterend oor wil bieden aan mensen met homoseksuele gevoelens én hun omgeving wil toerusten.
Leden van de werkgroep –ervaringsdeskundigen– treden alleen met hun voornaam naar buiten, maakt Anke aan het begin van het gesprek duidelijk. „Homoseksualiteit is een kwetsbaar onderwerp”, legt ze uit. Zelf weet ze er alles van. Aan wie moet ik dit vertellen, vroeg ze zich af nadat ze ontdekte dat ze zowel op mannen als op vrouwen valt. „Dat is mijn struggle, mijn worsteling, geweest. Vandaar de naam van de werkgroep: bijna iedereen met homoseksuele gevoelens ervaart hoe ingewikkeld dit is.”
Helaas, zegt ze, is openlijk uit de kast komen „niet echt gemeengoed in reformatorische kring.” Statistisch gezien telt elke klas één scholier die niet hetero is. „Dat betekent dat er nog steeds heel veel mensen onder de radar zitten.”
Het gesprek heeft ze zelf erg gemist toen ze hier zo’n tien jaar terug mee rondliep. „Reformatorische kerken weten niet altijd raad met homoseksualiteit. Terwijl het zo belangrijk is om in ieder geval íémand in vertrouwen te kunnen nemen.” Dat is ook een doel van de werkgroep. „Als een jongere of oudere –al dan niet anoniem– aanklopt, bespreken we wie uit zijn sociale netwerk hij over die gevoelens kan en wil vertellen.”
Eén persoon
„Al is er maar één persoon die je erop wijst dat God altijd voor je klaarstaat. Hij biedt Zich aan als Bruidegom. Zo’n teer beeld! Natuurlijk is dat heel anders dan iemand die naast je op de bank zit en je een knuffel geeft. Toch wil Hij een geestelijke relatie aangaan, die meer biedt dan een aardse relatie. Daarin vraagt Hij van zowel homo’s als hetero’s volledige overgave en reinheid.”
Haar eigen ervaring is dat er in de kerk, op school en in het gezin „helemaal niet” werd gesproken over homoseksualiteit. „Ik had überhaupt nog nooit van die term gehoord. Ik had ook geen mentor, jv-leider of zus die liet weten dat ik bij hem of haar terechtkon met een geheim waar ik met niemand over durfde te praten.”
En dus ging ze zelf op zoek, online. „Daar wordt verkondigd dat alles kan en mag. Ik had geen identificatiefiguur die ook op vrouwen viel, of –zoals in mijn geval– op mannen én vrouwen.” Juist dat maakt volgens haar dat christelijke jongeren er sneller voor kiezen hun gevoelens te praktiseren. „Internet juicht alles toe. Op een gegeven moment voelde ik me ook vooral verbonden met die boodschap.”
Tegenover haar omgeving zweeg ze lange tijd over haar gevoelens. „Ik dacht: dit mag niet, dus hield ik het voor mezelf. In die tijd heb ik ook wegen bewandeld waarmee ik God verdriet heb gedaan. Dat is verkeerd geweest”, zegt ze daar nu over, zonder in detail te willen treden.
Open kaart
De eerste tegenover wie ze open kaart speelde, was een goede vriend met wie ze later samen Struggel zou beginnen. Inmiddels bestaat hun werkgroep uit vier mensen die homoseksuele gevoelens hebben. De groep zoekt nog versterking van een vader, moeder of docent die in het gezin of op school met het onderwerp te maken heeft.
Struggel wil er zijn voor mensen die ontdekken dat ze gevoelens hebben voor hetzelfde geslacht. Maar ook voor bijvoorbeeld ambtsdragers en docenten die willen weten hoe je een goed gesprek kunt voeren met een gemeentelid of leerling die homoseksueel is.
Welke adviezen geven jullie hen?
„Eerst luisteren. En vooral niet gelijk met een theologische visie aankomen. Iemand die in de kerk is opgegroeid weet immers allang dat een relatie met iemand van hetzelfde geslacht niet Gods goedkeuring heeft.
Bedenk ook dat het echt niet klaar is nadat je iemand één keer gesproken hebt. Die week erna worstelt diegene nog steeds, een maand later ook en een jaar erna nog. Blijf dus een leven lang betrokkenheid tonen. Daar loop ik zelf wel tegen aan: dan heb ik iemand over mijn gerichtheid verteld en vervolgens gaat het er nooit meer over. Dan denk ik: jullie zijn getrouwd en krijgen kinderen, daar vraag ik toch ook naar?”
Mensen kunnen schrikken als een bekende uit de kast komt. Wat is een goede manier om te reageren?
„Zeg dat het goed is dat hij of zij dit deelt. Vraag bijvoorbeeld waarom iemand het jou vertelt en wat diegene fijn vindt dat je doet. Je kunt ook aangeven dat je erover na wilt denken en er liever later op terugkomt omdat het verhaal je overrompelt.”
Waarom vind je het zo belangrijk om dan niet direct te bespreken wat de Bijbel zegt over homoseksuele relaties?
„Omdat iemand met een homoseksuele gerichtheid dat al weet. Probeer hem of haar vooral te leren kennen. Je zou kunnen vragen of hij erover nagedacht heeft hoe de toekomst eruitziet. Probeer mild te zijn als iemand gelooft dat je wél een relatie kunt aangaan met iemand van hetzelfde geslacht. Luister ook dan en vraag bijvoorbeeld: Waarom denk je dat? Hoe ben je daartoe gekomen?
Soms voelt iemand met homoseksuele gevoelens zich door niemand begrepen en ervaart hij in de kerk totaal geen ruimte voor zijn verhaal. Dan begrijp ik wel dat je er klaar mee bent en gewoon een relatie begint – al dan niet in het geheim.
Uiteindelijk moeten we ook niet als mensen een oordeel vellen. Als het aan de orde komt, spreek dan het Woord na. Dát heeft gezag. Niet: Ik vind, of: De kerk vindt, of: Je weet dat in onze gemeente…”
Struggel maakt onderdeel uit van Bijbels Beraad M/V. Waarom heeft de werkgroep zich bij die stichting aangesloten?
„Haar doelen zijn dezelfde als die van ons. Bijbels Beraad staat het huwelijk tussen man en vrouw voor en is bovendien interkerke- lijk. Daarbij fungeert de stichting als spreekbuis en staan wij klaar voor de doelgroep.”
Bijbels Beraad krijgt geregeld kritiek dat de pastorale toon en aandacht in zijn boodschap ontbreken. De werkgroep benadrukt juist het belang van een luisterend oor en waarschuwt om niet gelijk met een standpunt aan te komen. Moet dat die lacune vervullen?
„Dat is niet de bedoeling. Het bestuur en de visiegroep van Bijbels Beraad bestaan uit predikanten en voorgangers die, als het goed is, allemaal de wil en de kunde hebben om priesterlijk pastoraat te verlenen. Tegelijk wil ik me inzetten voor Struggel omdat ik weet dat uit verlegenheid met het onderwerp er soms te zwart-wit standpunten worden neergezet die wel waar zijn, maar waardoor sommige lezers het idee hebben dat de pastorale toon verminderd aanwezig is. Dan is het helpend als je daar als ervaringsdeskundige op kunt wijzen. Maar wij zijn er niet om Bijbels Beraad aan te vullen, al mogen we de stichting altijd feedback geven.”
Heeft Bijbels Beraad wat jou betreft dan genoeg aandacht voor pastoraat?
„Bijbels Beraad houdt zich bezig met de bezinning op homoseksualiteit, transgenderisme, huwelijk en gezin. Wij zijn er voor het contact met de doelgroep. In een artikel is het best lastig om de juiste toon aan te slaan. Er staat altijd wel iets in wat minder zorgvuldig is geformuleerd. Maar ik denk dat de opiniebijdragen van de stichting niets afdoen aan de pastorale bewogenheid. En als ik één op één met de schrijvers spreek, ervaar ik veel liefde. Mijn ervaring is dat een publicatie van de stichting nooit kwetsend is bedoeld.
Tegelijk vind ik dat het pastoraat in re- formatorische kring veel aandacht en zorgvuldigheid verdient. Dus laten we de kwetsbare positie van mensen met een homo- seksuele gerichtheid niet uit het oog verliezen.”
In hoeverre heeft Struggel al contact gehad met de doelgroep, sinds de start in oktober vorig jaar?
„We hebben nog niet eerder de publiciteit gezocht, dus het loopt nog niet storm. Wel zijn we inmiddels op twee middelbare scholen geweest en in twee kerken. Via de mail is een handjevol pastorale vragen binnengekomen. We zitten dus nog in de beginfase.”
Als het zo lastig is om uit de kast te komen, waarom doorbreken jullie dan zelf dat taboe niet door onder je volledige naam naar buiten te treden?
„We willen niet dat onze naam direct gekoppeld wordt aan onze gerichtheid. Daarbij is het onderwerp niet eenvoudig. We werken eraan dat homoseksualiteit een normaler gespreksonderwerp wordt, maar dat kost tijd. Er moet eerst meer openheid komen voordat ik zelf meer openheid kan geven. Nu ervaar ik te weinig ruimte om mijn verhaal wereldkundig te maken. Daar is het de tijd niet voor. Wel hoop ik dat die tijd gaat komen. Juist daarom wil ik mensen die hiermee worstelen helpen, ook vanuit de anonimiteit.”
De volledige naam van Anke is bij de redactie bekend.