In Colombia helpt soms humor nog tegen stelen
Als politicus in Colombia kom je meestal wel weg met het roven van overheidsgeld. Totdat Colombiaanse twitteraars je achternaam in een nieuw werkwoord voor ”stelen” veranderen.
Magisch realisme is het eufemisme waarmee de veelal absurde en cynische werkelijkheid van Colombia vaak vergoelijkend omschreven wordt. Tragikomisch realisme zou misschien een betere term zijn. Want de geschiedenis van nepotisme en straffeloze corruptie herhaalt zich zo vaak, dat de Colombianen zich alleen nog op hun gevoel voor humor kunnen beroepen.
En soms blijkt die humor nog een effectieve remedie ook, zo bleek bij het meest recente corruptieschandaal. Eind december won een partij van vier bedrijven een contract van het Colombiaanse ministerie van Informatie Technologie en Communicatie (TIC) voor de aanleg van internetverbindingen op 7000 scholen in Colombia’s meest afgelegen gebieden.
Dat van de vier bedrijven slechts één ervaring had met informatietechnologie (de overige drie waren bouwbedrijven), en dat een van de betrokkenen voor hetzelfde ministerie werkte, vormde geen belemmering om het contract te gunnen. En zo maakte de minister in kwestie, Karen Abudinen, zonder verdere omhaal een voorschot van 70 miljard peso (zo’n 17 miljoen euro) over naar de winnende partij.
De bom barstte acht maanden later: niet alleen was nog niet één school op internet aangesloten, ook bleek het grootste deel van de buit naar het buitenland te zijn gesluisd. En tot overmaat van ramp bleken ook nog eens de documenten van de bank die garant zou staan, te zijn vervalst.
Deze schaamteloze roof van overheidsgeld volgt het klassieke Colombiaanse patroon: een partij bevriend met de politieke klasse wint een contract waarmee miljarden peso’s gemoeid zijn, sluist een deel van het geld weg naar de Bahama’s, en voert het project vervolgens niet of nauwelijks uit.
Komt de roof aan het licht, dan leidt dat zelden tot echte consequenties voor de schuldigen. Zo leek Abudinen aanvankelijk nog weg te komen met het schandaal. In plaats van berouw te tonen, wierp ze zich tijdens haar verdediging voor het congres zelfs op als slachtoffer van de „corrupten”, die haar sancties zouden „vrezen.”
Maar daarmee had ze buiten de macht van internet gerekend. Daags na haar verdediging begonnen twitteraars spottende berichten de wereld in te sturen waarin ze het woord ”roven” vervingen door ”abudinear”, verwijzend naar de achternaam van de minister. De grap ging viraal toen een zekere gebruiker de Spaanse Koninklijke Academie voor Taal vroeg of het ging om een nieuw synoniem voor ”roven”.
De Academie antwoordde bevestigend.
De minister zelf, aan wie het aan enig gevoel voor humor ontbreekt, gooide olie op het vuur door de Academie op Twitter te verwijten dat haar naam door het slijk werd gehaald. Twitter ontplofte met memes en berichten die nog meer de spot met haar dreven.
Een dag later kondigde Abudinen –onder druk van de regering– haar aftreden aan. Maar het nieuwe synoniem voor stelen blijft nog even.