De Nederlandsche Bank wil ingrijpen in vast contract
Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) vindt dat de voorwaarden die bij een vast contract horen, moeten worden versoberd. Daarmee moet het verschil tussen flex en vast minder groot worden. Zo wil DNB de tijd dat loon wordt doorbetaald bij ziekte verkorten. Ook zou de zelfstandigenaftrek geleidelijk moeten worden afgebouwd en moeten algemene fiscale subsidies voor ondernemers op de schop. Minder ongelijkheid tussen vast en flex leidt volgens DNB tot een betere doorstroom van flexibele naar vaste banen.
DNB reageert op het arbeidsmarktadvies van de Sociaal Economische Raad (SER) van eerder dit jaar, waarin onder meer stond dat het minimumloon omhoog moet, nulurencontracten moeten worden afgeschaft en tijdelijke contracten maximaal drie jaar mogen duren. DNB maakt ook deel uit van de SER en stemde in met het advies. Maar volgens de DNB is er in de toekomst meer nodig.
Volgens DNB laat het SER-advies het vaste contract „in grote lijnen ongemoeid”, terwijl bijvoorbeeld het verschil in bescherming tussen werknemers met een vast contract en een flexibel contract te groot is. De zwakkere deelnemers dragen de grootste risico’s, en die worden in hoge mate bepaald door de contractvorm, zegt de toezichthouder.
DNB wil verder dat er niet twee maar een jaar loon wordt doorbetaald bij ziekte. Dat stelde de commissie-Borstlap, die de arbeidsmarkt onderzocht, eerder al voor. Daarmee worden de kosten en risico’s van een vast contract kleiner voor werkgevers, met name in het midden- en kleinbedrijf, en wordt de kans op een vaste baan voor werknemers groter. Na dat jaar moeten verplichtingen voor re-integratie vervallen en werknemers in de WIA komen, de uitkering voor langdurige arbeidsongeschiktheid.
Ook zijn er nog andere punten die voor kleinere verschillen kunnen zorgen, zoals het geleidelijk afbouwen van de zelfstandigenaftrek, waarvoor DNB al langer pleit. Algemene fiscale subsidies voor ondernemers moeten ook op de schop. Volgens DNB profiteren zzp’ers van regelingen die voor alle ondernemers gelden.
DNB benadrukt dat flexibilisering op de loer blijft liggen zolang vaste contracten „potentieel inflexibel, kostbaar en risicovol” blijven. De toezichthouder zegt dat de keuze om het vaste contract aan te passen bij het nieuwe kabinet ligt, in overleg met sociale partners.