„De Bijbel is de stem van de levende God. Bijbellezen mag echter geen doel op zich zijn”, zei dr. P. de Vries, vrijdag in Gouda op de eerste van tien cursusavonden over hermeneutiek.
Dr. De Vries, tot voor kort docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en het Hersteld Hervormd Seminarie, is gevraagd na zijn vertrek door te gaan met theologische toerusting op academisch niveau. Dit heeft geleid tot de oprichting van de stichting Godsvrucht en wetenschap.
De eerste cursus heeft als onderwerp hermeneutiek, de uitleg van de Schrift. In deze cursus wordt de relatie tussen het gezag van de Schrift en de hermeneutiek, die daaraan recht doet, belicht, en komt het karakter van de Bijbel als boek maar voren. Hermeneutiek wordt volgens dr. De Vries beheerst door het zelfgetuigenis van de Schrift.
De cursus heeft geen officiële status, maar kan worden afgesloten met een tentamen en getuigschrift. Vrijdagavond vond de eerste cursusavond plaats in het gebouw van het Hoornbeeckcollege in Gouda.
In de cursus belicht en analyseert dr. De Vries de uitgangspunten achter de uitleg van de Schrift. In dat kader licht hij premoderne, moderne en postmoderne hermeneutische inzichten toe.
Nieuwe hermeneutische inzichten zijn volgens dr. De Vries altijd verbonden met de zienswijze dat wij de Bijbel niet zonder reserve als de stem van de levende God kunnen zien. „Het is altijd de vraag hoe je de Schrift uitlegt. Hermeneutiek heeft een brede betekenis. Welke denkprocessen spelen daarbij?” Dr. De Vries wil niet ontkennen dat er blinde vlekken kunnen zijn in de uitleg van de Schrift.
Als Bijbellezers in overeenstemming met het zelfgetuigenis zo de Schrift lezen en zo naar Gods stem luisteren, is het in principe mogelijk ook echt te verstaan wie God is en wat Hij van ons vraagt, stelde dr. De Vries. Hij noemde het van belang dat de Bijbellezer eerbiedig luistert naar de Schrift, maar ook kritisch naar zichzelf kijkt. „Zonder inzichten uit de kerkgeschiedenis en die laatste tot norm te verheffen lezen we de Schrift wel met de kerk der eeuwen.”
In de cursus zal dr. De Vries ingaan op Schrift en belijdenis. „We zijn niet de eersten die de Schrift lezen. De belijdenis is nodig om de Schrift te verstaan.”
Verder zal de docent aandacht besteden aan de historische betrouwbaarheid van de Schrift en hoe het Oude Testament moet worden gelezen. Een van de vragen daarbij luidt: Is het Nieuwe Testament werkelijk in het Oude verborgen of wordt bij het christologisch lezen van het Oude Testament het Nieuwe Testament terug geprojecteerd op het Oude Testament? „De antwoorden die wij geven op deze vragen zijn beslissend voor de wijze waarop wij het gesprek zoeken met Joden die Jezus niet als de Christus belijden.”
Het Oude Testament mag volgens dr. De Vries nooit van het Nieuwe Testament verzelfstandigd worden. „Samen zijn ze norm en bron van het christelijk geloof”, aldus dr. De Vries. „Alleen wie van de inspiratie en eenheid van de Schrift uitgaat, kan werkelijk de meest fundamentele regel van Schriftuitleg hanteren en dat is Schrift met Schrift vergelijken.”
Dat betekent niet dat er geen vrijheid zou zijn van exegese, zei de docent vrijdagavond. „Echter, exegese die strijdig is met de kernboodschap van de Schrift -de boodschap dat de drie-enige God de God is van volkomen zaligheid- kan nooit de juiste zijn."
De principiële stellingname van dr. De Vries achter de cursus is dat de Bijbel de levende stem van God is, die ons vraagt om geloof en gehoorzaamheid.