Hoe de cocaïnemaffia zich steeds driester manifesteert
De cocaïnemaffia manifesteert zich steeds driester in Nederland. Premier Rutte wordt extra beveiligd, omdat de onderwereld het op hem gemunt zou hebben. Hoe is het tij te keren?
De moord op Peter R. de Vries. De aanslagen op personeelsleden van de afgeperste fruitgroothandel De Groot in Hedel. De explosies en brandstichting in de regio Alblasserdam. Al die recente gewelddadigheden houden –hoogstwaarschijnlijk– verband met de cocaïnehandel. De drugsmaffia gaat over lijken.
Nederland groeide afgelopen jaren uit tot een spil in de cocaïnehandel. Zorgen daarover klonken deze week door in de Troonrede en in de Tweede Kamer.
Drugsbaronnen kiezen vooral voor de havens van Rotterdam en Antwerpen om cocaïne vanuit Latijns-Amerika Europa binnen te smokkelen, concludeerde de Europese politiedienst Europol deze maand in een rapport. Om de haverklap ontdekken speurders pakketten coke, bijvoorbeeld tussen ladingen fruit. Zo stuitte de douane in de Rotterdamse haven vorige week in een container hout uit Suriname op 4000 kilo cocaïne. De straatwaarde daarvan zou meer dan 300 miljoen euro zijn. Het is een van de grootste drugsvondsten ooit.
Containers
Het ligt voor de hand dat criminelen vaak hun oog laten vallen op de Rotterdamse haven, zegt dr. Robby Roks. De criminoloog, werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, publiceerde samen met anderen in 2019 een rapport over drugshandel in die haven. „Tussen Latijns-Amerika en Europa liggen als het ware goed onderhouden buslijnen. De haven in Rotterdam heeft prima faciliteiten, ligt dicht bij belangrijke snelwegen en is voor drugscriminelen een van de hoofdingangen van Europa. Dag in dag uit verwerkt de haven enorme hoeveelheden goederen. Opsporingsinstanties kunnen onmogelijk iedere container controleren. Criminelen maken daar handig misbruik van.”
Stapeldol worden de autoriteiten van zogeheten uithalers. Dat zijn (jonge) mannen die bijvoorbeeld het Rotterdamse haventerrein weten binnen te dringen. Al dan niet met hulp van malafide havenarbeiders of corrupte douaniers. De uithalers plukken in opdracht van drugsbendes pakketten cocaïne uit een container en verdienen er fors geld mee. Vorige week stikten negen uithalers bijna in een container in de Rotterdamse haven.
Criminele families
De politie grijpt steeds meer uithalers in de kraag. Dit teller staat dit jaar inmiddels op 325, in heel 2020 ging het om 281 uithalers. Nu komen mannen die ronddolen op het haventerrein er vaak vanaf met een boete van amper 100 euro. Justitie dringt er in politiek Den Haag op aan snel een wet in te voeren om uithalers harder aan te pakken.
Uithalers zullen zich niet zo gauw laten afschrikken door een straf, waarschuwt Roks. „In de drugshandel gaan enorme bedragen om. Criminelen calculeren straffen in. Bovendien verzinnen ze telkens nieuwe manieren op de drugs uit containers te halen. Er is sprake van een kat-en-muisspel met de politie. Als een terrein beter wordt beveiligd, verstoppen ophalers zich achter in een vrachtwagen en komen ze alsnog binnen de hekken.”
Drugsbendes opereren niet alleen in Rotterdam. Alarmerend van toon is een deze maand gepubliceerd rapport over drugscriminaliteit in Utrecht en omgeving. De Domstad speelt een „centrale rol” in de (inter)nationale drugshandel, meldt de gemeente. In totaal zijn in de politieregio Midden-Nederland zo’n 150 criminele samenwerkingsverbanden actief, waar van 50 in de stad Utrecht. Vaak gaat het om families. Het aantal verdachten van handel in harddrugs uit Utrecht steeg van 61 in 2016 naar 130 in 2020.
Drugsbazen
Nederlandse opsporingsinstanties weten sleutelspelers in drugsbendes vaak niet op te sporen, stelt Roks vast. „Voor ons onderzoek naar drugshandel in de Rotterdamse haven bestudeerde ik onder meer elf strafzaken. Dan blijkt dat vaak de loopjongens en ook nog wel de wat hoger geplaatsten binnen een bende worden gepakt. De echte drugsbazen blijven doorgaans buiten schot.”
Vaak ontbreekt het ook aan zicht op het compleet netwerk achter drugstransporten en blijven bijvoorbeeld witwassers en financiers ongemoeid, stelt Roks. „Burgemeester Halsema van Amsterdam zei pas terecht dat het niet alleen gaat om de opgespoorde drugskilo’s. Van belang is ook om in beeld te krijgen hoe de geldstromen lopen binnen een drugsbende en om financiële hoofdrolspelers aan te pakken. Lastig is wel dat zo’n aanpak veel tijd vergt.”
Kroongetuigen
Heet hangijzer is de inzet van kroongetuigen. Dat justitie in zee ging met de criminele spijtoptant Nabil B. leidde tot ongekend bloedvergieten. Vrijwel zeker hebben immers de moorden op Redouan B. (broer van de kroongetuige), Derk Wiersum en Peter R. de Vries (destijds respectievelijk raadsdman en vertrouwensman van de kroongetuige) te maken met de verklaringen die Nabil B. aflegde tegen zijn vroegere kompanen.
Moet justitie kroongetuigen blijven inzetten? Roks: „Ja. In nogal wat grote drugsonderzoeken stuit de politie op een muur van stilzwijgen. Dus is het begrijpelijk dat de recherche in zee gaat met een kroongetuige. Wel moeten de autoriteiten veel meer werk maken van beveiliging van de kroongetuige en bijvoorbeeld diens familie. Op dat punt kan Nederland leren van opsporingstanties in Italië.”
Over de aanpak van de drugsmaffia in Nederland leeft nogal wat onvrede. Zo is het door justitieminister Grapperhaus gelanceerde Multidisciplinair Interventieteam (MIT) menigeen een doorn in het oog. Het MIT, dat in 2023 400 medewerkers moet tellen, is opgericht na de moord in 2019 op advocaat Derk Wiersum. Het MIT moet, in overheidsjargon, „criminele structuren en hun illegale verdienmodellen blootleggen en frustreren.”
Onder meer de Tilburgse criminoloog prof. Cyrille Fijnaut (75) laat geen spaan heel van het MIT. De misdaadkenner fulmineerde vorige week tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer nog dat de nieuwe club veel te los opereert van de landelijke recherche. Die gaan elkaar dan in de wielen rijden, vreest Fijnaut. Ook zou het MIT te veel blijven steken in analyses en te weinig drugscriminelen in de kraag grijpen.
Roks kan zich wel wat voorstellen bij de frustraties van Fijnaut. „Het voelt als een symbolische daad dat Grapperhaus na de moord op Wiersum met dat MIT op de proppen kwam. Probleem is dat het MIT ook goede mensen wegtrekt bij de bestaande recherche en dat leidt tot frictie. Het is belangrijk om zicht te krijgen om criminele netwerken, zoals het MIT wil. Maar die analyses mogen niet vrijblijvend zijn. Je zult drugscriminelen moeten oppakken.”
In NRC Handelsblad stelden leidinggevenden van het MIT dat die nieuwe club de strijd tegen de drugsmaffia „effectiever” maakt. Leidinggevende Monique Mos wees er op dat het mogelijk is „heel effectieve interventies te plegen zonder dat je mensen achter slot en grendel zet. Je kunt zorgen dat criminele organisaties minder goed aan hun geld kunnen komen bijvoorbeeld, waardoor je hun systeem echt verstoort. Dat is soms belangrijker dan alleen Jantje, Pietje of Klaasje oppakken.”
Telefoons
Justitie boekt succes in de strijd tegen de zware misdaad, erkent Roks. Zo heeft de recherche miljoenen versleutelde berichten op telefoons van criminelen kunnen kraken. Mede dankzij die operaties staan bijvoorbeeld de bendes van Ridouan T. (Marengo-proces) en Delano R. (Eris-proces) terecht voor moorden.
Het zal voor justitie een hele toer worden al die miljoenen telefoonberichten daadwerkelijk te verzilveren, waarschuwt Roks. „Het kost een zee van tijd al die onderschepte gesprekken tussen criminelen goed te duiden. De recherche zou een flater slaan als ze wel beslag legt op servers, maar te weinig tijd heeft om op grond van de communicatie daarop criminelen op te pakken.”
Met alleen repressie (zware straffen) neem je de drugsmaffia de wind niet uit de zeilen, beklemtoont Roks. Minstens zo belangrijk is het voorkómen van misdaad. Dus dienen autoriteiten bijvoorbeeld jongeren in achterstandswijken perspectief te bieden op een stage of baan.
Van belang is dat jongeren in achterstandswijken „een moreel kompas” leren gebruiken, zegt Roks. Hij begaf zich voor onderzoek jarenlang onder leden van een Haagse straatbende. Zo sprak Roks met Delano R., hoofdverdachte in een strafzaak rond een reeks liquidaties. „Nogal wat straatjongeren die hand- en spandiensten voor drugscriminelen verrichten, hebben blijkbaar niet meegekregen dat je ook op een legale manier je geld kan verdienen. Het viel mij op dat die jongeren in achterstandswijken in zekere zin verlangen naar mensen die grenzen stellen. „Wij jongens van de straat moeten af en toe voelen dat iets niet kan”, kreeg ik dan te horen. Ze hebben het gevoel dat niemand om hen geeft. Een collega-criminoloog zegt nogal eens: „Deze jongens hebben boosheid met liefde nodig.” Daar ben ik het helemaal mee eens. Zet jonge criminelen op hun plek. Maar corrigeer ze vanuit liefde.”
Bokslessen
De gemeente Utrecht benadrukte deze maand in een rapport over drugscriminaliteit dat het van groot belang is jongeren die dreigen af te glijden een steuntje in de rug te geven. Bijvoorbeeld door hen te helpen aan een „baan met status”, zoals duikinstructeur.
Voeten zegt zeker te begrijpen het belang van preventie in te zien, maar heeft wel zijn bedenkingen bij „allerlei vage projecten die op papier heel aardig klinken. Waarom zou de overheid voor jongeren bokslessen of een rapclubje moeten organiseren? In feite is een dergelijk aanbod enorm badinerend. De autoriteiten gaan er kennelijk vanuit dat jongeren te dom zijn om bijvoorbeeld van andere muziek dan rapmuziek te genieten.”
Essentieel is dat jongeren die pakketjes drugs rondbrengen, stevig worden aangepakt, betoogt Voeten. Dat weerhoudt andere jongeren ervan om het slechte pad te kiezen.
Nederland staat er in het buitenland beroerd op wat betreft de strijd tegen drugsmisdaad, weet Voeten, die tientallen jaren als oorlogsfotograaf rondzwierf over de wereld. „Onlangs sprak ik in Praag urenlang met het hoofd van een narcoticabrigade. Hoofdschuddend verbaasde hij zich erover dat in Nederland zo veel straffeloosheid heerst, de pakkans zo laag is en drugscriminelen er met lage straffen vanaf komen.”
Pillen
Nederland sloot vier decennia de ogen voor de voortwoekerende drugsmaffia, gruwt Voeten. „Vanuit een misplaatst superioriteitsgevoel dacht Nederland het liberale gedoogbeleid aan het buitenland te moeten slijten. Die arrogantie komt als een boemerang terug op de Nederlandse autoriteiten. Nogal wat criminelen die ongestoord softdrugs kunnen leveren aan coffeeshops houden zich ook bezig met handel in harddrugs.”
Het wordt de hoogste tijd dat burgers die uit hun dak gaan met hulp van drugspillen, gaan beseffen dat ze een maffiose drugswereld in stand houden, beklemtoont Voeten. Premier Rutte hield afgelopen week een soortgelijk verhaal. Voeten: „Nog steeds heerst in Nederland het trieste idee dat je alle vrijheid hebt en dat het hip is om drugs te slikken, als een medicatie om jezelf te troosten en te verdoven. Alsof het leven zonder drugs niet draaglijk en interessant is.”