Hoe jonge misdadigers voor paar duizend euro moord plegen
Crimineel Sua, op 31 januari 2015 om 14.14 uur: „Lijpe Snor, we hebben nu iets onder zijn waggie (auto).” Met dat ”iets” doelt Sua op een volgsysteem.
Misdadiger Rami M. (1994) antwoordt Sua: „Wanneer bossen we hem?” (bossen is straattaal voor vermoorden).
Sua: „Wacht tot ik je zeg. Moet wel snel.”
Rami M.: „Ja toch, is goed.”
Later die middag overleggen twee andere mannen, handlangers, over hetzelfde moordcomplot. Youssef O. (1994), om 16.43 uur tegen zijn kompaan Zakaria Z. (1994): „Morgen of overmorgen gaan we hem vegen (vegen is vermoorden).”
Zakaria Z. vraagt zich af of er wel voorverkenningen zijn uitgevoerd en of er een peilbaken onder de auto van het doelwit is geplaatst. „Hoe dan gaan em vege, moet tog weggetjes skennoes (skennoes betekent verkennen). Heb je die ding geplakt dan?”
Youssef O., ongeduldig: „Regel die motro (voertuig). Gaan vandaag. We gaan no skenne.”
Zakaria Z. overlegt met zijn misdadige vriend Kamal O. (1993), die ook deel uitmaakt van het moordeskader. Z. wijst erop dat ze geen sporen moeten achterlaten. „Ik ben onderweg. Morgen of overmorgen die gast vegen. We moeten die motro schoonfixen en die achterlampjes, hij moet ready zijn.”
Bikkelharde strijd
De sinistere gesprekken in 2015 tussen de jonge misdadigers staan opgetekend in het vorig jaar verschenen boek ”Afrekeningen. De onderwereldoorlog op straat en in de rechtszaal” van Parooljournalist Paul Vugts, die zelf moest onderduiken vanwege ernstige bedreigingen uit criminele kringen.
Glashelder is het voor het openbaar ministerie en ook de Amsterdamse rechtbank: de mannen, die zich onbespied waanden, overlegden via hun versleutelde telefoons over een ophanden zijnde liquidatie.
In dit geval was het doelwit crimineel Samir Z., die de bijnaam Taba draagt. Samir Z. figureert in de onderwereldoorlog binnen de zogeheten Mocro Maffia. Dan gaat het om een bikkelharde strijd tussen misdadigers, niet zelden van Marokkaanse komaf. De vete, vermoedelijk ontstaan vanwege een ruzie om een partij drugs, kostte de afgelopen zes jaar al tientallen mensen het leven.
In juni 2016 veroordeelt de Amsterdamse rechtbank vier jongemannen voor de poging om Samir Z. te vermoorden. De rechters leggen de twintigers –Youssef O., Rami M., Zakaria Z. en Kamal O.– celstraffen tussen de acht en de twaalf jaar op. Youssef O. wordt ook veroordeeld voor een andere liquidatiepoging: op Chahid Yakhlaf, op 1 november 2014 in Almere.
Benzine
Het is niet alleen de door de recherche gekraakte communicatie (zie ”Belangrijke opstekers voor justitie”) die de vier jonge misdadigers de das omdoet. Justitie en rechters leunen in deze zaak op veel meer onthullend bewijs.
De recherche krijgt namelijk, voordat de criminelen rond 31 januari 2015 hun slag denken te kunnen slaan, lucht van het liquidatieplan. Op een plein in Eindhoven, in het zicht van familie van onderwereldkopstuk Benaouf A., ontdekt de politie een sportieve BMW 3-serie. De geparkeerde auto wordt geobserveerd en voorzien van afluisterapparatuur. De snelle wagen blijkt vol te liggen met spullen die bedoeld zijn voor een moord. Zware wapens: twee kalasjnikovs en een uzi. Een jerrycan met benzine plus fakkel: daarmee kan de auto na de liquidatie in brand worden gestoken, om zo sporen te wissen.
List
De recherche verzint een opmerkelijke list. De BMW wordt niet weggesleept, maar blijft staan waar hij staat. In het geniep maken politiespecialisten de wapens in de snelle auto onklaar. De benzine in de jerrycan wordt door water vervangen, al doopt de politie de dop in benzine, zodat de jerrycan wel naar brandstof blijft ruiken, schrijft Paul Vugts.
In de nacht van 31 januari op 1 februari 2015 heeft de recherche beet. Rami M. en Kamal O. stappen in de BMW op het plein in het duistere Eindhoven. Hun kompanen Youssef O. en Zakaria Z. nemen daar plaats in een andere auto, een Citroën C3. De vier rijden richting Amsterdam. Wat het moordlustige kwartet niet weet: van grote hoogte volgt een politiehelikopter-met-nachtkijker de twee voertuigen. En op het hoofdbureau van de politie in Amsterdam staan officier van justitie Hetty Hoekstra en de leiders van het rechercheteam op scherp.
Als de misdadigers in hun twee auto’s rond vier uur ’s nachts vanaf de ringweg A10 Amsterdam via afslag S017 de stad inrijden, grijpt de politie in. Een arrestatieteam rijdt de wagens van de jongemannen klem. Ze worden opgepakt. Een van hen, Kamal O., wordt daarbij in zijn bil geschoten.
Ruim een jaar later toont de Amsterdamse rechtbank zich ernstig verontrust over de handel en wandel van de vier twintigers. Het vonnis op 11 mei 2016 tegen een van de veroordeelden meldt: „Het gemak waarmee verdachte zich heeft ingelaten met zware, automatische vuurwapens en plannen die zien op moord, baart de rechtbank zeer grote zorgen. De verdachten zijn zeer berekenend te werk gegaan. Daarbij hebben ze op geen enkele wijze rekening gehouden met het gevaar dat zij creëren voor eenieders leven.”
Hardnekkigheid
Het verhaal van de in 2015 verijdelde liquidatie past in een patroon. De afgelopen jaren deinsden jongemannen, onder meer afkomstig uit Amsterdam en de regio Utrecht, er niet voor terug hun tegenstanders op nietsontziende wijze uit de weg te ruimen.
In de zogeheten ”Hollandse netwerken”, bijvoorbeeld in de entourage van Willem Holleeder, haalden veel misdadigers voorheen nog wel de veertig, vijftig of zestig. Voordat ze werden geliquideerd.
De laatste jaren echter sneuvelen misdadigers uit goeddeels allochtone (vaak Marokkaanse) kringen niet zelden al rond hun twintigste. Daders zijn vaak ook van die leeftijd. Krasser nog: in februari dit jaar werden er twee 18-jarigen aangehouden voor een dubbele moord in Rotterdam. De twee zouden voor een paar duizend euro twee mannen aan de Rhijnauwensingel hebben vermoord.
Angstaanjagend is de hardnekkigheid waarmee de criminelen op hun slachtoffers jagen. Zo was Samir Z., de prooi van de vier in Amsterdam gearresteerde mannen, al meermalen doelwit van moordpogingen. Nog een voorbeeld. Op 1 november 2014 overleefde Chahid Yakhlaf in Almere nog een regen aan op hem afgevuurde kogels. Maar de man werd op een camping in Kerkdriel op oudejaarsavond van 2015 alsnog geliquideerd. Hij werd 27 jaar.
Symbolisch voor de bruutheid van de onderwereldoorlog is de dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam op 29 december 2012. Daarbij werden de Marokkaanse Amsterdammers Youssef Lkhorf (28) en Said el Yazidi (21) doodgeschoten. Zij zouden loopjongens zijn van Benaouf A., hoofdrolspeler binnen de Mocro Maffia. Benaouf A. zelf ontsnapte destijds in de Staatsliedenbuurt aan de dood. Ook twee motoragenten konden zich ternauwernood het vege lijf redden tijdens de wildwestschietpartij.
Bang
In de onderwereld kan praten met de politie je dood betekenen. Kort voordat in 2016 de vier mannen terechtstaan voor de liquidatiepoging, wordt opnieuw een jongeman vermoord. Het is Nabil Amzieb. Leeftijd: 23 jaar. Luguber: het hoofd van het slachtoffer is neergelegd voor waterpijpcafé Fayrouz in Amsterdam. Saillant: de vier waren bevriend met Amzieb.
De vier jongemannen houden de rechtbank voor dat ze geen namen van hun opdrachtgevers zullen noemen. Rami M., zo beschrijft Vugts in zijn boek, herinnert de rechters aan de dood van Nabil Amzieb. „Ik wil niet dat mijn moeder straks een afgehakt hoofd voor de deur ziet. Ik ben zéker bang. Ik zou wel namen willen geven, maar dat kan me de kop kosten. Denk niet dat dit mensen zijn met wie je een potje kunt knikkeren.”
Belangrijke opstekers voor justitie
In de pogingen om het moorden binnen bijvoorbeeld de Mocro Maffia aan te pakken, boekte justitie de achterliggende tijd opmerkelijke successen.
Spectaculair mag je het gerust noemen: een Marokkaanse misdadiger stapt over naar het kamp van de politie. Het landelijk parket van het openbaar ministerie meldde vorige week dat de Utrechtse misdadiger Nabil B. (30) als kroongetuige een reeks verklaringen over liquidaties in Utrecht en Amsterdam heeft afgelegd.
Nabil B., die zelf sinds september 2017 vastzit, wordt onder meer verdacht van betrokkenheid bij een zogenoemde vergismoord op 12 januari 2017, de liquidatie van Hakim Changachi in de Utrechtse wijk Overvecht. Nabil B. meldde zich vorig jaar bij de politie, omdat hij zich bedreigd voelde en in gewetensnood was gekomen, zo meldt althans het OM.
Door de vergismoord op Hakim Changachi was B. zelf in „een onmogelijke positie” gekomen, aldus het OM. Nabil B. was al jaren goed bevriend met de familie van Hakim Changachi, die dus per ongeluk werd omgebracht. „Nabil B. legde na de moord contact met de familie en heeft zich bij de politie gemeld om de waarheid te vertellen”, stelt het OM.
Gewelddadig
De nieuwe kroongetuige wijst de Utrechts-Marokkaanse 40-jarige Ridouan Taghi aan als opdrachtgever van liquidaties. De politie plaatste deze man afgelopen week op de nationale opsporingslijst en looft 25.000 euro uit voor de tip die leidt tot zijn aanhouding. Ook justitie in Marokko jaagt op Taghi. De man staat bekend als uiterst gewelddadig. Taghi ontkent betrokkenheid bij moorden, stelt zijn advocate Inez Weski.
Opvallend is dat de onverschrokken misdaadblogger Martin Kok Ridouan Taghi op zijn site Vlinderscrime in het verleden op de korrel nam, met foto en al. Kok, die zelf jarenlang in de cel zat, is in december 2016 vermoord. Deze week werd een 24-jarige Utrechter in zijn cel aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de moord op Martin Kok. Kennelijk komt de arrestatie mede voort uit de onthullingen van kroongetuige Nabil B.
Versleutelde berichten
Een andere belangrijke opsteker voor justitie, bekend geworden in 2017, is van technische aard. Speurders zijn er in geslaagd miljoenen versleutelde berichten van criminelen te kraken. Die berichten stonden op servers in Canada en waren van het Nederlandse bedrijf Ennetcom.
De recherche wist peperdure, speciale BlackBerrytelefoons open te krijgen. Die telefoons zijn uitgerust met PGP. Die letters staan voor Pretty Good Privacy, wat wil zeggen dat het met de privacy op die telefoon wel goed zit. Criminelen dachten dat ze via de PGP-toestellen ongestoord konden overleggen over bijvoorbeeld moordplannen of drugstransporten.
Nu de politie de onkraakbaar geachte telefoons toch weet open te breken, levert dat een schat aan gedetailleerde informatie op over de handel en wandel van misdadigers. Mede dankzij informatie uit dat telefoonverkeer kwam de politie bijvoorbeeld op het spoor van de drugssmokkel via een Urker viskotter. In die zaak werden afgelopen weken jarenlange celstraffen geëist.
Krielkip met kalasjnikov
Anders dan pakweg twintig jaar geleden zijn leiders van misdaadbendes bereid onervaren criminelen in te schakelen voor een liquidatieklus.
Zo verklaart misdaadjournalist Wouter Laumans, medeauteur van het boek ”Mocro Maffia” (2014), het feit dat moordenaars in de onderwereld tegenwoordig vaak amper de 20 zijn gepasseerd. „Die bazen nemen hun toevlucht tot krielkippen met een kalasjnikov. Die ratelen, zoals iemand doodschieten wordt genoemd, hun doelwit voor een paar duizend euro. Vroeger werd een liquidatie professioneler aangepakt. Er werd bijvoorbeeld een Joegoslavische huurmoordenaar met oorlogservaring ingevlogen.”
Veelzeggend is dat er „veel treetjes van de criminele trap” zijn weggevallen, analyseert Laumans. „Vroeger doorliepen jongens een criminele carrière. Ze begonnen als hangjongere. Vervolgens werden ze overlastveroorzaker, inbreker, overvaller, drugshandelaar en ten slotte moordenaar. Nu is iemand het ene moment betrokken bij een inbraak en het volgende moment bij een moord. Sommige jongeren lijken meer bereid dan vroeger om extreem geweld te gebruiken.”
Het is lastig, zegt Laumans, om te duiden waarom precies jeugdige criminelen bereid zijn de trekker over te halen. „Jongeren van bijvoorbeeld Marokkaanse afkomst groeien vaak op in uitzichtloze situaties. Zonder uitzicht op een baan. Je leest immers nooit over Jan-Diederik uit Aerdenhout die met een kalasjnikov loopt te zwaaien.”
Motieven voor moorden lopen uiteen, benadrukt de Amsterdamse misdaadjournalist. „Geldgewin kan een rol spelen. Maar het is ook mogelijk dat een jongeman wraakt neemt op mensen die zijn broer eerder hebben geliquideerd.”
Schieten maffialeiders als het ware in eigen voet door onervaren misdadigers op te zadelen met een moordopdracht? „Ja, dat blijkt nu wel. De Marokkaanse kroongetuige Nabil B. was betrokken bij een vergismoord. Het slachtoffer dat per ongeluk is omgebracht, was een goede kennis van B. Dat die nu met justitie in zee gaat, heeft daar alles mee te maken. B. zegt dat hij gekweld wordt door gewetenswroeging. Ik weet niet of dat de echte reden is. Die man zit helemaal klem. Ik sluit zeker niet uit dat hij ook wordt gedreven door doodsangst.”