Vanaf 7 december verandert er veel voor Amalia. Achttien worden betekent voor haar dat ze geroepen kan worden tot het koningschap.
Onder die plicht kan de prinses eigenlijk niet uit, schrijft staatsrechtsdeskundige Peter Rehwinkel in zijn vorige week verschenen boek ”Amalia. De plicht roept”. Volgens hem bestaat er zo goed als een plicht tot troonopvolging. Een lid van het Koninklijk Huis kan wel om ontslag vragen, en bij zo’n besluit zal zijn persoonlijke wens „zwaar meewegen.” Maar: die geeft niet de doorslag, want de regering moet het verzoek ook toetsen aan het publiek belang.
Ook kunnen de Staten-Generaal zelf iemand van de erfopvolging uitsluiten. Maar alleen in uitzonderlijke omstandigheden en met een tweederdemeerderheid in de Eerste en de Tweede Kamer.
Wil Amalia er echt onderuit, dan lijkt het makkelijker om te trouwen zonder het parlement om toestemming te vragen. Dan verliest ze automatisch het recht op troonopvolging, net als eventuele kinderen. Zo ging het bij Irene, Christina en Friso ook. Vader Willem-Alexander nam bij zijn huwelijksaanzoek aan Máxima het risico dat hij afstand van het koningschap moest doen.
Rehwinkel, voormalig burgemeester en PvdA-politicus, stelt dat Amalia ook geen koningin kan worden als ze met een vrouw zou trouwen. Dat stelde de regering in ieder geval in 2000, bij de invoering van het homohuwelijk. De essentie van het erfelijk koningschap zou dan namelijk op het spel staan, omdat op voorhand vaststaat dat er uit zo’n huwelijk geen kinderen geboren kunnen worden.
Publieke rol
Over ruim twee maanden is het zover: dan is Amalia meerderjarig. „Afgelopen december ben ik zeventien geworden, dat vond ik niet spannend. Achttien zal niet heel veel anders zijn”, zei ze op Koningsdag nog. Dat is natuurlijk niet zo. De 7e december zal niet alleen een feestelijke dag zijn in huize Van Oranje, maar markeert ook een belangrijk staatsrechtelijk moment voor Nederland, en niet in de laatste plaats voor Amalia zelf. Misschien dringt de plicht die wacht nog niet goed tot de prinses door.
Natuurlijk, het koningschap kán nog ver weg zijn – op het moment van inhuldiging waren de koning(inn)en van Nederland gemiddeld 38 jaar oud, berekende Rehwinkel. En Amalia is tot nu toe vrij beschermd opgegroeid. Anders dan bij haar voorgangers op die leeftijd staan er nog geen publieke verplichtingen in haar agenda.
Dat de jonge prinses nog geen publieke rol heeft, vinden Nederlanders niet erg, laat onderzoek in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) zien. Wel zou het volk Amalia rond haar achttiende verjaardag graag beter willen leren kennen.
Universiteit
De lezer moet niet verwachten dat hij door dit boek heel veel komt te weten over Amalia als persoon. Nee, Rehwinkel schrijft vooral vanuit staatsrechtelijk en historisch perspectief. Hij vertelt wat het volgens de wet betekent om de eerste troonopvolger te zijn, wat Amalia te wachten staat en welke keuzes haar voorgangers maakten.
Zo kunnen we volgens hem verwachten dat de prinses na haar tussenjaar voor een studie aan de Leidse universiteit kiest. Haar vader, grootmoeder en overgrootmoeder studeerden daar immers ook en Willem van Oranje richtte de universiteit ooit op.
De auteur verhaalt ook uitgebreid hoe Amalia aan de titels Prinses van Oranje, Prinses der Nederlanden en Prinses van Oranje-Nassau komt. Hij legt uit wat het inhoudt dat ze straks, in december, wordt binnengeleid in de Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering. En beschrijft hoe haar voorgangers omgingen met studie, salaris, privacy, een huwelijkspartner, religie en aftreden.
Salaris
Rehwinkel sprak voor het boek verschillende mensen in Amalia’s omgeving. Zoals Herman Tjeenk Willink (haar peetvader), ds. Pieter Lootsma (zie ”Prinses praat over Bijbel bij predikant thuis”), minister-president Mark Rutte, diverse politici en journalisten. Ze typeren de prinses als „positief, vrolijk” en „niet in de knoop met zichzelf.”
De auteur noemt het opvallend dat Amalia tot nu toe, anders dan haar voorgangers, weinig tekenen van verzet en opstandigheid heeft getoond. Die conclusie is misschien wat voorbarig. De bereidwilligheid van de prinses zal in de toekomst geregeld op de proef worden gesteld. Zo zal ze zich, in tijden van sociale media, minder makkelijk aan de aandacht van de pers kunnen onttrekken dan eerdere troonopvolgers. Rehwinkel voorspelt een publiek debat over de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer, bijvoorbeeld als er beelden opduiken van een serieuze vriend en mogelijke huwelijkspartner.
Daarbij komt dat het publiek –meer dan vroeger– een sobere levensstijl van de Oranjes verwacht. Amalia nam daar onlangs een voorschot op. Ze schreef een briefje aan premier Rutte om te laten weten dat ze haar veelbesproken inkomen zal terugstorten zolang ze studeert. Dezelfde discussie speelde al toen haar vader meerderjarig werd. Een Kamerlid vond het destijds niet uit te leggen dat „een snotneus van achttien zo veel geld krijgt.” Amalia had er bij de tramhalte ook op die manier over horen spreken, schrijft Rehwinkel. Op de politiek rust volgens hem de plicht niet nog een jonge troonopvolger in verlegenheid te brengen met een publiek salarisgesprek.
Pannenkoeken
Het boek bevat leuke anekdotes. Bijvoorbeeld dat Herman Tjeenk Willink een kerstmusical van Amalia bijwoonde en thuis pannenkoeken voor de prinsesjes bakte. Of dat Willem-Alexander zijn dochters sommeerde uit hun stoel omhoog te komen toen koningin Beatrix na een bezoekje aan het gezin weer op huis aan ging: „Als je grootmoeder vertrekt, ga je staan.”
Of dat Amalia nog geen mediatraining heeft gehad. De RVD adviseerde haar alleen: Denk even na over wat je gaat zeggen. Als er publiciteit rond de prinses is, heeft de dienst daarover rechtstreeks contact met haar, via WhatsApp of telefonisch.
Dit soort details maken nieuwsgierig naar wie de prinses nu echt is en hoe ze zich voorbereidt op haar toekomstige taak. Toen haar vader meerderjarig werd, verscheen er een boek waarvoor schrijfster Renate Rubinstein uitgebreid met de kroonprins sprak. Rond Beatrix’ achttiende verjaardag bracht Hella Haasse eenzelfde soort karakterschets uit. Cabaretier Claudia de Breij werkt op dit moment aan een soortgelijk portret over Amalia. Dat verschijnt half november. Nog even afwachten dus. Voorlopig wordt Nederland met Rehwinkels boek wijzer over wat het betekent om Prinses van Oranje te zijn.
Amalia. De plicht roept, Peter Rehwinkel; uitg. Prometheus; 296 blz.; € 25,-