President Joe Biden wil dat alle Amerikanen zich laten vaccineren. Maar wat als men daar op godsdienstige gronden bezwaar tegen maakt? Formeel lijkt daar ruimte voor te zijn. In de praktijk is die echter heel beperkt.
Mag de overheid een burger verplichten tot vaccinatie? Afgaande op enkele uitspraken van het federale hooggerechtshof lijkt dit inderdaad te kunnen. In 1905 bepaalde het hoogste rechtscollege van de VS in de zaak Jacobson versus Cambridge (Massachusetts) met zeven tegen twee stemmen dat lokale overheden boetes kunnen opleggen als burgers het pokkenvaccin weigerden.
Juridische experts zeggen dat dit standpunt nog steeds geldt. In een uitspraak van hetzelfde hooggerechtshof uit 1990 staat dat religieuze instellingen in het algemeen niet zijn uitgezonderd van wetten. In augustus van dit jaar wees opperrechter Amy Coney Barrett zonder commentaar het bezwaar tegen de vaccinatieplicht op de Indiana University af.
Strikte regels gelden ook als het gaat om kinderen en hun ouders. In 1922 besliste het hooggerechtshof in het proces van Zucht tegen King unaniem dat staten het recht hebben te eisen dat kinderen zijn gevaccineerd voordat zij naar de openbare school gaan. Godsdienstige bezwaren van ouders zijn geen uitzonderingsgrond.
Juristen beroepen zich daarbij op een uitspraak van het hooggerechtshof uit 1944 waarin een Jehova’s Getuige die zijn negenjarig kind had laten colporteren in het ongelijk werd gesteld. Volgens de opperrechters was dit kinderarbeid. En die is bij wet verboden, ook als ouders menen godsdienstige argumenten voor het laten werken van hun kind te hebben. Het hof stelde dat de wetgeving ten behoeve van het welzijn van kinderen zwaarder weegt dan de godsdienstige opvattingen van ouders.
De gangbare mening van juristen in de VS is dat op grond van deze uitspraak de overheid ook de religieuze bezwaren van ouders tegen vaccinatie van hun kinderen terzijde kan schuiven.
Toch zijn er juristen in de VS die iets genuanceerder denken over de vaccinatieplicht voor burgers. Voor mensen in overheidsdienst en bij ziekenhuizen is de ruimte wel heel beperkt. De overheid voert aan dat de gezondheidszorg en overheidsdiensten voor iedereen zonder barrières toegankelijk moet zijn. De aanwezigheid van ongevaccineerde medewerkers kan hiervoor een belemmering zijn.
Anders ligt het volgens diverse rechtsgeleerden als werkgevers van hun medewerkers eisen een prik te halen. Dat kan botsen met de federale Civil Rights Act uit 1964. Die verplicht werkgevers redelijke voorzieningen te treffen voor werknemers die bezwaar tegen functie-eisen maken op basis van religieuze overtuigingen, voor zover die voor „oprecht worden gehouden.”
Onduidelijk is nog of deze regel ook geldt tijdens de strijd tegen een pandemie. „Ik verwacht dat we een serie processen krijgen die hierover duidelijkheid moeten brengen”, zegt Mat Staver, van ”Liberty Counsel”, een conservatieve, christelijke organisatie die juridische bijstand verleent bij kwesties rond godsdienstvrijheid.
Vrijdag diende Liberty Counsel een klacht in tegen het stadsbestuur van New York omdat medewerkers in de gezondheidszorg vrijstelling was geweigerd. Burgemeester Bill De Blasio van New York zei in verband met de vaccinatieplicht voor leerkrachten dat vrijstelling vanwege godsdienstige bezwaren alleen in „zeer specifieke gevallen” zal worden verleend.
In de stad Tucson (Arizona) hebben sinds Biden zijn plannen ontvouwde 291 medewerkers van de stadsdiensten vrijstelling gevraagd. Daarvan zijn er 15 afgewezen en is de helft inmiddels goedgekeurd.