Het kruisbeeld, zo staat in het vonnis van donderdag, vertegenwoordigt „de doorleefde ervaring van een gemeenschap en de culturele traditie van een volk.”

De uitspraak van Italië’s hoogste rechtbank heeft betrekking op het conflict tussen een leraar en zijn schooldirectie. De leraar van een middelbare school in Terni (Centraal-Italië) nam stelselmatig het kruisbeeld van de wand in de klas als lesgaf. Hij betoogde dat hij als niet-christen door het kruisbeeld werd gediscrimineerd. Het Hooggerechtshof ontkent dat het kruisbeeld discriminerend zou zijn.

Het Hooggerechtshof erkent wel dat er geen verplichting bestaat om het kruisbeeld te plaatsen. De beslissing om het kruisbeeld in klassen te tonen is aan de beoordeling van elke school zelf. De rechtbank biedt de suggestie om „de symbolen van andere geloofsovertuigingen” naast de crucifix te hangen, als daaraan voor kinderen of hun ouders behoefte is.

In Italië is het gebruikelijk dat in openbare ruimten, zoals schoolklassen en ziekenhuizen, een kruisbeeld hangt. In het verleden hebben tal van lage en hoge rechtbanken zich over de zaak uitgesproken. Tegenstanders van het kruisbeeld vinden dat het christelijke symbool ingaat tegen de neutraliteit van de overheid. Maar ook met deze uitspraak is het niet gekomen tot een verbod op het kruisbeeld in de openbare ruimte.