Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam opent woensdag een expositie die vertelt over werkkampen voor Joodse mannen in het Amsterdamse Bos. Aan de hand van persoonlijke foto’s, objecten en interviews komt in de tentoonstelling ‘Tewerkgesteld in het Amsterdamse Bos’ het tot nu toe onderbelichte verhaal naar voren over deze periode in de Tweede Wereldoorlog. Ook kunnen bezoekers een wandelroute volgen langs plekken waar is gewerkt.
Over de werkkampen voor Joden in Nederland is bij het grote publiek weinig bekend. De overheid stelde al in de jaren twintig en dertig vanwege de economische crisis werklozen tewerk in speciale kampen. Een van die zogeheten werkverschaffingsprojecten was de aanleg van het Amsterdamse Bos in 1934. De Duitsers wezen vervolgens in 1940 een aantal werkkampen aan als ‘Jodenkampen’. Zo maakten de nazi’s gebruik van de al bestaande organisatie van de werkverschaffing.
Van de mannen die tot 1942 in het bos hebben gewerkt, is bijna iedereen omgekomen in concentratie- en vernietigingskampen. Later kwam er nog een andere groep naar het werkkamp; Joodse mannen die getrouwd waren met een niet-Joodse partner. Hun dwangarbeid stopte op 5 september 1944, Dolle Dinsdag. Het merendeel van hen overleefde de oorlog en in de expositie komen onder meer verhalen voorbij van hun kinderen. Zij vertellen, vaak voor het eerst, over de verplichte tewerkstelling van hun vader, de vernedering en de gevolgen daarvan voor het gezin tijdens en na de oorlog.
De tentoonstelling is vanaf donderdag tot en met 3 april te zien in De Boswinkel in Amstelveen. Vanwege de coronamaatregelen moeten bezoekers vooraf een kaartje reserveren.