Consument
Taal: Ik heb geen brood bij

Onlangs fietste ik een eindje met iemand op. De medereiziger vertelde over een pechgeval dat haar een jaar geleden was overkomen. „Stond ik daar, met een lekke band onder aan de brug. En ik had ook geen brood bij.”

beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Dat laatste zinnetje verraste me, omdat de bewuste pechvogel niet echt in het zuiden des lands woont. In Vlaanderen, Zeeland en het westen van Noord-Brabant is het vrij gebruikelijk om in de uitdrukking „iets bij zich hebben” het woordje ”zich” weg te laten. „Hij heeft een stapel studieboeken bij, want volgende week moet hij toetsen maken.” Of het woordje ”me” te schrappen als iemand in de eerste persoon spreekt, zoals de brodeloze fietser.

Er is trouwens een variant van ”bij zich/me hebben” in omloop, en die schijnt steeds dominanter te worden: „Ik heb een stuk taart mee.”

Meehebben is wel een bestaand woord. Het betekent echter niet ”iets meegebracht hebben”, maar “in zijn voordeel hebben”, of ”op zijn hand hebben”. Bijvoorbeeld: „Hij is op zich een goed politicus, maar hij heeft zijn uiterlijk niet mee.” Of: „Als de juf voorleest, heeft ze alle kinderen mee.” De kinderen hangen dan aan haar lippen.

Toen ik over bovenstaande zat te peinzen, dacht ik: zou dit door de invloed van het Engels kunnen komen? Als een Amerikaan of Brit met een lege broodtrommel onder aan de brug staat, zou hij kunnen zeggen: „I did not bring any bread.” Een Nederlander die zich voor het eerst onder Engelstaligen begeeft, zal dat wat vreemd in de oren klinken. Gevoelsmatig zou hij er ”with me” achteraan willen plakken, of „along”.

Maar alles went. En waar je mee omgaat, word je mee besmet. Omdat we tegenwoordig in het Engels ondergedompeld worden, raken we steeds vaker besmet met Britse taalvarianten. Omdat het Engels zegt: „He makes a decision”, zeggen veel mensen onbewust: „Hij maakt een beslissing.” Zo’n besmetting met de Britse variant heet een anglicisme. „In andere woorden” is er ook een voorbeeld van. De gebruikelijke vertaling van „in other words” is namelijk „mét andere woorden.”

Laatst betrapte ik mezelf ook op het onbewust weglaten van een woordje. Een familielid zei iets waar ik het van harte mee eens was. Mijn reactie: „Ja, dat is!” Waarschijnlijk vanwege: „Yes, it is!” Maar in het Nederlands zeggen we er dan natuurlijk het woordje „zo” achter. Dat hoort nou eenmaal. Zo.

Redacteur Chris Klaasse bespreekt een taalkwestie. Reageren? chris@rd.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Taal

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer