Gommers: Zonder ingrijpen kabinet dreigt code zwart
„Kabinet, neem alsjeblieft maatregelen om de stroom aan covidpatiënten zo klein mogelijk te houden.” Die dringende oproep doet Diederik Gommers. Volgens de intensivist zijn de ic’s nu al overbelast en moeten veel operaties worden uitgesteld.
„De enige knop waar wij aan kunnen draaien, is het afzeggen van operaties. De andere knop, in handen van het kabinet, is het invoeren van maatregelen om te voorkomen dat mensen corona oplopen.” Welke maatregelen precies wil Gommers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC), niet zeggen. „Dat is aan het OMT en het kabinet. Het gaat er ons om: hoe zorgen we ervoor dat de reguliere zorg zo lang mogelijk door kan gaan?”
Momenteel liggen er 759 patiënten op de ic’s, van wie 218 covidpatiënten. Dat is aan de ruime kant, stelt Gommers. „Zonder op te schalen kunnen we hooguit honderd covidpatiënten behandelen. Opschalen lukt nu niet, want hulpbuddy’s –verpleegkundigen uit de kliniek– zijn op vakantie. Ook zit een deel van het personeel ziek of overbelast thuis. We hebben nauwelijks vet op de botten. De enige optie is het uitstellen van electieve –niet-acute– operaties. Dat gebeurt dan ook geregeld.”
Peter van der Voort, hoofd intensive care van het UMC Groningen, herkent het beeld dat Gommers schetst. „We hebben de handen al vol aan de reguliere zorg, zoals operaties aan het hart, kankeroperaties en transplantaties. Er is nauwelijks reservecapaciteit. Elke nieuwe covidpatiënt betekent dat we een behandeling moeten uitstellen.”
Volgens Gommers worden niet alleen veel openhartoperaties en kankeroperaties dagen tot weken uitgesteld, maar ook operaties waarvoor geen ic-bedden nodig zijn. „De hele keten staat onder druk. Ook op de verpleegafdeling liggen covidpatiënten, waardoor de gewone zorg moet worden uitgesteld in een fase dat er minder bedden beschikbaar zijn.”
De totale ic-capaciteit bedraagt 919 bedden, meldt het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS). Een deel daarvan zijn vrije bedden en noodbedden die beschikbaar zijn voor calamiteiten. Gommers denkt dat opschalen dit najaar minder zal zijn dan eerder en dat de grens bij 1200 of 1300 ic-bedden ligt door de uitstroom van verpleegkundigen.
Een groot probleem is het tekort aan ic-verpleegkundigen, signaleert Gommers. De schaarste, die er voor de pandemie al was, neemt alleen maar verder toe. „Tijdens een webinar met collega-intensivisten dinsdag kwamen we erachter dat de uitstroom van verpleegkundigen groter is dan de instroom. Het gevolg is dat we in plaats van opschalen eigenlijk bedden moeten sluiten.”
Van der Voort valt hem bij. „De enige bottleneck is het aantal verpleegkundigen.” Het ic-hoofd zou het aantal beschikbare ic-bedden graag uitbreiden van dertig naar veertig. Dat lukt alleen bij meer verpleegkundigen. Grappend: „Kun je een bus met ic-verpleegkundigen regelen, dan hebben we morgen veertig bedden klaarstaan.”
Het kost moeite om de roosters rond te krijgen, vooral voor de nachtdiensten, zegt de Groningse intensivist. Behalve ziekteverzuim en uitstroom speelt mee dat momenteel diverse verpleegkundigen zwanger zijn. Zij hoeven geen nachtdiensten te draaien.
„We proberen maximaal gebruik te maken van de beschikbare verpleegkundigen, maar er zit wel een grens aan”, zegt Van der Voort. Ze draaien vaker diensten, maar hoeven niet langer dan het contractueel vastgelegde aantal uur per week te werken. „Anders betaal je later de rekening, als ze ziek worden of een burn-out krijgen.”
Omvallen
Veel ic-verpleegkundigen zijn er „een beetje klaar mee”, zegt Gommers. „Ze komen tot de conclusie dat dit niet hun werk is, of ervaren weinig waardering vanuit hun leidinggevenden, de maatschappij en de politiek. De discussie in Den Haag over financiën heeft er ook niet aan bijgedragen. Daarnaast hebben ze rust nodig. Daarom hebben we het er met elkaar over gehad dat we een grens willen stellen aan de maximale opschaalcapaciteit. Onze verpleegkundigen willen we niet verder oprekken, met het risico dat ze omvallen.”
De instroom van verpleegkundigen kan worden vergroot door de opleiding aantrekkelijker te maken, denkt Gommers. „De uitstraling naar buiten toe is heel belangrijk.” Ook zou de opleidingsduur –zo’n vijf jaar voor de gewone verpleegkunde-opleiding plus achttien maanden voor de ic-opleiding– kritisch onder de loep genomen mogen worden. Met simulatieonderwijs kan de opleiding mogelijk worden versneld. Daarnaast helpt een beter salaris. Grinnikend: „Over geld mogen we in de zorg eigenlijk niet spreken, daar doen we het werk niet in de eerste plaats voor. Maar meer loon helpt natuurlijk wel.”
Van der Voort ziet ook een taak voor de overheid: zorg voor extra opleidingsplaatsen in het ziekenhuis. „Ziekenhuizen kunnen dat niet meer zelfstandig oplossen.”
Zowel Gommers als Van der Voort verwacht een toename van het aantal covidpatiënten in de komende maanden, als het middelbaar en hoger onderwijs weer opengaat en de afstandsregel mogelijk verdwijnt. Ondanks de hoge vaccinatiegraad in Nederland. Gommers: „We dachten eerst: Als we allemaal zijn gevaccineerd, komt het wel goed. Maar nu blijkt dat wie gevaccineerd is, toch besmet kan raken en het virus kan doorgeven. Ook neemt de werking van de vaccins na zes maanden af in de hoog-risicogroepen.”
Ook de hoge besmettelijkheid van de deltavariant baart Gommers zorgen. „Daardoor hebben mensen die niet zijn gevaccineerd of bij wie het vaccin niet aanslaat, een grotere kans om besmet te raken. Een deel van hen belandt op de ic.”
Spannende tijd
Als 1,8 miljoen ongevaccineerden in aanraking komen met het virus, kan dat volgens berekeningen van het RIVM zorgen voor 16.000 tot 22.000 ziekenhuisopnames, waarvan 2200 tot 3400 op de ic. „Daar schrik ik van”, zegt Gommers. „Zoveel patiënten kunnen we alleen aan als zij over een langere tijd verspreid binnenkomen.”
Daarnaast is er kans op een griepgolf dit najaar, met als gevolg extra druk op de ziekenhuizen. „Bij ongewijzigd beleid komen we dit najaar mogelijk in code zwart terecht. Het beleid moet nu anders en de politiek is aan zet.”
Van der Voort acht de kans klein dat we in een fase terechtkomen dat niet alle covidpatiënten meer behandeld kunnen worden. Wel denkt hij dat er straks geselecteerd moet gaan worden welke niet-covidpatiënt aan de beurt is en wie moet wachten. „We gaan een spannende tijd tegemoet.”