De Verenigde Staten hebben afgesproken met de Taliban, de nieuwe machthebbers in Afghanistan, dat de luchthaven van Kabul tot 31 augustus gebruikt kan worden om mensen te evacueren. Nederland heeft er samen met NAVO-bondgenoten steeds voor gepleit dat die periode wordt verlengd, maar dat lijkt er niet in te zitten.

In de praktijk moeten de evacuatievluchten mogelijk al eerder stoppen, omdat de Amerikanen zelf ook een paar dagen nodig hebben om hun 6000 manschappen veilig het land uit te krijgen. Er wordt daarom „onder steeds moeilijkere omstandigheden” met man en macht gewerkt om nog zo veel mogelijk mensen te evacueren.

Sinds vorige week zijn meer dan duizend mensen met evacuatievluchten vertrokken uit Kabul die Nederland als eindbestemming hebben. Van hen zijn er 644 ook al in Nederland aangekomen. Naast het lokale ambassadepersoneel zijn dat bijvoorbeeld tolken en hun gezinnen en Nederlanders die zich nog in Afghanistan bevonden.

Die laatste groep is overigens aanmerkelijk groter dan verwacht, erkent het ministerie van Buitenlandse Zaken. Nog altijd zitten er naar schatting honderden Nederlanders in Afghanistan, ondanks een jarenlang negatief reisadvies en een dringende oproep begin deze maand om te vertrekken.

De Tweede Kamer gaf het kabinet vorige week opdracht om naast tolken ook andere Afghanen die door hun werk in Nederlandse dienst mogelijk gevaar lopen te evacueren. Er hebben zich inmiddels duizenden mensen gemeld, onder wie fixers van journalisten, mensenrechtenactivisten, juristen en medewerkers van ontwikkelingsorganisaties.

In die groep zijn 250 mensen aangewezen die door hun werk daadwerkelijk een extra risico lopen. „Deze mensen zijn opgeroepen naar het vliegveld van Kabul te komen. Daar worden zij door onze mensen geholpen om binnen te komen voor evacuatie.”