Knokken voor de Zeeuwse natuur
Chiel Jacobusse is een gergemmer uit ’s-Gravenpolder die zich soms ongemakkelijk voelt in SGP-kringen. „De SGP gaat over het algemeen heel materialistisch voor een landbouw die zo veel mogelijk moet opbrengen, zonder oog te hebben voor de gevolgen voor de natuur.”
Enige overeenkomsten zijn er wel. Chiel Jacobusse doet zijn verhaal in de geheel gerestaureerde boerderij van de in 2005 overleden excentrieke boer Adrie van der Meulen. „Ik kwam hier als kleine jongen al nesten zoeken. Als ik er dan een gevonden had, vertelde ik dat tegen Adrie. Hoe druk die ook was, hij liet alles vallen om samen met mij het nestje te bekijken.” Overeenkomst één is dus een grote liefde voor de natuur.
Knokken voor het behoud van die natuur is een tweede overeenkomst. Toen in de jaren zeventig van de vorige eeuw ambtenaren op het erf van Adrie van der Meulen kwamen in verband met de herverkaveling van zijn land, schijnt hij ze met een jachtgeweer te hebben weggejaagd. Later moesten allerlei meidoornstruiken het veld ruimen omdat ze de ziekte perenvuur zouden overbrengen op de vele fruitbomen in de omgeving. Alle meidoorns waar een dood takje aan zat, werden gemerkt met gele verf. Maar Adrie nam een penseeltje en werkte de markeringen keurig weg met bruine verf. Niemand mocht aan ‘zijn’ meidoorns komen.Jacobusse: „Door zijn onverzettelijkheid vormt Hoeve Van der Meulen nu nog steeds een oase van natuur midden in een akkergebied waar maar weinig biodiversiteit te vinden is.”
Jacobusse zelf is al bijna een halve eeuw actief als natuurbeschermer. Maar daarbij ontmoet je helaas in eigen kring vaak onbegrip. „Als het gaat om de afweging tussen zorg voor de schepping en economische motieven is het steeds weer de eigen portemonnee die de boventoon voert. Veel mensen hebben totaal niet door hoe sterk de aantasting en verarming van de natuur toeslaat in het boerenland. Ook is er wat dat betreft een ontstellende onverschilligheid. Ik vind het echt erg dat mensen die het dichtst bij je staan als het om het geloof gaat, vaak het verst bij je verwijderd zijn als het om zorg voor de schepping gaat.”
Materialistisch
Jacobusse vindt het verdrietig dat de SGP en haar achterban als het om natuur en landbouw gaat over het algemeen zo sterk gericht zijn op de economische belangen. „De gedachte leeft dat wij eigenaren van de schepping zijn en er dus mogen uithalen wat er in zit. Bijbels rentmeesterschap wordt vooral gezien als het ontplooien van de talenten die we gekregen hebben. De schepping; daar zorgt God wel voor, dus hoeven wij dat niet te doen. Maar ik moet vaak terugdenken aan de catechisatie die ik als 16-jarige jongen ontving van ouderling Jan Hoekman. Hij zei: „Het kan niet zo zijn dat je van de Schepper houdt en niet van Zijn schepping.” Overigens is dat besef gelukkig ook nu nog bij velen aanwezig. Ik wil daarom oppassen om mijn kritiek te veralgemeniseren.”
Nadrukkelijk geeft Jacobusse niet de boeren de schuld van de achteruitgang van de boerenlandnatuur. „Het gaat om materialisme in de hele breedte van de maatschappij. Drie vakanties per jaar, een tweede auto, veel luxe, waar is dat allemaal voor nodig? Het is vanwege onze hoge eisen, dat boeren voor lage prijzen veel producten moeten produceren om het hoofd boven water te houden. Waarom zijn we niet met wat minder tevreden? Een kleine oogst met de zegen des Heeren erbij is veel meer waard dan volle schuren zonder die zegen.”
Kniezen
Toch zegt de ecoloog dat er geen reden is om te kniezen. „Ik zie veel reformatorische jongeren die veel meer oog hebben voor onze verantwoordelijkheid voor de schepping dan de oudere generaties. Wij moeten als ouderen ervoor waken dat deze nieuwe generatie niet door ons ‘bedorven’ wordt. Ik ken diverse jonge vogelaars uit de gere formeerde gemeenten die zo teleurgesteld zijn in de houding van de SGP dat ze lid zijn geworden van de ChristenUnie. Je bent ze dan kwijt binnen de SGP en een omslag binnen die partij wordt dan alleen maar lastiger.”
Jacobusse zou graag zien dat de reformatorische gezindte inclusief de SGP zich meer inzet voor natuurinclusieve landbouw met een korte keten tussen boer en burger. „Hoe je het wendt of keert: dat is de toekomst. Steeds meer bestrijdingsmiddelen gaan in de ban. Van Roundup is al aangetoond dat het ziektes zoals Parkinson kan veroorzaken. Het is een kwestie van tijd voordat ook alle neonicotinoïden worden verboden. Dan zal de boer toch andere manieren moeten vinden om zijn gewassen op een gezonde manier groot te krijgen.”
Een van de succesvolle methoden is volgens Jacobusse strokenteelt. „Ik noem het kleinschalig boeren in een grootschalig landschap. Door allerlei gewassen in stroken naast elkaar te telen, geef je ziektes veel minder kans zich te verspreiden. Daarnaast hebben vogels zoals patrijzen er veel meer overlevingskansen.”
Bokashi
Het Zeeuwse Landschap werkt met Zeeuwse boeren samen aan een gezondere bodem die meer water vasthoudt. Jacobusse is in dat verband enthousiast over de mogelijkheden van bokashi, een Japanse techniek om maaisel en plantenresten te fermenteren en te gebruiken als bodemverbeteraar. „Je houdt meer water vast in de bodem. En dat is in deze tijden van verdroging goed nieuws.”
Het valt Jacobusse wel op dat in Zeeland boeren uit evangelische kring meermalen vooraan staan bij proeven met een natuurvriendelijke manier van boeren. „Zij beseffen meer dan andere agrariërs hoe hard het nodig is om beter voor de schepping te zorgen.”
Jacobusse denkt terug aan een schuurbijeenkomst met een paar boeren die aan het experimenteren waren met strokenteelt en andere natuurmaatregelen. „Een van hen zei: Ik ben zo blij dat ik hier aan begonnen ben. Nu kunnen mijn zoon en kleinzoon het bedrijf tenminste nog op mijn manier voortzetten. Dit is toekomstgerichte landbouw.”
Belangrijk is wel dat de boer een betere prijs voor zijn natuurvriendelijk gekweekte producten krijgt. „Je ziet dat er aan alle kanten wordt gewerkt aan een kortere keten tussen boer en burger. Op Schouwen-Duiveland zijn we in gesprek met horecaondernemers. Die zeggen: Producten die op het eiland geteeld worden, verwerken we als eerste in onze menu’s en halen we dus niet van elders. Dat levert de boer een goede prijs op en de mensen die een hapje willen eten, vinden het leuk en lekker. Als het dan bijvoorbeeld de tijd van de aardbeien is, staan er recepten met aardbeien op de dagkaart. Is de aardbeientijd voorbij, dan schakelt het restaurant over naar een ander product dat dan van het land komt.”
www.hetzeeuwselandschap.nl/natuurgebieden/hoeve-van-der-meulen
In de afgelopen vijftig jaar telde het RD vele natuurartikelen. Deel 1 in een drieluik waarin oud-auteurs terugblikken en vooruitkijken.