‘Versoepelingen maken naleving basismaatregelen lastiger’
Nu in uitgaansgelegenheden niet altijd meer 1,5 meter afstand hoeft te worden bewaard, wordt het in de rest van de samenleving ook lastiger die regel vol te houden, stelt hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers van de Universiteit Leiden. Ze raadt de overheid aan om vooral jongeren op een duidelijke en persoonlijke manier te blijven wijzen op het naleven van de basismaatregelen.
Het aantal coronabesmettingen loopt de afgelopen dagen hard op. Uit de laatste cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat vooral onder jongeren de besmettingen explosief zijn gestegen. Dat hangt samen met het onder voorwaarden loslaten van de afstandsregels in onder meer nachtclubs, maar de versoepelingen hebben volgens Evers ook effect op het naleven van de basismaatregelen in het dagelijks leven. Zoals het 1,5 meter afstand bewaren, handen wassen en thuisblijven bij klachten. Evers, ook lid van de wetenschappelijke adviesraad van de gedragsunit van het RIVM: „Als je de ene avond in de club de regels mag loslaten, dan ben je geneigd om dat in andere contexten, zoals een etentje, ook te doen.”
De basismaatregelen zijn niet leuk, ze vragen wat van mensen. Om ze vol te houden is eenduidigheid belangrijk, aldus de hoogleraar. „Neem het mondkapje. Dat was een soort symbool van de pandemie. Het herinnerde ons eraan dat we ons aan de regels moesten houden. Nu hoeft het enkel nog in het openbaar vervoer te worden gedragen. Dat maakt de kans groter dat mensen ook de andere regels sneller vergeten.”
Wetenschappers van de gedragsunit van het RIVM hebben het kabinet er volgens Evers op gewezen om niet te rap maatregelen los te laten. „Als je regels loslaat, is het heel moeilijk om ze te herintroduceren. Als je nu weer terug zou willen naar het dragen van een mondkapje in openbare ruimtes, zul je op heel veel weerstand stuiten.”
Heldere communicatie is volgens Evers essentieel om ervoor te zorgen dat mensen zich aan de basismaatregelen blijven houden. „Zet jongerenwerkers in, of influencers op sociale media. Mensen persoonlijk aanspreken op hun gedrag werkt het beste.”