Alleen integrale aanpak biedt landbouw en natuur perspectief
Door alle regelingen rond natuur en landbouw zijn we in een soort mistveld terechtgekomen. De halve oplossingen van de overheid bieden te weinig soelaas, structurele oplossingen zijn onvermijdelijk.
Er is weer behoorlijk wat commotie rond de landbouw, nu boeren weer de straat op zijn gegaan. De aanleiding lijkt deze keer een rapport, geschreven door stikstofprofessor Jan Willem Erisman en Berno Strootman, voormalig Rijksadviseur van het Landschap, dat als titel ”Naar een ontspannen Nederland” meekreeg. Zij hebben een vrije opdracht gekregen van LNV. Het advies lekte al vroegtijdig uit, waarbij bleek dat de Gelderse Vallei en het Groene Hart als gebieden werden aangewezen waar structurele aanpassing van de landbouw nodig is (RD 2-7).
Wat gebeurt er in het rapport? De auteurs noemen het stikstofprobleem, maar wijzen erop dat er eigenlijk veel meer aan de hand is. Ze baseren dat niet op hun eigen mening, maar maken een inventarisatie van wat Nederland via allerlei eigen wetten, EU-richtlijnen en internationale verdragen eigenlijk allemaal beloofd heeft te zullen doen. Dat wordt allemaal op een rijtje gezet en er wordt, deels met behulp van kaarten, gekeken in welke mate en waar die afspraken worden gehaald en waar (nog) niet.
Tientallen verplichtingen
En er is nogal wat beloofd. In de Vogel- en Habitatrichtlijn verplicht Nederland zich om de natuur te beschermen en te zorgen voor een goede instandhouding van Natura 2000-gebieden. Volgens de kader Richtlijn Water, een andere EU-verplichting, moeten het oppervlakte- en het grondwater van goede kwaliteit zijn. Volgens de klimaatafspraken moet de uitstoot van broeikasgassen tot 2030 met 55 procent omlaag ten opzichte van 1990, en in 2050 zelfs helemaal nul zijn. Volgens de Nitraat Richtlijn moet de hoeveelheid nitraat die in het grondwater zit overal beneden de 50mg/liter uitkomen. Dan zijn er nog tientallen andere verplichtingen.
Het lijkt wel alsof we door al die regelingen in een soort mistveld zijn terechtgekomen. Erisman en Strootman maken duidelijk welke klippen er zijn en proberen die letterlijk in kaart te brengen. Dat roept stevige vragen op, maar het is onvermijdelijk om onszelf die te stellen. Je ziet dat de politiek soms gewoon te veel of zelfs het onmogelijke belooft. Ook loopt men vaak om de hete brij heen, komt men met halve oplossingen en vertelt men niet het eerlijke verhaal. Helaas zie ik dat soms ook bij christelijke politieke partijen.
Intussen blijkt wel dat Nederland op een heel aantal punten de zaken niet op orde heeft. Doelstellingen voor ammoniak, klimaat en water gaan we zo niet halen. En zonder structurele aanpassingen is het onmogelijk om die in de toekomst te gaan halen. Er wordt nu met alle macht aan stikstofuitstoot gewerkt, maar daarna is de volgende crisis misschien al in aantocht. En, zoals we met stikstof hebben gezien, het kan de rechter zijn die de praktijk vergelijkt met de wetten en die dan tot een veroordeling komt. En dan moet er iets gebeuren of alles kan opnieuw op slot gaan.
Problemen aanpakken
Wat mij aanspreekt in de aanpak van Erisman en Strootman is dat ze een integrale benadering kiezen en met een voorstel te komen om alle problemen tegelijkertijd vanuit een omvattende benadering aan te pakken. En het gaat maar niet om hobbyzaken; dit raakt een zorgvuldig beheer van de aarde. Ik ben een voorstander van een integrale benadering; structurele oplossingen zijn onvermijdelijk. Gebeurt dat niet, dan komt er geen perspectief, noch voor de natuur, noch voor het milieu, noch voor de landbouw.
Het rapport brengt per gebied de uitdagingen bij elkaar en komt met maatwerkoplossingen. Dat maakt deze studie concreter dan andere studies, waarin vooral landelijke maatregelen worden uitgewerkt en eenzijdig naar stikstof wordt gekeken. Het biedt de opmaat voor een nieuw perspectief, ook voor de landbouw. In sommige regio’s zal het accent onvermijdelijk komen te liggen op natuur-inclusieve vormen van landbouw, in andere regio’s is er alle ruimte voor productielandbouw. Daarbij is het cruciaal om een goed verdienmodel bij aangepaste landbouw niet uit het oog te verliezen.
Verborgen ideologie
De vraag is wel of het niet meer dan toevallig is dat zich zoveel problemen voordoen, die ook nog met elkaar samenhangen en die een soort innerlijke hardheid hebben, waardoor ze zo lastig op te lossen zijn. Heeft de ‘mist’ ook niet te maken met een blikvernauwing bij onszelf? Ik denk dat een diepere laag onder de problemen is dat we alles tegelijk willen (én landbouw, én biodiversiteit, én reductie van emissies én goedkoop voedsel). Tegelijkertijd is er sprake van een verborgen ideologie waarin economie zo belangrijk wordt gemaakt, dat andere zaken steeds weer in het gedrang komen. Dit beïnvloedt niet alleen onze manier van denken en handelen, maar leidt er ook toe dat zelfs onze normen en waarden erdoor worden omgebogen.
Wat we met betrekking tot landbouw en natuur zien, is een uiting van een diepere crisis die heel de samenleving raakt. Dat model loopt nu steeds meer vast, omdat het botst op de normativiteit van de schepping.
De auteur is landbouweconoom bij Wageningen Universiteit en Research en droeg bij aan het rapport ”Naar een ontspannen Nederland”. Dit artikel schrijft hij op persoonlijke titel.