Als opperrabbijn Raphael Evers uitlegt waarom hij naar Israël emigreert, valt zijn theologische motivatie op: de vijfde galoet –ballingschap– zou bijna aanbreken, de laatste periode voor de komst van de Messias. Zijn visie wortelt in de Joodse mystiek, legt dr. Bart Wallet uit.
Heel bijzonder noemt Wallet –universitair docent Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam– de uitspraken van Evers over de vijfde galoet. „Ik wreef mijn ogen even uit toen ik het in het NIW las. Het gaat hier niet om een wijdverbreide opvatting onder orthodoxe Joden; dit is een heel specifiek idee uit de kabbala, de Joodse mystiek.”
Dat geldt niet voor de galoet zelf, zegt Wallet. „Het idee van ballingschap is wijdverbreid in de Joodse wereld, ook onder seculieren. Daarbij heeft galoet een dubbele betekenis. Enerzijds geografisch: het betekent dat je niet in het heilige land bent. Maar daarnaast is galoet ook temporeel, het is een fase in de geschiedenis. Concreet: als rabbijn Evers straks naar Israël verhuist, dan leeft hij niet meer in de galoet, maar ís hij nog wel in de galoet.” Die temporele kant van de ballingschap eindigt maar op één manier. „Met de komst van de Masjiach, de Messias, zegt de Talmoed. Heel het Joodse gebedenboek is daar ook van doordrongen. Het gebed om de komst van de Messias is gekoppeld aan de terugkeer naar het land en de herbouw van de tempel; aan de beëindiging van de galoet.”
Daniël
Dat de emigratie van opperrabbijn Evers naar Israël voor hem theologische betekenis heeft, is dus niet verwonderlijk. Wel valt zijn uitspraak op over het aanbreken van een vijfde galoet.
De algemene lijn binnen het Jodendom gaat uit van een vierrijkenleer, legt Wallet uit. Dat idee komt vanuit het visioen van de profeet Daniël over vier dieren. „Het laatste, vierde rijk wordt Edom genoemd. Dat is in de Joodse traditie vaak gelijkgesteld met het Romeinse rijk. Omdat dat uiteindelijk christelijk is geworden, is de ”galoet Edom” dus de ballingschap die je als Jood in de christelijke wereld ervaart.”
De opkomst van de islam stelt Joodse exegeten in de Middeleeuwen voor een lastige vraag. Gaat het hier om een nieuw rijk, of is dit onderdeel van ”Edom”? Dat laatste, zegt bijvoorbeeld de grote rabbijn en filosoof Maimonides: de galoet van Edom en van Ismaël vallen samen in het vierde rijk.
Psalm
Maar er zijn ook rabbijnen die een andere visie bepleiten, en op hen beroept Evers zich. Hun gezichtspunt is te vinden in de Zohar, een belangrijk kabbalistisch werk. De galoet van Ismaël zou een andere, een vijfde en laatste galoet zijn – de opmaat voor de komst van de Messias. „Zo verwijst rabbijn Chaïm Vital met een wat creatieve exegese naar Psalm 124:2. Daar gaat het over „een mens die over ons zal oprijzen.” Dat zou dan gaan over de vijfde ballingschap. Na vier dieren staat de vijfde galoet in het teken van een mens, een besnedene zelfs: Ismaël. Daar zal de eindstrijd plaatsvinden tussen Izak en Ismaël, het basisgevecht dat al sinds het begin van de Bijbel gestreden wordt. Dat deze oude visie in onze tijd opnieuw oplicht, hangt samen met een religieuze beleving van de huidige politieke realiteit, waarin men zich zorgen maakt over gevaren vanuit islamitische hoek.”
Toch leeft de gedachte van een vijfde galoet niet breed onder orthodoxe Joden, denkt Wallet. „Zeker niet in Nederland, waar de kabbala nooit echt voet aan de grond kreeg.”
Daar komt bij dat eindtijdverwachtingen in de Joodse godsdienst veelal geen centrale plek innemen. „De stichting van de staat Israël heeft er wel voor gezorgd dat messianisme een belangrijkere rol ging spelen. Maar eindtijdverwachtingen zijn zeer divers; rabbijnen kunnen kiezen voor talloze interpretaties.
Tegelijk laten veel gewone orthodoxe Joden die discussies aan zich voorbijgaan. De traditionele lijn van de rabbijnen is dan ook: richt je op het hier en nu. De messiaanse tijd komt eraan en is misschien wel dichterbij dan je denkt. Maar tot die tijd heb je je handen vol aan het bestuderen en naleven van de Thora in het leven van alle dag.”