Jaarlijks maken duizenden Joden aliyah: emigratie naar Israël. Hun motieven zijn divers, maar meestal speelt de beleving van hun Joodse identiteit een belangrijke rol in deze keuze.
Opgaan, dat betekent het woord aliyah. Opgaan naar Jeruzalem, naar het heilige land. Sinds de stichting van de staat Israël valt deze keuze jaarlijks voor duizenden Joden.
Hun beweegredenen verschillen, zegt Ruben Vis, secretaris van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK). „Dat het makkelijker is om Joods te zijn in Israël is heel duidelijk. Tegelijk is niet alles eenvoudiger in Israël, de koopkracht ligt bijvoorbeeld lager. Voor het maken van aliyah krijg je dingen, maar je geeft er ook wat voor op.”
Veelal speelt de identiteitsbeleving een belangrijke rol bij het maken van aliyah, zegt Vis. „Joods-zijn is deel van je identiteit. Voor de een speelt die identiteit sterker dan voor de ander. Dat hoeft niet per se religieus te zijn. Naarmate de Joodse identiteit een grotere rol speelt, wordt ook de vraag belangrijker of je hier blijft wonen of naar Israël wilt gaan.”
Opperrabbijn Raphael Evers, die in augustus vanuit het Duitse Düsseldorf samen met zijn echtgenote aliyah zal maken, noemt als een van de beweegredenen het groeiende antisemitisme in Europa. Die zorg leeft breder, zegt Vis. „Zeker in Duitsland zijn de voorbeelden zichtbaar: de aanslag op de synagoge in Halle, een aanval met een mes bij de synagoge in Berlijn, demonstraties voor de synagoge van Gelsenkirchen.”
Dat toenemend antisemitisme een rol speelt in de keuze te emigreren, herkent ook het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), zegt een woordvoerder. „Ook olim –immigranten naar Israël– uit de VS, het Verenigd Koninkrijk en met name Frankrijk –dat veel nieuwe olim levert in verhouding tot de Joodse bevolking– noemen heel vaak toegenomen antisemitisme in hun land of stad als reden om naar Israël te vertrekken.”
Het CIDI heeft geen cijfers over aliyah vanuit Nederland, maar schat dat jaarlijks enkele tientallen Joden deze beslissing nemen.