Abortus is de beste optie, kreeg Bonicia Reijke (27) uit Purmerend te horen toen ze op haar achttiende ongepland zwanger raakte. Toch koos ze voor haar kindje. Met een reclamespotje van Platform Zorg voor Leven, dat vanaf volgende week op de publieke omroep wordt uitgezonden, wil ze mensen ervan overtuigen dat in de baarmoeder een levend mensje groeit.
Haar leven zou verpest worden, ze zou van de bijstand moeten gaan leven en vrienden kwijtraken. Bonicia ervaarde vanuit haar familie grote druk om abortus te plegen. Haar vriend, anders dan Bonicia christelijk opgevoed, wilde eigenlijk geen abortus.
Tien weken zwanger was ze toen haar moeder haar meenam naar een abortuskliniek. De echo zou haar dochter confronteren met wat in haar groeide. En dan zou ze vast zeggen: Dit moet weg. Maar het tegenovergestelde gebeurde.
„Ik zag een mens: handjes, voetjes, een hoofd, een lichaam. En ik hoorde het hartje kloppen”, vertelt Bonicia. „In de kliniek vroegen ze wat ik wilde. Ze stimuleerden me om voor abortus te kiezen. Die mevrouw zei letterlijk: Dat is het beste wat je kunt doen, gezien jouw situatie.” De vraag waarom ze abortus wilde plegen, werd niet gesteld.
Na het bezoek gingen de vijf dagen bedenktijd in. „Ik ben nooit teruggegaan. Toen ik de echo zag, was ik vastberaden: ik houd mijn kindje.” Zonder die termijn was ze ter plekke misschien wel voor die druk bezweken, zegt ze. Bonicia vreest een stijging van het aantal abortussen als de bedenktermijn vervalt, zoals een meerderheid van de Tweede Kamer wil.
Ze zei ja tegen het verzoek om in het reclamespotje te figureren omdat „het van belang is dat vrouwen nadenken over de keuze voor het leven.” Ze hoopt dat ook politici beseffen wát er bij abortus wordt weggehaald: geen klompje cellen, maar een mensje. „Dat je zo’n leven kunt beëindigen is heftig. Daar moeten we over praten.”
Schilderij
In de Ster-reclame loopt Bonicia door het ”Museum van het Leven” waar ze schilderijen van baby’s in de baarmoeder bekijkt. Bij de afbeelding van een kindje van 24 weken houdt ze stil. Plotseling verdwijnt het schilderij in het niets. „Abortus mag tot 24 weken zwangerschap”, vertelt ze in de voice-over. „Ongelooflijk hè? Roep de nieuwe regering op de abortusgrens te verlagen.”
De samenleving bagatelliseert abortus, merkt ze. „Dan wordt er gezegd: het voelt geen pijn, het heeft geen besef. Maar de wetenschap heeft laten zien dat dat wel zo is. Ieder mensenleven heeft het recht om er te zijn en dat begint dus al in de baarmoeder.”
Tranen
Makkelijk was het niet, negen jaar geleden. „Een periode van veel tranen”, beschrijft Bonicia die tijd. „Ik was down en heel moe, wist niet op wie ik kon vertrouwen. Familie van wie je houdt zegt dat je je leven gaat verpesten. Dat is heel heftig. Na zes maanden kon ik niet meer terug. Toen kreeg ik meer rust.” Ook haar familie accepteerde de zwangerschap na een halfjaar steeds meer. Toen Bonicia een gezonde zoon ter wereld bracht, wachtten familieleden op de gang. „Dat stelde me gerust. Tantes, ooms, mijn oma en ouders – eigenlijk iedereen die erop tegen was, heetten hem welkom.”
De bezwaren over hoe het moest met haar mbo-opleiding en het onderhouden van hun jonge gezinnetje, verdwenen. Haar vriend bracht al die tijd geld in het laatje; Bonicia maakte haar opleiding af, deed een vervolgstudie op het hbo en kreeg een baan bij de Sociale Verzekeringsbank. De twee zijn inmiddels getrouwd, hebben twee kinderen en staan op het punt een huis te kopen. Drie jaar na de ongeplande zwangerschap bekeerde Bonicia zich tot het christelijk geloof.
Spijt van haar keuze om geen abortus te plegen heeft ze nooit gehad. „Ik geloof niet dat een moeder achteraf spijt kan hebben dat ze haar kind heeft gehouden.”