Holvoet gaat hartje zomer op jacht naar vorst in de duinen
In de zomermaanden is nachtvorst in Nederland een zeldzaamheid. Als het nulpunt al bereikt wordt, is het in de Achterhoek op klomphoogte. Gek genoeg liggen de koudste plekjes niet in het oosten maar pal aan de kust.
In beschutte duinpannen van de Noord-Hollandse duinenrij kan het onder de juiste omstandigheden extreem afkoelen. Deze ontdekking heeft de Vlaamse vrieskoujager Karel Holvoet gedaan. Sinds kort verricht hij metingen in een diepe duinpan nabij Egmond aan Zee.
Zijn passie voor koude plekjes ontstaat dertien jaar geleden wanneer Holvoet een poosje bij het Belgische KMI (Koninklijk Meteorologische Instituut) werkt. Maar zijn geestdrift wordt niet gedeeld. „Jij met je microklimaten, zeiden ze tegen me.” Toch hoopt Holvoet dat de Belgische KMI en het Nederlandse KNMI tot inkeer komen.
Maar de Vlaming is niet van plan daarop te wachten. In 2009 trekt hij de stoute schoenen aan en gaat op zoek naar de koudste plekjes in België. Die zoektocht financiert de pionier zelf. „Je moet er wat voor overhebben.” Familieleden vinden hem „zot in de kop”, vertelt hij met een Vlaamse tongval.
Zot of niet, Holvoets speurtocht naar koude microklimaten wordt rijk beloond. „Ik ben erachter gekomen dat dolines de koudste plekken zijn.” Dolines zijn komvormige putten in karstlandschappen, gebieden met een ondergrond van kalksteen. De putten ontstaan door het oplossen van dit kalksteen. „Daarin kan het extreem koud worden. De kou glijdt altijd naar het laagste punt.”
In Vlaanderen heeft Holvoet al drie keer waarden van -32 graden direct boven de sneeuw gemeten. Op 19 december 2009 registreert de vrieskoujager bij Butgenbach in het Duitstalige deel van de provincie Luik met -32,2 graden de koudste plek ooit in België. Het koudste plekje in de zomer meet hij op 10 juli 2015 bij het plaatsje Bullingen. „Toen vroor het zes uur lang, van 23.00 uur tot 5.00 uur, met als laagste waarde -2,1 graden.”
Roemenië
De speurtocht naar de koudste plekjes blijft niet beperkt tot Vlaanderen. „Ik ben ook gaan meten in Roemenië, Spanje, Duitsland en Slovenië. In Roemenië heb ik -41 graden gemeten. Onlangs werd het in Spanje -36 graden. Veel mensen weten niet dat het daar plaatselijk zo koud kan worden.”
De Belg heeft er schik in om overal in Europa op de meest onwaarschijnlijke locaties kouderecords te breken. „Maar eigenlijk is het logisch, want er wordt nog steeds alleen op standaardplekken door officiële instanties gemeten.”
De Vlaamse vrieskoujager komt in 2016 op het idee om ook op jacht te gaan naar kouderecords in het koele kikkerlandje aan de Noordzee. Daar zijn geen dolines en karstlandschappen zoals in België. „Maar wel duinpannen die dezelfde vorm en diepte hebben. De werking is in principe hetzelfde.”
Op de Veluwe en in Oost-Nederland zijn plekken die overeenkomen met dolines, maar die zijn veelal kunstmatig aangelegd. „Die vind ik minder interessant.”
Holvoet stelt een lijst op van duinpannen dieper dan 5 meter. Ook noteert hij in welke mate het open zicht belemmerd wordt, de zogeheten skyviewfactor. „Een combinatie van diepte en omvang zijn de belangrijkste factoren om heel lage temperaturen te bereiken”, legt de vrieskoujager uit. Op basis van deze factoren zet hij zeven mogelijk geschikte plaatsen in de Nederlandse duinen op zijn lijst.
In het noorden van de Schoorlse Duinen in Noord-Holland bevinden zich maar liefst zes geschikte duinpannen. „In november 2016 ben ik zonder toestemming het natuurgebied ingetrokken om meetapparatuur op te stellen.” Holvoet meet temperaturen van tussen de -3 en de -5 graden. In de zomer van 2017 keert hij met zijn vrouw en dochter terug naar Schoorl voor vakantie. „Toen heb ik nogmaals metingen verricht om de koudste duinpan te bepalen. Onder toezicht van de boswachter.”
Zijn eerste resultaten zijn verbluffend. In het koudste kommetje wordt het de eerste nacht +5,7 graden, terwijl het in het dorp van Schoorl op een steenworp afstand van zee niet kouder is dan 13,9 graden. Een verschil van meer dan 8 graden. „Het microklimaat trekt zich dus niets aan van zijn omgeving”, aldus de vrieskoujager. „Toen wist ik dat het mechanisme in Nederlandse duinpannen overeenkomt met dat in de Belgische dolines.”
Staatsbosbeheer
Uit een studie van enkele jaren geleden zou volgens Holvoet blijken dat het direct boven het zand in Schoorlse duinpannen ’s zomers tot maar liefst 5 graden kan vriezen. Staatsbosbeheer is bevraagd op de studie. De boswachter is er nog naar op zoek. Hij kan nog niet bevestigen dat het hier in de zomermaanden daadwerkelijk zo koud kan worden.
De laagste temperatuur die de Vlaming in een Nederlandse duinpan ’s zomers heeft gemeten, bedraagt tot nu toe +0,8 graden op 1,5 meter op 4 juli 2019. „Aan de grond moet je daar enkele graden van af doen. Daar zou het toen 3 tot 5 graden kunnen hebben gevroren. Zeker in de Schoorlse Duinen en enkele kilometers zuidelijker bij Egmond aan Zee kan het ’s zomers plaatselijk bij helder windstil weer extreem afkoelen.”
Hoewel Egmond aan Zee een badplaats is, concurreert die volgens de vrieskoujager met de koudste plekken van België. „Egmond is 2 graadjes warmer, maar dat is een ongelooflijk goede prestatie. Al helemaal wanneer je bedenkt dat Egmond aan zee ligt en ook nog een stuk lager. Wanneer die hoger gelegen Belgische plekken aan zee hadden gelegen, zou Egmond sowieso kouder zijn.”
Dat het kustdorp op 1,6 kilometer van het strand ligt, doet er volgens Holvoet niet zo veel toe. „Onder ideale omstandigheden kan het zelfs op 300 meter afstand van de zee in beschutte windstille duinpannen kouder worden dan op de koudste plekken in het binnenland. Voorwaarde is wel dat er dan aflandige wind staat.”
Dat het aan zee inderdaad kouder kan worden dan de koudste plek in het binnenland bewijst de op één na laagste minimumtemperatuur van afgelopen winter. In Hupsel in de Achterhoek wordt op 9 februari op anderhalve meter -16,2 graden gemeten, terwijl een paar dagen later op 11 februari in de Egmondse duinpan van Holvoet op anderhalve meter -20,5 graden is geregistreerd.
„Of die -20,5 klopt moet ik nader onderzoeken”, zegt Holvoet. „Op de webcam zijn namelijk sleesporen in de sneeuw te zien.” De sensor blijkt deels uit het meetstation te hangen. De vrieskoujager denkt dat nieuwsgierige kinderen de kabel uit het meetkastje hebben getrokken. Holvoet heeft van het waterleidingbedrijf Noord-Holland twee nieuwe locaties nabij Egmond toegewezen gekregen waar hij mag meten. „Zodra de coronamaatregelen het toelaten, overweeg ik het meetstation daarnaartoe te verplaatsen.”
Holvoet is niet de enige vrieskoujager die afgelopen winter op jacht was naar de laagste waarde. Ook Weer.nl heeft in samenwerking met de VWK (Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie) in februari een poging gewaagd. Met behulp van een mobiel weerstation op de Posbank bij Rheden op de Veluwe hoopten zij ook een kouderecord in de wacht te slepen. Door windverstoring werd het niet kouder dan -12,7 graden.
Dat het op zandverstuivingen zoals op de Veluwe en in duinpannen aan de kust het hele jaar door veel kouder kan worden dan op officiële weerstations is een feit. „Meestal zijn de koudste plekken bij helder en windstil weer te vinden in duinpannen en op zandvlakten”, bevestigt de chef-redacteur Reinout van den Born van Weer.nl.
Zomermaanden
Nachtvorst in de zomermaanden heeft de Vlaamse vrieskoujager in ons land tot nu toe niet waargenomen. „Mogelijk heb ik de koudste duinpan van Nederland nog niet gevonden. Misschien zijn er nog duinpannen die alleen uit zand bestaan waar nog extremere dingen mogelijk zijn.”
Maar dat lijkt een kwestie van tijd. Zo registreerde hij op 13 mei 2019 op anderhalve meter met -7,5 graden matige vorst in de Egmondse duinpan. En een paar weken later vroor het op 29 mei op de valreep voor de zomermaanden zowaar nog 4,5 graden.
Van den Born van Weer.nl beaamt dat het meten van grondtemperaturen zoals Holvoet voorstelt zeker interessant kan zijn. „Het doen van onderzoek naar plaatselijke grondtemperaturen is van groot belang voor de land- en tuinbouw. Door klimaatverandering loopt de natuur eerder uit. In combinatie met grotere droogte maakt dat de kans op nachtvorstschade aanzienlijk groter. Alleen daarom al is onderzoek naar koude plekken van groot belang.”
Het weerstation met webcam in de Egmondse duinpan bekijken
Holvoets metingen inzien