De orde in de Spaanse enclave Ceuta aan de Noord-Afrikaanse kust zal zo snel mogelijk worden hersteld, verzekert de premier van Spanje. Pedro Sánchez zei dat nadat volgens hem 8000 migranten Ceuta hadden bereikt, die bij eb het Marokkaanse grondgebied hadden verlaten. De helft is teruggestuurd naar Marokko, meldt de Spaanse regering.
In de andere Spaanse enclave in Noord-Afrika, Melilla, kwam een klein aantal aan. Sánchez heeft vanwege de komst van de vele migranten een bezoek aan Parijs afgezegd en arriveerde dinsdagmiddag in Ceuta om steun te betuigen.
De regering stuurt legereenheden en 250 extra politieagenten naar Ceuta om de enclave te beschermen. Sánchez heeft beklemtoond dat Spanje de „integriteit van Ceuta tegen alle gevaren blijft beschermen”. De golf aan migranten was maandag volgens waarnemers mogelijk omdat de Marokkaanse grensbewakers plotseling afwezig bleken. Migranten konden zwemmend of lopend naar het Spaanse stuk kust.
Naar schatting 2000 migranten zijn minderjarig en kunnen niet zomaar worden teruggestuurd. De overwegend Marokkaanse migranten keerden zich onder meer met stokken en staven tegen agenten die hen tegen wilden houden. Drie leden van de Guardia Civil raakten gewond. Tijdens de tocht naar Ceuta is volgens plaatselijke media een migrant verdronken.
Marokko heeft onenigheid met Spanje en zou de bestorming van de enclave oogluikend hebben toegestaan. De regering in Rabat weerspreekt dat. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Arancha Gonzalez Laya, heeft de Marokkaanse ambassadeur in Madrid ontboden om haar onvrede over te brengen over de „massale toevloed” van Marokkaanse migranten. Zij bracht in herinnering dat de controle van de grens een verantwoordelijkheid is van beide landen samen, en dat dat zo moet blijven. Iets later maakte Marokko bekend zijn ambassadeur terug te roepen voor overleg.
De Marokkaanse politie werkte dinsdag, in tegenstelling tot de dag ervoor, wel mee met de pogingen de migranten tegen te houden en zette daarbij traangas in.
Aan de rand van Ceuta en Melilla liggen de enige twee landsgrenzen tussen Afrika en de Europese Unie. De enclaves zijn afgerasterd, maar eromheen bivakkeren veel migranten die proberen daar Spanje en de EU binnen te dringen zonder de Middellandse Zee over te hoeven steken.
De Europese commissaris van Binnenlandse Zaken, Ylva Johansson, heeft Marokko opgeroepen deze „ongeregelde vertrekken” te verhinderen. Ze vindt de toestand in Ceuta zorgelijk en beklemtoonde dat de Spaanse grenzen ook de Europese zijn. EU-president Charles Michel liet zich in soortgelijke bewoordingen uit. Sánchez waarschuwde dat de situatie een „serieuze crisis is voor Spanje, maar ook voor Europa”. De rust was dinsdagmiddag teruggekeerd.
Ceuta, een enclave aan de Noord-Afrikaanse kust 17 kilometer ten zuiden van het Spaanse vasteland, is al zeshonderd jaar een Europese bezitting en heeft nu een grens van ruim 6 kilometer met Marokko. Melilla ligt oostelijker aan de Noord-Afrikaanse kust en ongeveer 150 kilometer van het Spaanse vasteland. De enclaves beslaan gezamenlijk ruim 30 vierkante kilometer en hebben in totaal zo’n 170.000 inwoners.