‘Geen overhaaste beslissing nemen bij keuzemenu leerachterstand’
Scholen moeten zich vooral niet laten opjagen bij het kiezen uit de ‘menukaart’ van het ministerie van Onderwijs om leerachterstanden weg te werken, stelt CNV Onderwijs in een reactie op het uitgewerkte plan van het ministerie.
Volgens dit keuzemenu kunnen scholen in het basis- en voortgezet onderwijs kiezen uit verschillende opties. Het gaat bijvoorbeeld om een langere schooldag voor iedereen, extra lestijd na schooltijd voor bepaalde leerlingen of een-op-eenbegeleiding.
„Op dit moment hebben veel scholen hun handen meer dan vol aan alle geregel rondom corona-uitval en aan verwoede pogingen niet meer vertraging te laten ontstaan”, reageert Daniëlle Woestenberg, voorzitter van de onderwijsbond. „Tegen de scholen die gewoonweg de tijd niet hebben om nu al een keuze uit de menukaart te maken, zeggen we dan ook: laat je niet opjagen en kies dan maar wat later”, aldus Woestenberg.
Ze wijst erop dat iedere school sowieso recht heeft op een basisbedrag per leerling. „Het is beter om een goede keuze voor extra’s in zorgvuldige afstemming te maken dan om onder druk te kiezen voor een interventie die later toch niet blijkt aan te sluiten bij de behoefte. Dat geeft alleen frustratie, is slecht voor iedereen en zonde van het geld.”
CNV Onderwijs vindt ook dat het schoolteam en de medezeggenschapsraad nauw betrokken moeten zijn bij de keuzes uit de menukaart. In een schoolteam zitten onder meer leraren, conciërges en klassenassistenten. In de medezeggenschapsraad worden ook de ouders vertegenwoordigd. „Juist de medezeggenschap en het team hebben het beste zicht op dat wat voor de leerlingen nodig is en welke interventies passen bij de school”, zegt Woestenberg.
De Algemene Onderwijsbond (AOb) pleit voor een meer structurele oplossing. „Het is goed dat het onderwijs meer geld krijgt”, zegt voorzitter Tamar van Gelder. „Het probleem is dat het incidenteel geld is. Na twee jaar verdwijnt het weer.” Volgens de voorzitter is deze investering niet genoeg om mensen vast in dienst te nemen. Voor het plan van Slob heeft het onderwijs meer leraren nodig, denkt ze. „Die extra leraren trek je niet het onderwijs in met een zeer tijdelijke aanstelling.”