Was Napoleon schurk of held?
Dat de Franse president Emmanuel Macron woensdagavond stilstond bij de 200e sterfdag van Napoleon Bonaparte (1769-1821) was allerminst vanzelfsprekend. Zijn voorgangers hielden zich liever afzijdig van deelname aan herdenkingen rond de keizer.
Zo weigerde toenmalig president Jacques Chirac in 2005 mee te werken aan de herdenking van de Slag bij Austerlitz, waar Napoleon in 1805 de Oostenrijkse en Russische legers versloeg.
Het laatste Franse staatshoofd dat Napoleon officieel herdacht was Georges Pompidou, president van 1969 tot 1974. Pompidou vierde de 200e geboortedag van Napoleon in 1969 met de opmerking dat er „geen glorieuzere naam is dan die van Napoleon. Hij begon met niets, verloor alles en heeft alles verkregen.” Zo hoteldebotel is het algemene gevoelen rond Napoleon allang niet meer. Voor sommige Fransen geldt hij eerder als een kleine tiran. Het was voor Chirac reden om zich niet al te zeer met zijn verre voorganger te verbinden.
Macron koos woensdag een middenkoers. Hij noemde Napoleon „een deel van ons” en prees zijn verdiensten als wetgever en verdediger van de nationale soevereiniteit. Maar hij memoreerde ook de „fouten” van Napoleon, zoals het feit dat hij de tijdens de Franse Revolutie afgeschafte slavernij weer invoerde. Net als met zijn „willekeurige uitoefening van solitaire macht” verraadde Napoleon daarmee „de geest van de Verlichting.”
De Franse president gaf aan te streven naar een „gewogen herdenking”, waarbij de geschiedenis als geheel onder ogen moet worden gezien. Hij onderstreepte daarbij niet toe te willen geven „aan hen die het verleden willen uitwissen omdat die niet overeenstemt met hedendaagse ideeën.” Macron koos daarmee positie in het bredere debat over de omgang met historische figuren die volgens hedendaagse morele maatstaven van hun sokkel (moeten) vallen.
Wat sommige Fransen betreft ondergaat Napoleon een dergelijk lot. In Le Monde riepen activist Louis-Georges Tin en historicus Olivier Le Cour Grandmasion er recent toe op Napoleons praalgraf in de Dôme des Invalides te ontruimen. „Hoe kunnen we een man herdenken die de vijand was van de Franse Republiek, van een groot aantal Europese volken en van de mensheid, omdat hij een slavendrijver was?” Anderen, zoals het centrumrechtse parlementslid Eric Ciotti, gingen helemaal aan de andere kant van de boot hangen. „Aan ieder die onze geschiedenis wil uitwissen heb ik één boodschap”, twitterde hij. „Leve Napoleon! Leve de keizer!”
Het Elysée stelt met geschiedenis te willen omgaan zonder te vervallen in „hagiografie, noch in ontkenning, noch in berouw.” Met die houding probeert de Franse regering ook het omstreden koloniale verleden in Algerije en de Franse rol rond de genocide in Rwanda te benaderen.
„De vijand van de geschiedenis is de moraal”, schreef de Franse historicus Patrice Gueniffey deze week in Le Figaro. „Als men oordeelt volgens de maatstaf van de moraal, is alle geschiedenis veroordelenswaardig, of bijna alle.” Dat is onmiskenbaar waar. Moraal is van belang in de beoordeling van personen die op onze al dan niet figuurlijke sokkels staan. Maar herdenken hoeft niet hetzelfde als vereren te zijn.