Journalisten rond het Witte Huis vinden dat hun werk saai is geworden. Na de permanente ruis rond Donald Trump valt er over Joe Biden weinig opzienbarends te melden. Toch zit ”Sleepy Joe” niet stil en roept hij reacties op.
Wie na honderd dagen de stijl van Biden vergelijkt met die van Trump, kan niet anders dan constateren dat het rustiger is geworden in politiek Amerika.
Journalisten hoeven, zoals ten tijde van Trump, niet vroeg op te staan om de nachtelijke tweets van de president te lezen en daarover berichten te maken. Over ruzies van Biden met medewerkers horen ze ook weinig.
Trump had in de eerste honderd dagen al flinke problemen met belangrijke medewerkers, zoals met nationaal veiligheidsadviseur Michael Flynn, met openbaar aanklager Preet Bharara en met FBI-directeur James Comey. Zij moesten binnen enkele maanden het veld ruimen. Binnen de medewerkerskring van Biden lijkt het rustig. Vandaar dat journalisten in Washington de herrie rond Trump missen.
Daarmee is echter nog niet gezegd dat de Amerikaanse maatschappij met het aantreden van Biden in rustiger vaarwater is gekomen. Barbara Perry, directeur van het Miller Center voor presidentiële studies van de University of Virginia, zegt: „Bidens optreden zorgt voor meer kalmte in de politiek en in de samenleving. Maar de verdeeldheid is bepaald niet minder geworden. Voor de gapende wond van de polarisatie heeft hij nog geen pleister gevonden.”
Dat laatste weegt zwaar. Biden beloofde tijdens de verkiezingscampagne dat hij president van alle Amerikanen wil zijn en streeft naar samenwerking over de partijmuren heen. „Dat lijkt hem niet te lukken”, zegt Perry. „Deels komt dat doordat de grondhouding van de Republikeinen is dat Biden geen goed kan doen. Dus stemmen ze tegen bijna elk voorstel van de president. Maar voor een ander deel is het ook omdat de Democraten op hun beurt weinig rekening houden met de gevoeligheden die er bij de oppositie zijn.”
Een belangrijke factor hierbij is het optreden van de progressieve vleugel van de Democraten. Onder aanvoering van senator Bernie Sanders en afgevaardigde Alexandra Ocasio-Cortez, probeert deze Biden verder naar links te trekken – en dus verder bij de Republikeinen vandaan.
Impopulair
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Biden relatief impopulair is voor een president die net honderd dagen aan de macht is. Volgens peilingbureau FiveThirtyEight waardeert gemiddeld 54 procent van de Amerikaanse bevolking Bidens optreden positief in recente opinieonderzoeken. Alleen Gerald Ford en Trump scoorden nog lager: Ford werd in 1974 na zijn eerste honderd dagen door 48 procent van de Amerikanen gewaardeerd; Trump haalde in de vergelijkbare periode 42 procent. De gemiddelde waardering na de eerste honderd dagen van een president ligt op 66 procent. Daar scoort Biden ver onder.
Wie de onderliggende cijfers bekijkt, ziet dat er onderwerpen zijn die kiezers positief beoordelen. Er is waardering voor Bidens aanpak van de coronapandemie (65 procent) en voor zijn economisch steunpakket (64 procent). Duidelijk minder is de waardering voor het oplossen van het migratieprobleem (37 procent) en voor zijn pleidooi voor een grotere rol van de overheid (45 procent).
Net zoals destijds bij Trump, is de waardering voor Biden bij zijn politieke tegenstanders zeer laag. Trump kreeg na honderd dagen slechts van 13 procent van de Democraten een positieve beoordeling. Biden haalt nu datzelfde percentage bij de Republikeinen.
Juist dat laatste illustreert dat hij er niet in slaagt de verbinder tussen beide politieke kampen te zijn, zoals hij wel had beloofd. Republikeinen –en breder: conservatieven– hebben grote moeite met de politieke koers van de huidige president.
Kevin McCarthy, de fractieleider van de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden, noemt Bidens verkiezingsbelofte een gematigde politiek te zullen voeren „misleidende reclame.” „De president heeft schone beloften gedaan, maar na honderd dagen moet je constateren dat daar niets van terecht is gekomen.” Hij vindt dat Biden ook niet de minste moeite doet om toenadering te zoeken. In een interview met Fox News vertelde hij onlangs dat Biden hem nog geen enkele keer voor een gesprek heeft uitgenodigd.
Daadkracht kan Biden niet worden ontzegd. Binnen drie maanden heeft hij tal van plannen gepresenteerd. Het is duidelijk zijn ambitie om ingrijpende veranderingen tot stand te brengen. Als het gaat om Bidens aanpak van de coronacrisis, is een deel van de Republikeinen positief.
Momenteel worden inderdaad dagelijks 3 miljoen mensen gevaccineerd. Waarbij er fijntjes –en terecht– op wordt gewezen dat dit alleen mogelijk is doordat president Trump vorig jaar al enorme bestellingen bij de makers van vaccins heeft geplaatst. Ook voor het economisch steunpakket van 1900 miljard dollar hebben sommige Republikeinen nog wel een goed woord over.
Afkeurenswaardig
Maar tal van andere maatregelen en voorstellen vinden de politieke opponenten van Biden bedenkelijk of afkeurenswaardig. Weliswaar zijn ze met hem van mening dat de Amerikaanse infrastructuur hard toe is aan groot onderhoud. Toch willen ze niet meegaan met Bidens voorstel om daarvoor 2300 miljard vrij te maken.
Hoofdbezwaar is niet zozeer de hoogte van het budget, maar vooral dat een groot deel van het geld niet in onderhoud van bruggen en wegen wordt gestopt, maar in klimaatverbetering. Dat vinden de Republikeinen links gedoe.
Zij verwijten de president dat hij daarmee te veel toegeeft aan de progressieve vleugel van zijn eigen partij. En inderdaad, die is positief over de voorstellen – juist omdat klimaat en milieu veel aandacht krijgen.
Een politiek beladen thema is de hervorming van de politie. Dat daar veranderingen noodzakelijk zijn, is geen punt van discussie. Ook president Trump heeft dat gezegd. Maar over de mate waarin dit moet gebeuren, verschillen de twee politieke partijen van mening.
Democraten vonden vorig jaar dat Trump niet ver genoeg ging. Republikeinen zeggen nu dat Biden te ver gaat. Een groep senatoren deelde vorige week mee te werken aan een compromiswet. Daar doet ook de Republikein Tim Scott, een Afro-Amerikaan, aan mee. De vraag is echter of dit compromis voldoende steun krijgt.
Veel moeite hebben Republikeinen ook met de harde maatregelen die Biden per decreet heeft genomen op het terrein van de meer zachte, identiteitsgevoelige onderwerpen. De verregaande liberalisering van de regels voor lhbt’ers heeft conservatieve Amerikanen bijzonder verontrust. Een van de eerste daden van Biden was: per decreet regelen dat transgenders in scholen, sporthallen en publieke gebouwen gebruik mogen maken van toiletten naar keuze.
Daarnaast wil Biden haast maken met de ”Equality Act” (de Amerikaanse variant van de Nederlandse antidiscriminatiewet), waardoor identiteitsgebonden instellingen ernstig in het gedrang komen als zij bezwaar maken tegen de levenswijze van homoseksuelen en transgenders. Ook de besluiten die Biden neemt op gebied van abortus verontrusten Republikeinen in hoge mate.
De politieke en maatschappelijke tegenstellingen zijn in Amerika dus nog steeds levensgroot. En dat terwijl Biden zo nadrukkelijk heeft beloofd als president boven de partijen te staan en de samenwerking met Republikeinen na te streven.
Hij dacht ook dat hem dit zou lukken, omdat hij in de 36 jaar dat hij in het Congres zat, voldoende ervaring op dit punt zou hebben opgedaan. Inderdaad is het hem toentertijd een aantal keren gelukt de politieke kloof te overbruggen. Dat blijkt nu echter erg moeilijk te zijn.
Al ligt dit net zozeer aan de opstelling van de Republikeinen als van de Democraten. Biden is tot op heden een president die ‘gewoon’ het beleid van zijn partij uitvoert. En wanneer hij weet geen –of te weinig– steun van Republikeinse Congresleden te krijgen, dan zoekt hij welbewust omwegen.
Een voorbeeld: hij voert dan een maatregel niet per wet in, maar per decreet. Voor dat laatste heeft hij geen goedkeuring van het Congres nodig. Nadeel is wel dat een opvolger de maatregel weer kan terugdraaien. Dat kan bij een wet niet. Maar door die tactiek vervreemdt hij de Republikeinen nog meer van zich.
Toch beweert het Witte Huis dat Biden er ook nu in slaagt de president van de Republikeinse Amerikanen te zijn. Anita Dunn, politiek adviseur van Biden, legt het uit. „Als je ”bipartisan” opzoekt in het woordenboek, dan betekent dit: met steun van Democraten en Republikeinen. Maar er staat niet bij dat het Republikeinen in het Congres moeten zijn.”
Met andere woorden: Biden weet de Republikeinse Congresleden niet voor zich te winnen, maar de kiezers wel. Die bewering wordt echter (nog) niet gestaafd met de cijfers uit opinieonderzoeken.Als de eerste honderd dagen van Joe Bidens presidentschap een voorspelling zijn voor de komende jaren, zal de polarisatie in de Amerikaanse politiek én samenleving ook onder zijn leiding niet afnemen.