Russische troepen die bij de grens met Oekraïne bezig waren met militaire oefeningen, zijn zoals aangekondigd begonnen aan hun aftocht. Dat melden persbureaus in Rusland. De aanwezigheid van het leger leidde in de afgelopen weken tot grote spanningen tussen Oekraïne en Rusland.
De Russen werden door Kiev beschuldigd van het dreigen „met oorlog en de vernietiging van de Oekraïense staat”. Daarop reageerde Moskou door te zeggen dat de „Russische activiteiten op Russisch grondgebied” voor niemand een bedreiging vormden. Beide landen gaven elkaar de schuld van de gespannen situatie.
Het Russische ministerie van Defensie maakte donderdag bekend dat de oefeningen zouden eindigen. De militairen, volgens EU-schattingen waren het er zo’n 100.000, moeten op 1 mei weer terug zijn op de bases waar ze normaal gelegerd zijn. Die aankondiging werd verwelkomd door de Oekraïense president Volodimir Zelenski, die zei dat zijn leger nog wel „waakzaam” zou blijven.
De ruzie tussen Rusland en Oekraïne vond plaats tijdens een opleving van het geweld in Oost-Oekraïne. Pro-Russische separatisten vechten er sinds de annexatie van de Krim door Rusland in 2014 tegen het leger van Oekraïne. Het was sinds juli vorig jaar relatief rustig door een wapenstilstand, maar die werd in de recente weken meermaals geschonden. Door het gewelddadige conflict zijn door de jaren heen meer dan 13.000 doden gevallen.
De terugtrekking van de Russische troepen zorgt ervoor dat de spanningen aan de grens weer afnemen, verwacht de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Koeleba. Dit zal volgens hem geen einde maken aan de escalatie van de situatie of het gewelddadige conflict in Oost-Oekraïne. Koeleba roept zijn bondgenoten op de situatie in de gaten te houden en indien nodig maatregelen te treffen om Rusland af te schrikken.