Fruitgaarden overdekt met zonnepanelen, het lijkt het ei van Columbus. De kappen beschermen het fruit tegen weersinvloeden, leveren tegelijkertijd energie en er gaat geen kostbare landbouwgrond meer verloren.
Zachtfruitteler Rini Kusters in Wadenoijen heeft sinds kort 1,5 hectare rode bessen onder het glas dat energie levert. Kusters heeft plannen voor nog eens 2,2 hectare. Bovendien wil hij ook zijn 2 hectare pruimen op dezelfde manier gaan telen. Nederland heeft hiermee op deze schaal een wereldprimeur. De Wageningse universiteit houdt een oogje in het zeil en onderzoekt de komende jaren voor- en nadelen.
De inventieve Betuwse teler is er van overtuigd dat het nieuwe systeem –ondanks het te verwachten productieverlies– de nieuwe teelttoekomst is. Moeiteloos somt hij de voordelen op. „De lichtdoorlatende zonnepanelen beschermen de bessenstruiken. Ze staan op 2.30 meter hoogte en ik kan er dus met mijn tractor onderdoor.
Er is sprake van minder schimmels omdat vocht via een druppelsysteem beter gereguleerd kan worden en wind er makkelijk onderdoor waait. Daardoor hoef ik nog maar 30 procent van de gebruikelijke bestrijdingsmiddelen te gebruiken. In het voorjaar is het onder glas warmer en in de zomer juist koeler, waardoor bijen voor meer en betere bestuiving zorgen.”
Minder hittestres
Andere pluspunten zijn minder hittestress in de zomer, dus betere regulering van de plukmomenten. Het nadeel van een wat latere oogst, blijkt bovendien in het voordeel van de teler te werken. Immers, een gespreide aanvoer zorgt meestal voor betere prijsvorming.
Minder zonlicht is ook een geringere productie en een lager suikergehalte, weet iedere fruitteler. Dat beseft ook de fruitpionier. „Bessen, bramen en frambozen zijn echter zogenoemd schaduwfruit. Die gewassen groeiden vroeger onder bomen. Ze hebben dus minder zonlicht nodig dan appels en peren. Bovendien verwacht ik door de iets tragere groei een betere kwaliteit fruit, die ook nog eens langer houdbaar is in de koelcellen. De prijs compenseert daarmee het productieverlies. Maar voor mij telt vooral ook dat je nu minder beducht hoeft te zijn voor slechte weersomstandigheden. De struiken hebben minder snel last van nachtvorst. Ik heb geen gedoe met kapotte plastic tunnels bij storm en nauwelijks overproductie tijdens hete zomers.”
Maar ook de duurzaamheidscomponent speelt een rol. „Kostbare landbouwgrond blijft gespaard door het plaatsen van zonnepanelen boven boomgaarden. Je houdt zo tuinbouwgrond over. Ook zonder subsidie voor dit pilotproject zou ik het zo gedaan hebben. Ik geloof in dit systeem. Daarom wil ik volgend jaar ook pruimenbomen onder zonnepanelen plaatsen als proef.”
Ingenieur Herman Helsen van Wageningen Plant Research in Randwijk, onderdeel van de Wageningen Universiteit & Research, begeleidt het project. „De oppervlakte rode bessen in deze pilot is voor zover bekend uniek in de wereld. In Babberich zijn we vorig jaar gestart met een soortgelijk systeem bij de frambozenteelt. Dit jaar leveren de systemen voor het eerst elektriciteit.
Minder energie
De lichtdoorlatende panelen bestaan voor 40 procent uit zonnecellen en produceren dus minder energie dan reguliere zonnepanelen. Desondanks is het voor energieleveranciers interessant genoeg om hier in te investeren. Het zorgt ook voor minder maatschappelijke weerstand doordat er geen extra landbouwgrond wordt gebruikt. Dit jaar meten we het productieverlies bij het gewas en we onderzoeken hoeveel licht nodig is voor een maximaal rendement.”
Of een fruittelend energiebedrijf inderdaad de grondbesparende duurzaamheidsoplossing is, moet nader onderzoek uitwijzen. In de Randwijkse proeftuin start binnenkort een praktijkstudie naar de teelt van peren onder zonnepanelen.