Het Outbreak Management Team (OMT) heeft het kabinet „met klem” geadviseerd te wachten met de dinsdag aangekondigde versoepelingen van de coronamaatregelen, totdat vaststaat „dat de piek inderdaad achter ons ligt”. En dat is volgens de deskundigen „op basis van de huidige getallen” nog onduidelijk.
Dat staat in het jongste OMT-advies dat zorgminister Hugo de Jonge naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Ondanks de waarschuwingen heeft het kabinet besloten dat volgende week de avondklok wordt opgeheven, de terrassen open mogen, en er meer ruimte komt voor onder meer winkels en het hoger onderwijs.
Het OMT constateert wel „dat de epidemie zich op een plateau of nabij de piek bevindt”. Dat geldt ook voor het aantal ziekenhuis- en ic-opnames. Van een daling is evenwel nog geen sprake. „Alle indicatoren wijzen nog steeds op een situatie passend bij het risiconiveau ‘zeer ernstig’.”
Vergeleken met een week geleden is het OMT wel iets minder somber over het effect van de versoepelingen. De timing daarvan „lijkt de hoogte en het tijdstip van de piek niet langer te beïnvloeden”, maar drukt waarschijnlijk wel „de snelheid waarmee de huidige golf zal gaan dalen”. Hoe later er versoepeld wordt, hoe sneller de druk op de zorg wordt verlicht.
Het OMT wijst er verder op dat de prognoses voor de korte termijn nog altijd onzeker zijn. Veel hangt af van de naleving van de overgebleven maatregelen, de snelheid van het vaccineren, maar ook de vraag of de vaccins ook de transmissie van het virus tegengaan, en voldoende raad weten met eventuele mutanten.
Net als demissionair premier Mark Rutte hamert het OMT op het belang van naleving van de basisregels, zoals afstand houden, vaak de handen wassen en thuisblijven bij klachten of na contact met een besmet persoon. Alleen als veel mensen zich daar aan houden, worden op korte termijn verdere versoepelingen mogelijk.
Het OMT zegt evenwel signalen te krijgen dat het daar met name in volle treinen en bussen aan schort. Het wijst daarbij ook op de verantwoordelijkheid van de vervoerbedrijven. „Het zorgdragen voor voldoende beschikbare ruimte tijdens vervoer helpt in belangrijke mate de uitvoering van de basisregels.”