Dreigement Iran zet gesprekken atoomdeal fors onder druk
Teheran gaat uranium tot 60 procent te verrijken – ver boven het toegestane niveau. Het is het Iraanse antwoord op „nucleair terrorisme” van Israël. En opnieuw een zorgelijke escalatie.
Natanz, zo’n 300 kilometer ten zuiden van Teheran, zondagmorgen vroeg. Een krachtige explosie, in combinatie met een cyberaanval. Die leggen de stroomvoorziening in het Iraanse nucleaire complex in Natanz plat. Belangrijkste gevolg: de circa 6000 centrifuges die uranium verrijken, vallen stil. Een flink aantal raakt zwaar beschadigd.
Het is de zoveelste aanslag op een Iraanse atoominstallatie, en ook niet de eerste in Natanz. Vorig jaar juli legde een mysterieuze brand een deel van het complex al in de as. De actie van zondag was zeer gedurfd, want de bom die is gebruikt, is de extreem zwaar beveiligde ondergrondse faciliteit binnengesmokkeld en op afstand tot ontploffing gebracht. Dat wist The New York Times, op basis van anonieme Israëlische veiligheidsfunctionarissen, deze week te melden.
Symbolisch
De sabotage, die naar alle waarschijnlijkheid het werk van de Israëlische inlichtingendienst Mossad is, kwam op een symbolisch moment. Iran vierde zaterdag Iran de Nationale Dag van de Nucleaire Technologie. Die festiviteiten werden onder andere opgeluisterd met de publieke ingebruikname van twee nieuwe types verrijkingscentrifuges. Maar belangrijker nog: momenteel heeft in Wenen overleg met Iran plaats over een nieuw atoomakkoord om de Iraanse nucleaire ambities in te dammen.
De vorige atoomdeal dateert uit 2015. Daarin werd afgesproken dat Iran op beperkte schaal uranium mag verrijken voor medische en onderzoeksdoeleinden. De Amerikaanse president Donald Trump stapte in 2018 uit het akkoord en sinds 2019 nam Iran daarom de vrijheid de afspraken uit de overeenkomst stelselmatig te schenden.
De aanslag in Natanz is klaarblijkelijk bedoeld om de besprekingen in de Oostenrijkse hoofdstad te beïnvloeden. Vooral Israël verdenkt Iran ervan in het geheim aan de ontwikkeling van kernwapens te werken en wantrouwt elke poging om Teheran via een internationaal akkoord op andere gedachten te brengen.
Atoombom
In een reactie op de sabotage heeft Iran woensdag aangekondigd de verrijking van uranium naar 60 procent op te schroeven. Onder het oude atoomakkoord was een plafond van 3,67 procent afgesproken, hoewel Teheran de afgelopen tijd al percentages van rond de 20 bereikte. Een verhoging naar 60 procent zou niet alleen een ongekende schending van de afspraken betekenen, maar zou het land ook een forse stap dichterbij de 90 procent opwerking brengen die nodig is voor de productie van een atoombom.
De Iraanse president Hassan Rohani bezwoer woensdag dat Iran binnen enkele dagen de uraniumverrijking in hoog tempo zou opvoeren. De vraag is echter of Iran dat dreigement op korte termijn kan waarmaken.
Uit eerste analyses van westerse inlichtingendiensten zou blijken dat het Iraanse atoomprogramma door de explosie in Natanz flinke vertraging heeft opgelopen. Sommige deskundigen spreken van wel negen maanden oponthoud.
Iran beschikt weliswaar over meer opwerkingsfabrieken, onder andere in Fordow, maar die hebben een veel geringere capaciteit dan het centrum in Natanz.
De laatste ontwikkelingen zetten in elk geval de besprekingen over het Iraanse atoomprogramma in Wenen onder forse druk. Zowel de Verenigde Staten als Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland spraken woensdag van „ernstige zorgen” over het dreigement de uraniumverrijking tot 60 procent op te voeren. Teheran heeft geen enkel geloofwaardig civiel doeleinde om radioactief materiaal tot dat niveau op te werken, aldus een verklaring.
Iraanse staatsmedia riepen de regering woensdag op uit de onderhandelingen in de Oostenrijkse hoofdstad te stappen. Het stopzetten van het nog maar pas begonnen overleg doet de vrees voor escalatie alleen maar toenemen.
Jeruzalem zag nooit brood in nucleaire deal met Teheran
Van meet af aan is Israël tegen de atoomdeal met Iran geweest.
De Verenigde Staten, Rusland, China, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland sloten dit akkoord in 2015.
Het doel was de Iraanse nucleaire ambities af te remmen. Iran zou voorlopig geen nucleaire wapens kunnen maken. In ruil voor de Iraanse concessies zouden sancties worden opgeheven. Westerse bedrijven konden weer handelen met Iraanse.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft steeds gesteld dat de afspraken Iran juist de mogelijkheid boden op termijn atoombommen te produceren. Dat is een schrikbeeld voor Israël, want Iraanse leiders hebben gezegd dat de Joodse staat dient te verdwijnen. Voor Israël was het dan ook een meevaller dat de Amerikaanse president Donald Trump de VS in 2018 terugtrok uit de deal en de sancties hernieuwde.
Die druk had tot een betere deal moeten leiden, waarbij Iran aan scherpere inspecties zou worden onderworpen, af zou zien van de steun aan terreurgroepen in het Midden-Oosten en met het raketprogramma zou stoppen. Maar de stap had een averechts effect.
Opties
Sommigen zeggen dat Israël juist moet meewerken met de Amerikaanse regering van Joe Biden om tot een betere deal te komen. Maar het officiële standpunt is dat Israël tegen de hernieuwing van het akkoord is.
Danny Danon, oud-ambassadeur van Israël bij de VN, vindt dat de overeenkomst al slecht was in 2015 en vandaag nóg slechter is. Israël kan de ontwikkelingen in Iran volgens hem niet accepteren en moet alle opties openhouden.
„We moeten zorgvuldig luisteren naar de dreigementen van Iran, meer dan naar de beloften van onze bondgenoten. Daarom houden we alle opties op tafel. We zijn vastbesloten Iran geen nucleaire capaciteit te laten bereiken. Ik geloof dat we strengere sancties moeten opleggen, het leven van het leiderschap moeilijker moeten maken en hen moeten dwingen koers te veranderen. Die sancties moeten niet alleen van de VS komen, maar ook van de internationale gemeenschap”, aldus Danon.
Israël en Iran voeren schimmige zeeoorlog achter de schermen
Israël en Iran zijn al twee jaar in een schimmige zeeoorlog verwikkeld. Die onttrekt zich veelal aan de waarneming. Maar niet altijd.
Een serie explosies trof afgelopen dinsdag de autocarrier Hyperion Ray, eigendom van een Israëlische rederij. Het schip lag voor anker in de buurt van de kust van de Verenigde Arabische Emiraten. Vorige maand schoot Iran een raket af op het containerschip Lori, ook van een Israëlische eigenaar.
Vorige week ontplofte een aantal kleefmijnen op de Saviz, een tot spionagecentrum omgebouwd vrachtschip dat de Iraanse Revolutionaire Garde permanent in de Rode Zee heeft gestationeerd. Vermoedelijke dader: de Israëlische geheime dienst.
Het zijn slechts drie incidenten op een groeiende lijst van wederzijdse aanvallen op zee die Israël en Iran de afgelopen twee jaar hebben uitgevoerd.
Ook vóór 2019 had Israël het af en toe op Iraanse schepen voorzien. Doorgaans waren die gevuld met wapens en ander oorlogstuig voor Palestijnse strijders in de Gazastrook.
Maar het maritieme front tussen de twee aartsvijanden is de afgelopen twee jaar flink roeriger geworden. Dat heeft vooral te maken met toegenomen illegale Iraanse oliesmokkel, waarvan de opbrengsten worden gebruikt om onder andere de Libanese terreurbeweging Hezbollah en pro-Iraanse milities in het grensgebied tussen Syrië en Israël te financieren. Iraanse tankers zouden inmiddels enorme omwegen maken om aanvallen te ontlopen.
Verantwoordelijkheid
Israël heeft nooit publiekelijk de verantwoordelijkheid voor aanvallen op Iraanse schepen met bestemming Syrië opgeëist. Maar anonieme bronnen wijzen duidelijk in die richting. Omgekeerd geldt hetzelfde voor Iran, dat overigens ook verantwoordelijk wordt gehouden voor recente aanvallen op andere buitenlandse schepen, vooral olietankers.
Farzin Nadimi van het Washington Institute for Near Eastern Policy waarschuwde deze week dat de zeeoorlog tussen Iran en Israël beperkt van omvang is, maar door de opgelopen spanningen snel uit de hand kan lopen.