Mens & samenleving

Kleinkinderen: eigen, maar dan een tikkeltje anders

Kleinkinderen verrijken het leven, daar zijn grootouders het over eens. Maar op welke leeftijd je opa of oma wordt, blijkt wel verschil te maken. Drie echtparen over hun grootouderschap.

Joe-Lize Brugge
14 April 2021 16:03
Opa en oma Wijnmaalen met kleinkinderen Emma en Pieter. beeld RD, Anton Dommerholt
Opa en oma Wijnmaalen met kleinkinderen Emma en Pieter. beeld RD, Anton Dommerholt

Poppen nog in huis

Het speelgoed is nooit de woonkamer uit geweest bij Ad Peene (53) en Petra Peene-Jacobse (52). Ze waren 49 jaar toen hun eerste kleinkind werd geboren. Jongste dochter Hannah zat destijds nog in groep 4. Vroeg opa en oma worden, heeft zeker voordelen, vindt het Middelburgse echtpaar. „Je hebt alle kinderspullen nog in huis.”

Het stel heeft intussen, naast acht kinderen, vier kleinkinderen. Geordend hangt het nageslacht in foto’s aan de muur. „Onze oudste zoon heeft twee jongens: Thomas van vier en Milan van drie”, wijst Ad aan. Zijn vinger schuift opzij. „En dat zijn de meiden van onze oudste dochter: Viënna van vier en Liza van zo’n vijf maanden.”

16991993.JPG
beeld RD

Vooral de geboorte van het eerste kleinkind vond het echtpaar bijzonder. Ad glimlacht naar zijn vrouw. „Jij wilde hem gelijk vasthouden.” Als man had hij die behoefte minder. „Ik vond het vooral speciaal om een nieuwe generatie te zien opkomen en een stamhouder te krijgen.”

In het begin ervaarde de Zeeuw het grootouderschap als onwezenlijk. Zijn eigen opa’s en oma’s overleden toen hij jong was. „Ik heb zelf nooit bewust een band met mijn grootouders gehad en dan ben je zelf ineens opa.” Zijn rol als grootvader bevalt hem goed. „Opa zijn gaat automatisch; dat voelt gewoon vertrouwd.”

Jong grootouder zijn, heeft vooral mooie kanten, benadrukt Petra. „We zijn nog gezond en kunnen voor de kleintjes zorgen.” Ze denkt even na. „En het leeftijdsverschil met je kinderen is niet groot”, vervolgt ze dan. „Onze jongste is maar zeven jaar ouder dan onze oudste kleindochter. Die spelen heerlijk samen met poppen.”

Een klein nadeel is dat Ad als jonge grootvader nog niet met pensioen is. „Doordeweeks zie ik de kleintjes minder dan Petra, omdat ze vaak net weggaan als ik thuiskom.”

Regelmatig wipt het nageslacht bij opa en oma aan. Die staan altijd klaar om op te passen, ook als dat minder goed uitkomt. „Dan gooien we onze eigen plannen om”, stelt Ad nuchter. „We doen er de kinderen en kleinkinderen zó veel plezier mee.” Zijn echtgenote is het roerend met hem eens. „Het oppassen ervaren we niet als een last. Het is een vreugde om opa en oma te zijn.”

Eens per week is Petra oppasoma. Ze vindt wel dat de opvoeding van de kleinkinderen vooral bij de ouders moet liggen. „Ik wil niet oppassen zodat de kinderen meer kunnen werken.”

Het echtpaar Peene ziet de kleinkinderen als een prachtig bezit en tegelijkertijd als een grote verantwoordelijkheid. Nadenkend staart Petra uit het raam. „Je draagt zowel de kinderen als de kleinkinderen met je mee. Je wilt je kleinkinderen vormen zoals je ook bij je kinderen deed.” Ze zwijgt even. De klok verbreekt tikkend de stilte.
„Je ziet dan ook je tekortkomingen. Soms twijfel ik of ik de kinderen genoeg mee heb gegeven om hun kinderen op te voeden.” Het nageslacht onderwijzen op geestelijk gebied is een essentiële taak van grootouders, vindt Petra. „Je vertelt de kleinkinderen dat ze een nieuw hart nodig hebben en probeert hen daarin voor te leven.”

16991994.JPG
beeld RD

Juist in coronatijd zie je dat aardse zaken niet belangrijk zijn vergeleken met de eeuwigheid, peinst de oma van het viertal. Jonge kleinkinderen beseffen dat nog niet, ervaart ze. „Maar je kunt wel laten zien dat we niet alleen voor het hier en nu leven.” Het goede voorbeeld geven is volgens het echtpaar niet eenvoudig. „De kleinkinderen zijn hier niet altijd in huis”, legt Ad uit. „Een geestelijk gesprek moet spontaan gaan, bijvoorbeeld door aan te haken bij het Bijbelverhaal dat ze op school hoorden.”

Grootouders kunnen wel altijd hun nageslacht opdragen in gebed, vult Petra aan. „We vertellen de kinderen: weet dat we altijd voor jullie en jullie kinderen bidden.”

Minder werk, meer oppassen

Hoteldebotel waren Rien Moerdijk (63) en Elly Moerdijk-Zoeteman (63) toen ze de dag voor Moederdag 2020 hoorden dat hun dochter in blijde verwachting was. „Dat bericht was het mooiste moederdagcadeau dat ik ooit ontving.”

De zwangerschap van dochter Nisanne en de geboorte van kleindochter Lize-Marie liggen bij het echtpaar uit Woudenberg nog vers in het geheugen. „Ik weet nog dat Nisanne en haar man Gert-Jan aankwamen met een taart”, vertelt Rien. „Wacht, dan pak ik een foto”, onderbreekt zijn vrouw hem. Uit het donkerbruine dressoir haalt ze een lijstje. Op de foto is te zien hoe Nisanne en Gert-Jan het gebak aansnijden. Boven op de taart staat een foto van de twaalfwekenecho. Rien: „We waren blij verrast;
Nisanne, de jongste van onze twee kinderen, was al anderhalf jaar getrouwd. En je weet sowieso niet of je kleinkinderen krijgt.” Intussen zoekt Elly op haar mobiel naar meer foto’s. Ze laat een slapende baby zien. „Kijk, hier was Lize-Marie net geboren.”

16992000.JPG
beeld RD

De laatste loodjes van Nisannes zwangerschap waren spannend voor de toekomstige opa en oma omdat hun dochter tien dagen over tijd liep. „De smartphone ging altijd mee, zodat we overal bereikbaar waren”, vertelt Rien. Op 2 december vorig jaar belde Gert-Jan om de kersverse grootouders te feliciteren. Toen de telefoon ging, wist opa Moerdijk het gelijk: de baby is geboren.

Elly had een geboortemand met acht cadeautjes gemaakt. „Elke dag kreeg de baby er eentje.”

Het echtpaar ervaart het niet als vanzelfsprekend om grootouder te worden. „Wij waren al 36 toen we trouwden. Dan is het bijzonder dat je kinderen en een kleindochter krijgt”, vindt Elly.

Nu doceert Rien nog vier dagen per week op het Hoornbeeck College in Amersfoort en zijn vrouw twee dagen op het Van Lodenstein College in Hoevelaken. Maar de Moerdijks naderen de pensioenleeftijd. „Misschien werken we nog twee jaar; daarna gaan we fulltime van het nageslacht genieten”, lacht de leraar. Kleinkinderen geven het pensioen een andere dimensie, vindt hij. „Wij bouwen qua werk af en de kinderen bouwen qua gezin op. Het is mooi om hen daarbij te helpen.”

Oma Moerdijk past elke dinsdag op haar kleindochter. „Die kans laat ik niet schieten. Daar pas ik graag mijn planning voor aan.” Opa Moerdijk moet op dinsdag lesgeven, maar hij hoopt dat hij die dag binnenkort vrij krijgt. „Dan ga ik helpen met oppassen, al krijgen we vast ruzie over wie de kinderwagen mag duwen”, lacht hij. „Dat vechten we wel uit”, plaagt zijn vrouw.

Als grootouders draag je niet de hoofdverantwoordelijkheid voor de kleinkinderen, vindt het echtpaar. „Uiteindelijk hebben de kinderen Lize-Marie laten dopen en moeten zij haar opvoeden”, zegt Elly. Als ze op haar kleindochter past, volgt ze het stappenplan van haar dochter. „Ik babysit namens haar, al vind ik het niet erg om de fles vijf minuutjes eerder te geven dan de planning aangeeft.”

16991997.JPG
beeld RD

Toch dragen opa en oma Moerdijk de zorg voor Lize-Marie met zich mee. „Als ze niet zo fit is, maak ik me zorgen”, vertelt Rien. „Die kleine gasten zijn zo kwetsbaar.” Op zulke momenten beseft hij nadrukkelijk dat zijn kleindochter een ziel heeft voor de eeuwigheid. „Als grootouders kun je –ook geestelijk– veel voor het nageslacht betekenen”, denkt Elly hardop. „Mijn moeder vertelde haar kleinkinderen altijd hoe goed het is om de Heere te dienen. Dat maakte indruk.”

Gebed voor het nageslacht is belangrijk, vindt het echtpaar. „Je ziet dat veel jongeren in deze vluchtige tijd van de kerk afdwalen”, stelt Rien. Kinderen groeien volgens hem onrustiger op, omdat vaker beide ouders werken. „Vroeger had je ook geen mobieltjes die de rust verstoorden”, vult Elly aan. „En het materialisme wordt steeds sterker. Daarom is bidden hard nodig, zoals moeder Monica voor kerkvader Augustinus deed.”

Een stapje terug

Energiek loopt Henk Wijnmaalen (100) uit Veenendaal rond. „Hij is kwieker dan ik”, zegt zijn vrouw Els Wijnmaalen-Fase (77). Van keuken tot badkamer: overal hangen foto’s van het nageslacht. „We hebben altijd gebeden of de kleinkinderen hun opa bewust mochten kennen.”

Henk was 46 toen hij met de 22-jarige Els trouwde. Het echtpaar kreeg twee kinderen en drie kleinkinderen, Emma (18), Anne-Jet (16) en Pieter (14). Bij Emma’s geboorte, was Henk 82 en Els 58. Een groot wonder, vinden ze het dat ze op die leeftijd toch grootouder werden.

Het verleden lééft bij de grootvader. Hij praat graag over vroeger en maakt tijdens het gesprek vaak een uitstapje naar zijn onderwijsperiode. Het zijn voor grootmoeder Els bekende verhalen. „Die vertelt hij altijd aan de visite.”

„Ik stond er eigenlijk nooit bij stil dat ik al zo oud was toen Emma werd geboren”, vertelt Henk. „Ik wel”, reageert zijn vrouw. „Ik dacht soms: wat duurt het lang voordat we opa en oma worden. Zou mijn man dat nog meemaken?”

16991995.JPG
beeld RD

Dolblij waren de Wijnmaalens dat ze allebei de geboortedag van hun kleinkinderen mochten beleven, al vonden ze de bevalling van hun schoondochter wel spannend. „Ik ijsbeerde door de straat”, vertelt Els. „Wat was ik zenuwachtig.”

De kleinkinderen veroverden het hart van opa en oma. Toen de kleinkinderen jonger waren wandelde Els vaak met hen. „Eens was ik zo geobsedeerd door de baby, dat ik met de kinderwagen tegen een lantaarnpaal liep”, herinnert ze zich.

Henks leeftijd weerhield de Veenendalers er niet van om er met de kleinkinderen opuit te gaan toen die jonger waren. Dat ondernemende heeft opa Wijnmaalen nog.
Zo zou hij zijn kleinkinderen het liefst zelf leren autorijden. „Maar dat willen ze helaas niet.” Oma Wijnmaalen hield haar nageslacht ook thuis bezig. Zo vonden de kleinkinderen het heerlijk om in haar keuken met water te spelen. Nu zijn ze daar te groot voor, maar bij oma mag nog wel meer dan thuis. „Ik vind het best als ze een zak chips leegeten.”

Emma, Anne-Jet en Pieter worden ouder en hebben nu minder tijd voor activiteiten met hun grootouders, meent het echtpaar. „De kleinkinderen zien zo’n oude opa al aankomen”, verzucht Henk. Hij is minder fit dan eerst, merkt hij. „En de kleinkinderen zijn druk met studie en werk.”

De Wijnmaalens ervaren dat ze hun kleindochters en kleinzoon los moeten laten. „Soms ben je bezorgd”, zegt Els. „Pieter zit in de puberteit. Dan denk je: zou dat goed gaan?” Haar man is nuchterder. „Ik zeg dan: Els, maak je niet druk. Stop je zorgen in een kistje. We zien morgen wel.”

Bidden voor de kleinkinderen is de belangrijkste taak voor grootouders, vindt de Veenendaler. „En hen ondersteunen bij problemen.” Zijn vrouw knikt. „We lezen ook uit de Bijbel met hen en praten over gewetenszaken, zoals vloeken.” Het echtpaar vindt het essentieel om het nageslacht voor te leven. „We letten bijvoorbeeld zelf bewust op ons taalgebruik”, legt Els uit.

Beiden willen de jongste generatie Wijnmaalens Bijbelse normen en waarden meegeven. Els: „Zoals liefde en verdraagzaamheid.” Haar man kijkt bedachtzaam naar de tulpen voor het raam. „We moeten de kleinkinderen erop wijzen dat ze voor God moeten verschijnen.” Het is even stil. Dan vervolgt hij: „Ik hoop dat het nageslacht in de wegen van de Heere wandelt en biddend leeft.”„Er moet wel gelegenheid zijn voor geestelijk onderwijs”, merkt Els op. „Onze kleinzoon was bijvoorbeeld kwaad op God toen de buurman stierf. Daarover kun je dan doorpraten.”

Volmaakt voorleven lukt niet, geeft Henk toe. „Je blijft zondig”, beaamt Els. „Maar wees als grootouder jezelf en probeer er voor de kleinkinderen te zijn, al maak je soms fouten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer