Israël Producten Centrum vindt boete onterecht
Het Israël Producten Centrum (IPC) in Nijkerk is verontwaardigd over de boete van 2100 euro die het door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) opgelegd heeft gekregen. Volgens de NVWA kloppen de etiketten op de wijnflessen van IPC nog steeds niet.
Volgens de winkel was „één klacht” aanleiding voor een controle door twee ambtenaren van het ministerie Economische Zaken op 11 april 2019. Een waarschuwing volgde: IPC moest de vermelding ”product uit Israël” op het etiket van enkele wijnen aanpassen, anders zouden boetes volgen.
Het IPC veranderde het etiket en zette erop: ”product uit een Israëlisch dorp in Judea en Samaria.” Na een oproep „van een anti-Israëlorganisatie” ontving de NVWA in februari 2020 echter enkele honderden klachten per e-mail waarin stond dat de etiketten op de IPC-wijnen niet kloppen. In juli stonden de inspecteurs dan ook opnieuw op de stoep.
Na diverse Kamervragen van ChristenUnie en SGP, discussies met ministers, waarschuwingsbrieven en extra controles is het standpunt van de NVWA niet veranderd, zo bleek uit de brief die het IPC vrijdag ontving. De Voedsel- en Warenautoriteit onderbouwt dat met een toelichting van negen kantjes.
Het Israël Producten Centrum zegt geschokt te zijn dat de NVWA alsnog overgaat tot het opleggen van een boete. „De etiketten waren immers aangepast. Alleen nog niet voldoende, vindt de NVWA. Het IPC wijst erop dat er nog een procedure loopt tegen dit besluit: omdat het centrum er „ernstige vraagtekens” bij heeft, heeft het op 21 juli 2020 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). „Een WOB-verzoek moet altijd binnen maximaal acht weken gehonoreerd worden, maar tot op de dag van vandaag –ruim acht maanden na dato– heeft IPC nog steeds, ondanks herhaaldelijke verzoeken, geen enkel document ontvangen. De reden: te hoge werkdruk bij de NVWA. Maar hoe komt het dan dat de NVWA wél de tijd vindt om de boete op te leggen aan IPC?”
IPC-directeur Pieter van Oordt noemt het een raadsel: „Wij zijn verbolgen over het feit dat de NVWA zich laat leiden door enkele klachten van anti-Israëlactivisten die maar één doel hebben: Israël dwarszitten en boycotten. De NVWA mengt zich daardoor in een politieke discussie en kiest daarin heel duidelijk partij. Want deze handhaving en het opleggen van boetes doet zij alleen met producten uit Israël. Geen enkel betwist of bezet gebied ter wereld wordt door de NVWA zo aangepakt als Israël.”
De boete is onterecht, vindt Van Oordt: „We vinden het verkeerd dat de NVWA –verantwoordelijk voor voedselveiligheid, natuur en dierenwelzijn– deze etiketten gebruikt om een politiek spel uit te vechten, een kwestie waar maar liefst vier ministeries bij betrokken zijn: Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, Landbouw en Volksgezondheid. Uiteraard zal IPC bezwaar indienen tegen de boete bij de NVWA.”
Eenzijdige aandacht
Christenen voor Israël roept op bij de NVWA ongenoegen over de boete te laten blijken en heeft daarvoor een voorbeeldbrief opgesteld. „Ook roepen we u op om juist nú onze producten uit Judea en Samaria te kopen.”
In februari wees CU-Tweede Kamerlid Bruins er in het Reformatorisch Dagblad op dat „het bashen van Israël” een obsessie lijkt geworden. „Het is een geestelijke strijd die niet rationeel te verklaren is. Als het gaat over andere bezette of betwiste gebieden, zoals Tibet, de Krim, Noord-Cyprus of de Westelijke Sahara, is de internationale gemeenschap immers stil. Alsof de situatie van de mensen daar er niet toe doet. Het is helder dat deze eenzijdige focus niet veel goeds tot gevolg heeft. Die draagt niet bij aan veiligheid van het Joodse gezin, noch aan een goede toekomst voor Palestijnse jongeren.”
Bruins noemde het optreden tegen het IPC als voorbeeld. „Zo zagen we dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die toch flink wat menskracht tekort heeft, een bovenmatige aandacht lijkt te hebben voor het Israël Producten Centrum (IPC) in Nijkerk.” Het Kamerlid noemde de aanduiding ”gemaakt in een Israëlisch dorp in Judea en Samaria” „feitelijk juist.” „Het is extra frappant dat producten uit de Westelijke Sahara, al lange tijd door Marokko bezet, sinds 2020 behandeld mogen worden alsof ze uit dat land zelf komen. Weer die eenzijdige behandeling en die onbegrijpelijke obsessie als het om Israël gaat. Irrationale eenzijdigheid heeft een naam: discriminatie. En deze discriminatie moet stoppen.”
De NVWA verklaarde vorig jaar op basis van de Europese wetgeving te handelen. „Deze wetgeving geldt specifiek voor producten uit door Israël bezette gebieden. Daarop controleren wij. Dergelijke wetgeving is er niet voor die andere gebieden.”