Overleeft erfgoed Nagorno-Karabach de machtsovername?
De felle strijd die eind 2020 woedde tussen Armenië en Azerbeidzjan om de enclave Nagorno-Karabach is ten einde. De wonden zijn echter nog diep. Er leven bovendien grote zorgen over het behoud van eeuwenoud erfgoed.
Boven op een heuvel in Nagorno-Karabach, te midden van weelderig groen, ligt het eeuwenoude klooster van Gandzasar. Gandzasar betekent in het Armeens zoveel als ”schatberg”, wat zou verwijzen naar de zilvererts die in de heuvel te vinden is.
Maar de kerk en omringende gebouwen zijn minstens zo waardevol. Het godshuis, waar volgens de overlevering het hoofd van Johannes de Doper bewaard zou worden, stamt uit de 13e eeuw.
Nagorno-Karabach is rijk aan cultuur. Het aantal historische locaties loopt in de duizenden: van de overblijfselen van oude nederzettingen, culturele en religieuze symbolen tot kerken en kloosters. Tot de trots van de regio behoort ook het klooster van Amaras, in het zuidoosten van de enclave. De wortels ervan liggen in de 4e eeuw, toen Armenië als eerste land ter wereld het christendom tot nationale religie uitriep. In de kloosterkerk ligt de heilige Grigoris begraven, kleinzoon van de stichter van de Armeens-Apostolische Kerk.
Het erfgoed is voor Armeniërs meer dan een leuke bestemming voor een zaterdags uitstapje. Het staat symbool voor hun geschiedenis en identiteit en wijst op hun historische vervlochtenheid met de regio. „Onze mensen wonen al duizenden jaren in dit gebied en maakten het tot thuisbasis van heilige plaatsen en kostbare relieken”, schreef het hoofd van de Armeens-Apostolische Kerk, Catholicos Karekin II, november 2020 in Christianity Today.
De geestelijke heeft grote zorgen over het lot van het erfgoed waarover Azerbeidzjan sinds eind vorig jaar de scepter zwaait. „Met de verdrijving van onze gemeenschappen en congregaties uit de regio zijn duizenden heilige monumenten achtergelaten, een getuigenis van onze geschiedenis en geloof. Wat zal daarmee gebeuren?” vraagt hij zich af.
In deze zorg staat hij zeker niet alleen. Adam Smith, hoogleraar antropologie aan de Universiteit van Cornell in New York, wijst erop dat Azerbeidzjan „een goed gedocumenteerde geschiedenis heeft van het verwoesten van Armeens erfgoed. Zullen de Azeri’s nu hetzelfde doen in de gebieden die ze in Nagorno-Karabach onder controle hebben? Als dat zo is, zullen schatten van de menselijke geschiedenis voor altijd verloren zijn.”
Verwoestingen
Kerkleider Catholicos Karekin herinnert in zijn opiniestuk aan de verwoesting van 6000 historische Armeense gedenktekens, chatsjkars, in de regio Nachitsjevan tussen 1997 en 2007. In Nachitsjevan woonde van oudsher een grote Armeense gemeenschap, maar het gebied kwam ten tijde van het Sovjetbewind onder gezag van Azerbeidzjan te staan.
Het is een vernietiging die in februari 2019 onder meer uitvoerig is gedocumenteerd door het Amerikaanse kunsttijdschrift Hyperallergic. Het artikel meldde bovendien de verwoesting van 89 middeleeuwse kerken en 22.000 grafstenen. Het doel zou zijn om sporen van de Armeense geschiedenis in het gebied uit te wissen.
Een sprekende illustratie van dat streven is een anekdote waarmee het artikel van Hyperallergic opent, over een Amerikaanse ambassadeur die in april 2011 ter plekke de verwoesting van chatsjkars in Nachitsjevan wilde onderzoeken. Daar staken de Azeri’s echter snel een stokje voor. Ze betoogden niet alleen dat de beweringen over de vernietiging vals waren, maar ook dat er sowieso nooit een plek vol Armeense gedenktekens is geweest. Nachitsjevan was namelijk nooit Armeens.
Verdwenen kerk
De drang om Nagorno-Karabach te ontdoen van Armeens erfgoed lijkt nog niet verdwenen. Een recent bezoek van een journalist van de Britse omroep BBC aan het dorp Jabrayil, in het zuiden van Nagorno-Karabach, stelt wat dat betreft niet gerust. De verslaggever ging op zoek naar de kerk van het dorp, die tot voor kort op de top van een heuveltje stond. Daar aangekomen vond hij nog slechts een kale vlakte, met op het gras verspreid wat stenen.
„Het gebouw is tijdens de oorlog verwoest”, probeerde een veiligheidsbeambte die de journalist op zijn tocht vergezelde, te verklaren. Maar dat kon niet, omdat de kerk nog te zien was op foto’s die geschoten waren ná de inname van het dorp door de Azeri’s. Een militair staat op een van die platen juichend op het klokkentorentje.
Een directe medewerker van de president hield het erop dat de plek een „strategische locatie” was, om daarna direct te zeggen dat hij het niet wist. „Het moet worden nagetrokken.”
Een van de auteurs van het artikel uit Hyperallergic, Simon Maghakyan, denkt niet dat de verwoestingen bij Jabrayil zullen stoppen. „Gesteld dat het Aliyevregime (van Azerbeidzjan, MW) nog enkele decennia aan de macht blijft, dan is de totale vernietiging van Armeens erfgoed in de regio op langere termijn onontkoombaar”, stelt hij desgevraagd.
De activist en lector internationale betrekkingen aan de Universiteit van Colorado (VS) verwacht tegelijk dat op de korte termijn enkele belangrijke monumenten behouden zullen blijven. Op grond van ervaringen in het verleden verwacht hij een vernietigingsstrategie in verschillende fasen.
Allereerst zullen volgens Maghakyan nog vele chatsjkars sneuvelen, omdat die moeilijk te „albaniseren” zijn vanwege de Armeense inscripties. Hij doelt daarmee op pogingen van Azerbeidzjan om Armeense monumenten om te dopen tot „Kaukasisch-Albanees.” De term verwijst naar een koninkrijk dat tot ongeveer de 8e eeuw heeft bestaan in de Kaukasus. De Azeri’s zouden in dit verhaal de islamitische erflaters van dit koninkrijk zijn.
De volgende fase is dan de verwoesting van minder bekende middeleeuwse Armeense kerken, samen met middeleeuwse inscripties. Daarna zal de albanisering van de bekende kathedralen volgen. Dat kan door de gebouwen te ontdoen van bijvoorbeeld Armeense inscripties.
Daarmee is hun behoud voor de langere termijn echter nog niet gegarandeerd, waarschuwt Maghakyan. Hij wijst erop dat Azerbeidzjan tot 1997 ook de tactiek van albanisering toepaste, maar daarna alsnog tot verwoesting van gealbaniseerde monumenten overging.
Over en weer
Azerbeidzjan beschuldigt op zijn beurt de Armeniërs eveneens van vernietiging van erfgoed. Geestelijk leiders uit Azerbeidzjan met een joodse, islamitische, orthodoxe of rooms-katholieke achtergrond plaatsten in november 2020 een opiniestuk in de Maleisische krant The New Straits Times waarin ze zich uitspraken tegen die praktijken. Zo zouden 63 van de oorspronkelijke 67 moskeeën in Nagorno-Karabach onder Armeens gezag met de grond gelijk zijn gemaakt. De Armeniërs zouden echter ook onder meer een Georgisch-orthodoxe kerk hebben verwoest.
De geestelijken verwijten de Armeniërs op hun beurt „een Groot-Armenië” te willen creëren. De verhalen over vernietiging van Armeens erfgoed door Azerbeidzjan verwijzen ze naar het rijk der fabelen als „valse propaganda.”
De ambassadeur van Azerbeidzjan in Turkije repte begin maart in de Turkse krant Daily Sabah op zijn beurt van de verwoesting van onder meer 700 historische en culturele monumenten, 927 bibliotheken en 22 musea door de Armeniërs.
„Spiegelpropaganda”, oordeelt Maghakyan. „Dit soort beschuldigingen aan het adres van Armeniërs dat zij hetzelfde doen is de tactiek van Azerbeidzjan om het uitwissen van Armeens erfgoed te rechtvaardigen.”
Maghakyan erkent dat de Armeniërs „geen perfecte” status van dienst hebben als het aankomt op het bewaren van islamitisch erfgoed, „maar er is geen enkel vergelijk.”
De BBC-journalist die de verwoesting van de kerk in Jabrayil blootlegde, constateert ook grootschalige verwoestingen door de Armeniërs van steden waar Azeri’s woonden. De minister van Buitenlandse Zaken van Armenië doet geen moeite het te ontkennen. „Tijdens een oorlog, weet u, gebeuren er aan elke kant slechte dingen.”
Wat prof. Smith van Cornell University betreft komt er internationaal toezicht op het erfgoed in Nagorno-Karabach om vernietiging te voorkomen. „Zo’n maatregel zal bovendien een belangrijke precedent scheppen voor de bewaring van erfgoed in conflictgebieden in andere delen van de wereld.”